Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Harmonisatie van wetgevingen — Persoonlijke beschermingsmiddelen — Richtlijn 89/686 — Nationale regeling die nadere eisen stelt aan beschermingsmiddelen voor brandweer ofschoon deze voldoen aan vereisten van richtlijn — Ontoelaatbaarheid — (Richtlijn 89/686 van de Raad, art. 1 en 4, en bijlage I, punt 1)

2. Gemeenschapsrecht — Begrippen — Uitlegging — Verwijzing naar nationaal recht — Ontoelaatbaarheid

3. Harmonisatie van wetgevingen — Persoonlijke beschermingsmiddelen — Richtlijn 89/686 — Maatregelen tot harmonisatie van beschermingsmiddelen die brandweer bij uitoefening van haar gebruikelijke taken dienen te beschermen — Schending van evenredigheidsbeginsel — Schending van subsidiariteitsbeginsel — Geen — (Richtlijn 89/686 van de Raad)

Samenvatting

1. Voldoet niet aan de verplichtingen die op hem rusten krachtens de artikelen 1 en 4 van richtlijn 89/686 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, een lidstaat die persoonlijke beschermingsmiddelen voor de brandweer aan nadere eisen onderwerpt, ofschoon deze aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen en voorzien zijn van de CE-markering.

Uit artikel 1, lid 4, van bovengenoemde richtlijn vloeit namelijk voort, dat persoonlijke beschermingsmiddelen die bestemd zijn om te worden gebruikt door brandweerkorpsen, slechts buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen indien kan worden aangenomen dat zij speciaal zijn ontworpen en vervaardigd voor de ordehandhaving in de zin van bijlage I, punt 1, bij de richtlijn. Aangezien de taken van de brandweer gewoonlijk uit de redding van personen en goederen in geval van brand, verkeersongevallen, explosies, overstromingen en andere rampen bestaan, verschillen zij van de taken van de diensten wier voornaamste opdracht uit de handhaving van de openbare orde bestaat. Voorzover brandweerkorpsen echter in bepaalde omstandigheden dienen bij te dragen aan de handhaving van de openbare orde en daartoe worden uitgerust met persoonlijke beschermingsmiddelen die speciaal voor die taak zijn ontworpen en vervaardigd, vallen deze beschermingsmiddelen onder de uitzondering in bijlage I, punt 1, van de richtlijn.

Ofschoon bovengenoemde richtlijn zich er niet tegen verzet, dat een lidstaat voorschrijft dat brandweerkorpsen worden uitgerust met reddingsmaterialen die alle aan dezelfde fabricage- en veiligheidsnormen voldoen, zodat zij onderling overeenstemmen, zulks om het doel van verzekering van het vrije verkeer van persoonlijke beschermingsmiddelen tussen de lidstaten te verwezenlijken, dient deze richtlijn de lidstaten te beletten het in de handel brengen van beschermingsmiddelen die aan de bepalingen ervan voldoen en die voorzien zijn van de CE-markering, te verbieden, te beperken of te belemmeren.

cf. punten 30-31, 36, 39, 43, 50 en dictum

2. De communautaire rechtsorde wil voor de omschrijving van haar begrippen in beginsel niet aanknopen bij een of meer nationale rechtsstelsels, tenzij zulks uitdrukkelijk zou zijn bepaald.

cf. punt 33

3. Richtlijn 89/686 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, druist met de door haar beoogde harmonisatie van de nationale bepalingen betreffende beschermingsmiddelen die de brandweer bij de uitoefening van haar gebruikelijke taken dienen te beschermen, niet in tegen het subsidiariteits- of het evenredigheidsbeginsel.

Wat namelijk het subsidiariteitsbeginsel betreft, kunnen de betrokken nationale bepalingen, die van lidstaat tot lidstaat aanzienlijk verschillen, zoals in de vijfde overweging van de considerans van de richtlijn is geconstateerd, een handelsbelemmering vormen die rechtstreekse gevolgen heeft voor de totstandbrenging en de werking van de gemeenschappelijke markt. De harmonisatie van deze uiteenlopende bepalingen kan wegens de omvang en de gevolgen ervan slechts worden verwezenlijkt door de gemeenschapswetgever.

Wat het evenredigheidsbeginsel betreft, is het onder de werkingssfeer van de richtlijn brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen voor de brandweer een geschikt middel om het vrije verkeer van die beschermingsmiddelen tussen de lidstaten te verzekeren, dat niet verder gaat dan voor het bereiken van dit doel noodzakelijk is. De bevoegdheid van de lidstaten om de taken en bevoegdheden van de brandweer te omschrijven en hun persoonlijke bescherming te verzekeren, wordt hierdoor niet aangetast. Evenmin wordt hierdoor ingegrepen in de organisatie van de strijdkrachten of van de ordehandhavers.

cf. punten 46-48