Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Associatie van landen en gebieden overzee – Vrijwaringsmaatregelen – Voorwaarden voor vaststelling – Beoordelingsvrijheid van gemeenschapsinstellingen – Rechterlijk toezicht – Grenzen

(Besluit 91/482 van de Raad, art. 109)

2. Associatie van landen en gebieden overzee – Vrijwaringsmaatregelen betreffende invoer uit landen en gebieden overzee van producten van sector suiker met oorsprongscumulatie EG/LGO – Evenredigheidsbeginsel – Rechterlijk toezicht – Grenzen

(Besluit 91/482 van de Raad, art. 109, lid 2)

3. Associatie van landen en gebieden overzee – Vrijwaringsmaatregelen betreffende invoer uit landen en gebieden overzee – Vrijwaringsmaatregelen die niet afdoen aan preferentiële status van producten van oorsprong uit deze landen – Uitzonderlijke en tijdelijke aard van die maatregelen

(Besluit 91/482 van de Raad, art. 109, lid 1)

Samenvatting

1. De gemeenschapsinstellingen beschikken over een ruime beoordelingsbevoegdheid voor de toepassing van artikel 109 van besluit 91/482 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee, volgens hetwelk zij vrijwaringsmaatregelen mogen nemen of tot het nemen van zulke maatregelen mogen machtigen wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In die omstandigheden moet de toetsing door de gemeenschapsrechter zich beperken tot de vraag of bij de uitoefening van die bevoegdheid geen sprake is geweest van kennelijke dwaling of misbruik van bevoegdheid, dan wel of de gemeenschapsinstellingen de grenzen van hun beoordelingsbevoegdheid niet klaarblijkelijk hebben overschreden. Deze beperking van de toetsing door de gemeenschapsrechter is in het bijzonder geboden wanneer de gemeenschapsinstellingen uiteenlopende belangen tegen elkaar dienen af te wegen en aldus een keuze moeten maken uit de politieke opties die binnen hun eigen verantwoordelijkheden vallen.

Dat het hier om een uitzonderingsbepaling gaat, hetgeen voortvloeit uit de aard van deze bepaling, doet geenszins af aan de omvang van de beoordelingsbevoegdheid waarover de Commissie beschikt wanneer zij in het kader van haar eigen politieke verantwoordelijkheden moeilijke afwegingen van uiteenlopende belangen moet maken.

(cf. punten 53‑55, 57)

2. Wat de rechterlijke toetsing van de naleving van het in artikel 109, lid 2, van besluit 91/482 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee neergelegde evenredigheidsbeginsel betreft, kan, gelet op de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover met name de Commissie op het gebied van vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in artikel 109, lid 1, van dat besluit beschikt, een op dit gebied vastgestelde maatregel slechts onrechtmatig worden geacht wanneer deze maatregel kennelijk ongeschikt is ter bereiking van het door de bevoegde instelling nagestreefde doel.

(cf. punt 84)

3. Artikel 109 van besluit 91/482 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO), biedt de Commissie juist de mogelijkheid om vrijwaringsmaatregelen vast te stellen in de omstandigheden die daarin zijn bepaald. De omstandigheid dat de Commissie een dergelijke maatregel heeft vastgesteld ten aanzien van bepaalde producten uit de LGO, doet niet af aan de preferentiële status die de producten uit deze landen krachtens artikel 101, lid 1, van dat besluit genieten, daar een vrijwaringsmaatregel naar zijn aard immers uitzonderlijk en tijdelijk is.

(cf. punt 92)