Harmonisatie van wetgevingen — Bescherming van gezondheid van planten — Richtlijn 77/93 — Binnenbrengen in Gemeenschap van uit derde landen afkomstige planten waarvoor bijzondere eisen gelden — Bijzondere eisen waaraan niet op andere plaatsen dan op plaats van oorsprong kan worden voldaan — Adequate vermelding van oorsprong op verpakking van planten — Autoriteiten bevoegd voor afgifte van fytosanitaire certificaten — Autoriteiten van land van oorsprong — (Richtlijn 77/93 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijnen 91/683, 92/103 en 98/2, bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 16.1 tot en met 16.4)
Richtlijn 77/93 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, zoals gewijzigd bij met name richtlijnen 91/683, 92/103 en 98/2, moet aldus worden uitgelegd dat aan de in punt 16.1 van bijlage IV, deel A, rubriek I, bij deze richtlijn bedoelde bijzondere eis inzake adequate vermelding van de oorsprong op de verpakking enkel kan worden voldaan in het land van oorsprong van de betrokken planten.
Voorzover de exporteur door de adequate vermelding van de oorsprong kan worden vrijgesteld van de in de punten 16.2 tot en met 16.4 van bovengenoemde rubriek I bedoelde eisen inzake een officiële verklaring in het land van oorsprong, zou het immers paradoxaal zijn dat een dergelijke vermelding, die tot doel heeft de oorsprong van de producten te bevestigen, na uitvoer van de planten elders dan in het land van oorsprong kan worden aangebracht. Uit de enkele omstandigheid dat punt 16.1 voorschrijft dat de oorsprong op de verpakking moet zijn vermeld, blijkt dat deze eis in acht moet worden genomen in het stadium van de eerste verpakking van de producten met het oog op de verzending ervan en dus noodzakelijkerwijs vóór het vervoer ervan naar een ander derde land dan het land van oorsprong.
Voorts brengt de omstandigheid dat de exporteur door de vermelding van de oorsprong wordt vrijgesteld van de in deze punten 16.2 tot en met 16.4 bedoelde eisen inzake een officiële verklaring mee, dat deze vermelding niet kan worden aangebracht door de producent van de planten alleen, zonder enige medewerking van de autoriteiten die bevoegd zijn om deze officiële verklaringen af te geven.
Deze uitlegging van punt 16.1 wordt niet ontkracht door de wijzigingen die richtlijn 98/2 heeft aangebracht in de punten 16.2 en 16.3 en die tot doel hadden de formaliteiten inzake de officiële verklaring in alle gevallen verplicht te stellen, ook wanneer het derde land van oorsprong is erkend als zijnde vrij van de betrokken schadelijke organismen.
Het voor het binnenbrengen van deze planten in de Gemeenschap vereiste fytosanitair certificaat moet dan ook in het land van oorsprong van deze planten worden afgegeven door of onder controle van de bevoegde autoriteiten van dit land.
cf. punten 60-61, 66-67 en dictum