Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Vrijstellingen voorzien in Zesde richtlijn – Vrijstelling voor kansspelen – Nationale wettelijke regeling die exploitatie van die spelen door andere marktdeelnemers dan exploitanten van erkende openbare speelbanken van vrijstelling uitsluit – Ontoelaatbaarheid – Mogelijkheid voor particulieren om relevante bepaling voor nationale rechter in te roepen

(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 13, B, sub f)

2. Prejudiciële vragen – Uitlegging – Werking in tijd van arresten houdende uitlegging – Retroactieve werking – Beperking door Hof – Belang van financiële gevolgen van arrest voor betrokken lidstaat – Niet-doorslaggevend criterium

(Art. 234 EG)

Samenvatting

1. Artikel 13, B, sub f, van de Zesde richtlijn (77/388), waaruit volgt dat de exploitatie van kansspelen en kansspelautomaten in beginsel van belasting over de toegevoegde waarde moet worden vrijgesteld, waarbij de lidstaten evenwel bevoegd blijven om de voorwaarden en beperkingen van deze vrijstelling vast te stellen, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling die bepaalt dat de exploitatie van alle kansspelen en kansspelautomaten in erkende openbare speelbanken van de belasting is vrijgesteld, terwijl de uitoefening van deze activiteit door andere marktdeelnemers dan de exploitanten van dergelijke speelbanken niet is vrijgesteld.

Bij de uitoefening van de bij de betrokken bepaling toegekende bevoegdheden dienen de lidstaten immers het beginsel van fiscale neutraliteit in acht te nemen en zij kunnen de vrijstelling niet op goede gronden afhankelijk stellen van de identiteit van de exploitant van die spelen en automaten.

Overigens heeft bovengenoemde bepaling rechtstreekse werking in die zin dat deze door een exploitant van kansspelen of kansspelautomaten kan worden ingeroepen voor de nationale rechterlijke instanties om de toepassing te verhinderen van met deze bepaling onverenigbare nationale rechtsregels. Wanneer de voorwaarden of beperkingen waarvan een lidstaat de belastingvrijstelling voor kans‑ en geldspelen afhankelijk stelt, strijdig zijn met het beginsel van de fiscale neutraliteit, kan deze lidstaat zich derhalve niet op dergelijke voorwaarden of beperkingen baseren om een exploitant van dergelijke spelen de vrijstelling te weigeren waarop deze uit hoofde van de Zesde richtlijn rechtmatig aanspraak kan maken.

(cf. punten 23‑24, 29‑30, 37‑38, dictum 1‑2)

2. Slechts bij uitzondering kan het Hof krachtens een aan de communautaire rechtsorde inherent algemeen beginsel van rechtszekerheid beperkingen stellen aan de mogelijkheid voor iedere belanghebbende om met een beroep op een door het Hof uitgelegde bepaling te goeder trouw tot stand gekomen rechtsbetrekkingen opnieuw aan de orde te stellen. Dienaangaande vormen de mogelijke financiële gevolgen van een prejudicieel arrest voor een lidstaat op zichzelf geen rechtvaardiging voor een beperking in de tijd van de werking van dit arrest.

(cf. punten 42, 44)