Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten in sectoren water‑ en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie – Richtlijn 93/38 – Werkingssfeer – Aanbestedende diensten die in richtlijn bedoelde activiteit uitoefenen en voor uitoefening van deze activiteit opdracht plaatsen of prijsvraag voor ontwerpen organiseren

(Richtlijn 93/38 van de Raad, art. 2, lid 2, 4, lid 1, en 6, lid 1)

Samenvatting

De activiteit die de betrokken aanbestedende dienst uitoefent, en het verband tussen deze activiteit en de door deze dienst geplande opdracht bepalen of richtlijn 93/38 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water‑ en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie van toepassing is. Wanneer de aanbestedende dienst een van de in artikel 2, lid 2, van deze richtlijn genoemde activiteiten uitoefent en in het kader daarvan, hetgeen de nationale rechter moet controleren, van plan is, een opdracht voor leveringen, voor de uitvoering van werken of voor het verrichten van diensten te plaatsen of een prijsvraag voor ontwerpen te organiseren, zijn de bepalingen van deze richtlijn op deze opdracht of deze prijsvraag van toepassing. Anders gelden voor de opdracht of de prijsvraag, naar gelang van het geval, de regels van de richtlijnen betreffende de plaatsing van opdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken of voor het verrichten van diensten.

Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/38 is deze immers met name niet van toepassing op opdrachten of prijsvragen voor ontwerpen waarmee de aanbestedende diensten iets anders beogen dan de uitoefening van hun in artikel 2, lid 2, van deze richtlijn bedoelde activiteiten. Bovendien is zij niet van toepassing op werkzaamheden van deze diensten die buiten de sectoren water‑ en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie liggen, dan wel erbinnen liggen maar toch rechtstreeks blootstaan aan de concurrentie op marktgebieden waar de toegang niet aan beperkingen onderhevig is.

(cf. punten 37‑39 en dictum)