Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken zonder onderscheidend vermogen – Driedimensionaal merk – Vorm van drankverpakking

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub b)

2. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken zonder onderscheidend vermogen, beschrijvende merken of merken die gebruikelijk zijn geworden – Uitzondering – Verkrijging van onderscheidend vermogen door gebruik – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 3)

Samenvatting

1. Een driedimensionaal merk met de vorm van een doorzichtige, met een gele vloeistof gevulde fles met een lange hals waarin een schijfje citroen met groene schil is vastgeklemd, waarvan de inschrijving is aangevraagd voor bieren, gazeuse wateren en vruchtensappen van klasse 32 in de zin van overeenkomst van Nice, alsmede voor restaurants, bars en snacks van klasse 42 in de zin van deze overeenkomst, mist elk onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, wanneer het merk is samengesteld uit bestanddelen die elk afzonderlijk courant in de handel kunnen worden gebruikt bij de presentatie van de in de merkaanvraag bedoelde waren en diensten, en dus met betrekking tot deze waren en diensten geen onderscheidend vermogen hebben, en wanneer de wijze waarop deze bestanddelen zijn gecombineerd, dit merk evenmin onderscheidend vermogen kan verlenen.

(cf. punten 30, 32, 35‑36)

2. Onderscheidend vermogen door gebruik, zoals bedoeld in artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94, kan een gemeenschapsmerk in de eerste plaats slechts verkrijgen indien ten minste een aanzienlijk deel van het relevante publiek de betrokken waren of diensten op basis van het merk als van een bepaalde onderneming afkomstig identificeert. De omstandigheden waaronder die voorwaarde voor verkrijging van onderscheidend vermogen door gebruik als vervuld kan worden beschouwd, kunnen echter niet uitsluitend op basis van algemene en abstracte gegevens, zoals bepaalde percentages, worden vastgesteld.

In de tweede plaats kan de inschrijving van een merk op grond van artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 alleen worden verkregen, indien wordt aangetoond dat het merk door het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen in het wezenlijke deel van de Gemeenschap waar het onderscheidend vermogen miste in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, c en d, van deze verordening.

In de derde plaats moet bij de beoordeling, in een concreet geval, van door gebruik verkregen onderscheidend vermogen met name rekening worden gehouden met factoren zoals het marktaandeel van het merk, de intensiteit, de geografische spreiding en de duur van het gebruik van dit merk, alsmede de omvang van de reclamekosten die de onderneming voor het merk heeft gemaakt. Ten bewijze hiervan kunnen met name verklaringen van kamers van koophandel en industrie of van andere beroepsverenigingen, alsmede opinieonderzoeken worden aangevoerd.

In de vierde plaats moet het onderscheidend vermogen als gevolg van gebruik vóór de indiening van de merkaanvraag zijn verkregen.

(cf. punten 42‑45)