«Nagemaakte en door piraterij verkregen goederen – Ontbreken van strafrechtelijke sanctie voor doorvoer van nagemaakte goederen – Verenigbaarheid met verordening (EG) nr. 3295/94»
|
||||
|
||||
(Verordening nr. 3295/94 van de Raad, art. 2 en 11)
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
7 januari 2004 (1)
„Nagemaakte en door piraterij verkregen goederen – Ontbreken van strafrechtelijke sanctie voor doorvoer van nagemaakte goederen – Verenigbaarheid met verordening (EG) nr. 3295/94”
In zaak C-60/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Landesgericht Eisenstadt (Oostenrijk), in de aldaar dienende strafzaak tegen X, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van bepaalde maatregelen betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap alsmede de uitvoer en de wederuitvoer uit de Gemeenschap van goederen waarbij inbreuk wordt gemaakt op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten (PB L 341, blz. 8), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 241/1999 van de Raad van 25 januari 1999 (PB L 27, blz. 1),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport van de rechter-rapporteur,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 5 juni 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door het Landesgericht Eisenstadt bij beschikking van 17 januari 2002 gestelde vraag, verklaart voor recht:
Jann |
Edward |
La Pergola |
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |