Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Eigen middelen van de Europese Gemeenschappen – Terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer of uitvoer – Voorlegging aan Commissie van verzoek tot terugbetaling – Ontoereikendheid van door nationale autoriteit meegedeelde gegevens – Verzoek om aanvullende gegevens – Verlenging van termijn voor geven van beschikking van Commissie – Voorwaarde – Mogelijke gevolgen van deze gegevens voor beschikking – Verplichting voor Commissie om alle relevante feitelijke gegevens te beoordelen

(Verordening nr. 2454/93 van de Commissie, art. 905, lid 2, derde alinea, en 907, tweede alinea)

2. Eigen middelen van de Europese Gemeenschappen – Terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer of uitvoer – Billijkheidsclausule van artikel 905 van verordening nr. 2454/93 – Draagwijdte – Beslissingsbevoegdheid van Commissie – Wijze van uitoefening – „Bijzondere situatie” – Begrip – Diefstal van goederen tijdens vervoer – Daarvan uitgesloten

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 239; verordening nr. 2454/93 van de Commissie, art. 905)

Samenvatting

1. Wanneer de douaneautoriteiten van een lidstaat aan de Commissie een verzoek voorleggen strekkende tot terugbetaling van douanerechten op grond van het bestaan van een bijzondere situatie in de zin van artikel 239 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, en blijkt dat de meegedeelde gegevens ontoereikend zijn om de Commissie in staat te stellen met volledige kennis van zaken uitspraak te doen over het haar voorgelegde verzoek, kan de Commissie overeenkomstig artikel 905, lid 2, derde alinea, van verordening nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het douanewetboek, om mededeling van aanvullende gegevens verzoeken.

Om uit te maken of een dergelijk verzoek de termijn waarover de Commissie beschikt om met betrekking tot het verzoek tot terugbetaling een standpunt in te nemen, rechtsgeldig heeft verlengd krachtens artikel 907, tweede alinea, van de uitvoeringsverordening, moet worden onderzocht of de aanvullende gegevens waarom werd verzocht, gevolgen konden hebben voor dat standpunt. In dat verband moet de Commissie alle relevante feitelijke gegevens onderzoeken om uit te maken of de omstandigheden van het concrete geval een bijzondere situatie opleveren.

(cf. punten 37‑39)

2. Artikel 905 van verordening nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, dat de in artikel 239 van het douanewetboek vervatte regel inzake de terugbetaling of de kwijtschelding van rechten bij invoer of uitvoer verduidelijkt en nader uitwerkt, vormt een algemene billijkheidsclausule voor, met name, uitzonderlijke situaties die op zichzelf niet tot de in de artikelen 900 tot en met 904 van de uitvoeringsverordening bedoelde gevallen behoren. Aangezien de terugbetaling van invoerrechten afhankelijk is van twee cumulatieve voorwaarden, te weten het bestaan van een bijzondere situatie en het ontbreken van manipulatie of klaarblijkelijke nalatigheid van de kant van de belanghebbende, is het voldoende dat aan een van beide voorwaarden niet is voldaan, opdat de terugbetaling van de rechten moet worden geweigerd.

Wanneer de Commissie een beschikking geeft op grond van deze algemene billijkheidsclausule, beschikt zij over een beoordelingsmarge. Aangezien de terugbetaling of de kwijtschelding van invoerrechten, waartoe slechts onder bepaalde voorwaarden en in specifieke gevallen kan worden beslist, een uitzondering vormt op de normale invoer- en uitvoerregeling, moeten de bepalingen die in een dergelijke terugbetaling of kwijtschelding voorzien, strikt worden uitgelegd.

Er is sprake van omstandigheden die een bijzondere situatie in de zin van artikel 905 van de uitvoeringsverordening opleveren, wanneer met inachtneming van de billijkheid die aan artikel 239 van het douanewetboek ten grondslag ligt, wordt vastgesteld dat er omstandigheden zijn waardoor de verzoeker in een situatie kan verkeren die uitzonderlijk is vergeleken met die van de andere marktdeelnemers die dezelfde activiteit verrichten. Diefstal van de goederen tijdens het vervoer moet echter worden beschouwd als een van de meest frequent vastgestelde schadegevallen, waartegen de marktdeelnemers, en inzonderheid de vervoerders van risicovolle (want aan hoge belastingen onderworpen) goederen, gewoonlijk zijn verzekerd.

(cf. punten 52-53, 55‑56, 65)