Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

Mededinging — Mededingingsregelingen — Overeenkomsten tussen ondernemingen — Begrip — Wilsovereenstemming met betrekking tot toekomstig marktgedrag — Mededingingsverstorend verzoek van fabrikant aan dealers die met mededingingsrecht strokende dealerovereenkomst hebben gesloten — Daarvan uitgesloten bij ontbreken van bewijs van instemming van dealers — (Art. 81, lid 1, EG)

Samenvatting

Het wezenlijke element van het begrip overeenkomst in de zin van artikel 81, lid 1, EG, is het bestaan van een wilsovereenstemming van ten minste twee partijen, zodat het besluit van een onderneming, dat een eenzijdige handelwijze vormt, aan het verbod van dit artikel ontsnapt wanneer niet een andere onderneming op zijn minst stilzwijgend ermee instemt.

De Commissie kan zich dus niet op het standpunt plaatsen dat een schijnbaar eenzijdige gedraging van een fabrikant in het kader van zijn contractuele betrekkingen met zijn wederverkopers in werkelijkheid de grondslag vormt van een overeenkomst tussen ondernemingen in de zin van artikel 81, lid 1, EG, indien zij niet het bewijs levert dat de wederverkopers uitdrukkelijk of stilzwijgend met de handelwijze van de fabrikant hebben ingestemd.

Hoewel het denkbaar is dat een contractuele ontwikkeling van een met de mededingingsregels strokende dealerovereenkomst kan worden geacht van meet af aan door de dealers bij en door de ondertekening van deze overeenkomst te zijn aanvaard, wanneer het gaat om een rechtmatige contractuele ontwikkeling die ofwel door deze overeenkomst is beoogd, ofwel een ontwikkeling is die de dealers gelet op de handelsgebruiken of de regelgeving, niet kunnen weigeren, moet daarentegen moet worden ontkend dat een onrechtmatige contractuele ontwikkeling van een dealerovereenkomst, zoals een verzoek van de fabrikant aan zijn dealers om niet langer kortingen te geven, kan worden geacht van meet af aan bij en door de ondertekening van deze rechtmatige overeenkomst te zijn aanvaard. In dat laatste geval kan de instemming met de door de fabrikant beoogde onrechtmatige contractuele ontwikkeling pas plaatsvinden nadat de dealers kennis hebben genomen van deze ontwikkeling.

cf. punten 30-36, 45