1. Milieu – Afvalstoffen – Verpakking en verpakkingsafval – Richtlijn 94/62 – Bevoegdheid van lidstaten om systemen voor hergebruik van verpakkingen te bevorderen – Richtlijn die geen precieze criteria voor organisatie van die systemen bevat – Toetsing van die systemen aan verdragsbepalingen betreffende vrij verkeer van goederen
(Art. 28 EG en 30 EG; richtlijn 94/62 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5)
2. Vrij verkeer van goederen – Kwantitatieve beperkingen – Maatregelen van gelijke werking – Nationale regeling die algemeen systeem van inzameling van verpakkingsafval vervangt door systeem van statiegeld en individuele terugname – Ontoelaatbaarheid – Rechtvaardiging – Milieubescherming – Voorwaarde – Inachtneming van evenredigheidsbeginsel
(Art. 28 EG en 30 EG)
1. Artikel 5 van richtlijn 94/62 betreffende verpakking en verpakkingsafval, op basis waarvan de lidstaten overeenkomstig het Verdrag systemen mogen bevorderen voor het hergebruik van verpakkingen die op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze kunnen worden hergebruikt, formuleert die mogelijkheid in algemene bewoordingen, zonder te preciseren welke criteria de lidstaten die daarvan gebruik maken, moeten hanteren. Aangezien de richtlijn niet regelt hoe lidstaten die bereid zijn van die mogelijkheid gebruik te maken, de systemen ter bevordering van herbruikbare verpakking moeten organiseren, kunnen die systemen aan de verdragsbepalingen betreffende het vrije verkeer van goederen worden getoetst.
(cf. punten 41, 43, 45, 50)
2. Komt de krachtens artikel 5 van richtlijn 94/62 betreffende verpakking en verpakkingsafval, juncto artikel 28 EG op hem rustende verplichtingen niet na, de lidstaat die voor wegwerpverpakkingen een algemeen systeem van inzameling van verpakking vervangt door een systeem van statiegeld en individuele terugname, dat de producenten verplicht om bepaalde vermeldingen op hun verpakkingen te wijzigen en voor iedere producent en verkoper bijkomende kosten meebrengt, zonder deze een voldoende lange overgangstermijn te geven om zich vóór de inwerkingtreding van het nieuwe systeem aan de eisen daarvan aan te passen.
Een dergelijke nationale regeling die het intracommunautaire handelsverkeer kan belemmeren, kan immers slechts haar rechtvaardiging vinden in dwingende eisen van milieubescherming indien de door haar aangewende middelen geschikt zijn ter verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen en niet verder gaan dan ter bereiking van deze doelstellingen noodzakelijk is.
(cf. punten 59, 62, 68, 75, 78‑79 en dictum)