Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Eigen middelen van de Europese Gemeenschappen – Verordening betreffende bescherming van financiële belangen van Gemeenschap – Voortdurende onregelmatigheid – Verjaringstermijn – Stuitingshandeling

(Verordening nr. 2988/95 van de Raad, art. 1, lid 2, en 3, lid 1, tweede en derde alinea)

2. Hogere voorziening – Middelen – Rechtsoverwegingen van arrest die gemeenschapsrecht schenden – Dictum gebaseerd op andere rechtsoverwegingen – Afwijzing

Samenvatting

1. Volgens artikel 1, lid 2, van verordening nr. 2988/95 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen vooronderstelt een onregelmatigheid een inbreuk op het gemeenschapsrecht die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer.

Wanneer het nalaten dat aan de oorsprong van de inbreuk op het gemeenschapsrecht ligt, voortduurt, is de onregelmatigheid „voortdurend” in de zin van artikel 3, lid 1, tweede alinea, van deze verordening. De verjaringstermijn gaat pas in op de dag waarop de onregelmatigheid is geëindigd.

Deze termijn wordt gestuit door een brief van de Commissie die met name tot doel heeft, de onregelmatigheden te vervolgen en de financiële bijstand te verminderen, aangezien deze brief een onderzoekshandeling is in de zin van artikel 3, lid 1, derde alinea.

(cf. punten 16‑18, 30)

2. Wanneer uit de motivering van een arrest van het Gerecht blijkt van een schending van het gemeenschapsrecht, maar het dictum ervan op andere rechtsgronden gerechtvaardigd voorkomt, moet de hogere voorziening worden afgewezen.

(cf. punt 29)