Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Voldoende gekwalificeerde schending van rechtsregel die ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen – Instelling die niet over beoordelingsmarge beschikt – Toereikendheid van gewone inbreuk op gemeenschapsrecht

(Art. 288, tweede alinea, EG)

2. Beroep tot schadevergoeding – Wereldhandelsorganisatie – Onmogelijkheid om WTO-overeenkomsten in te roepen om wettigheid van gemeenschapshandeling te betwisten – Uitzonderingen – Gemeenschapshandeling die uitvoering ervan beoogt te verzekeren of uitdrukkelijk en specifiek ernaar verwijst – Gemeenschapsregeling voor invoer van bananen – Onverenigbaarheid met WTO-regels, vastgesteld door Orgaan voor Geschillenbeslechting van WTO – Rechterlijke toetsing van deze regeling aan WTO-regels – Uitgesloten

(Art. 288, tweede alinea, EG; verordeningen nrs. 404/93 en 1637/98 van de Raad; verordening nr. 2362/98 van de Commissie)

3. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Ontbreken van onrechtmatige gedraging van gemeenschapsinstellingen – Werkelijk geleden schade, causaal verband, en abnormale en bijzondere schade – Cumulatieve voorwaarden

(Art. 288, tweede alinea, EG)

4. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Handhaving van gemeenschapsregeling voor invoer van bananen die onverenigbaar is met WTO-overeenkomsten – Schade verbonden aan instelling van vergeldingsmaatregel door Amerikaanse administratie – Causaal verband

(Art. 288, tweede alinea, EG)

5. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Ontbreken van onrechtmatige gedraging van gemeenschapsinstellingen – Schade als gevolg van onverenigbaarheid van gemeenschapsregeling voor invoer van bananen met WTO-overeenkomsten – Abnormale schade – Geen – Aansprakelijkheid van Gemeenschap – Uitgesloten

(Art. 288, tweede alinea, EG)

Samenvatting

1. Voor de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap in de zin van artikel 288, tweede alinea, EG, wegens een onrechtmatige gedraging van haar organen, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan: onrechtmatigheid van de aan de instellingen verweten gedraging, het bestaan van schade en een oorzakelijk verband tussen die gedraging en de gestelde schade. Wanneer aan een van deze voorwaarden niet is voldaan, moet het beroep in zijn geheel worden verworpen, zonder dat de andere voorwaarden behoeven te worden onderzocht.

Wat de eerste van deze voorwaarden betreft, moet de aan een gemeenschapsinstelling verweten onrechtmatige gedraging bestaan in een voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen. Voor de vaststelling of aan dat vereiste is voldaan is het criterium beslissend dat de betrokken gemeenschapsinstelling de grenzen van haar beoordelingsvrijheid kennelijk en ernstig heeft overschreden. Wanneer deze instelling slechts een zeer beperkte of in het geheel geen beoordelingsmarge heeft, kan een gewone inbreuk op het gemeenschapsrecht volstaan om een voldoende gekwalificeerde schending vast te stellen.

(cf. punten 85‑89)

2. Gelet op hun aard en opzet, behoren de overeenkomsten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in beginsel niet tot de normen waaraan de gemeenschapsrechter de handelingen van de gemeenschapsinstellingen toetst.

Bijgevolg kan de eventuele schending van de WTO-regels door deze instellingen in beginsel niet tot de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap leiden.

Slechts ingeval de Gemeenschap uitvoering heeft willen geven aan een in het kader van de WTO aangegane bijzondere verplichting of indien de gemeenschapshandeling uitdrukkelijk naar specifieke bepalingen van de WTO- overeenkomsten verwijst, zou de gemeenschapsrechter de gedraging van de gemeenschapsinstellingen aan de WTO-regels moeten toetsen.

Zelfs indien er een uitspraak is waarbij het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO de onverenigbaarheid met de WTO-regels vaststelt van de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap, zoals deze is ingesteld door verordening nr. 404/93 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen, en daarna gewijzigd bij verordeningen nrs. 1637/98 en 2362/98, is er geen sprake van een van deze twee uitzonderingen, op grond waarvan de gemeenschapsrechter de betrokken gemeenschapsregeling aan de WTO-regels zou kunnen toetsen.

Het verstrijken van de termijn die de WTO de Gemeenschap heeft verleend om de onverenigbaar verklaarde maatregel in overeenstemming te brengen met de WTO-regels, en de door de WTO aan het benadeelde lid verleende machtiging om tegen de Gemeenschap maatregelen voor compensatie of schorsing van handelsconcessies vast te stellen, zijn in dit verband irrelevant.

(cf. punten 110, 113-115, 125)

3. Ingeval schade is veroorzaakt door een gedraging van de gemeenschapsinstellingen waarvan het onrechtmatige karakter niet is bewezen, kan de Gemeenschap niet-contractueel aansprakelijk worden gesteld, wanneer cumulatief is voldaan aan de voorwaarden inzake de werkelijk geleden schade, het causaal verband tussen deze schade en de gedraging van de gemeenschapsinstellingen, en het abnormale en bijzondere karakter van die schade.

(cf. punt 160)

4. De beginselen welke de rechtsstelsels der lidstaten gemeen hebben als bedoeld in artikel 288, tweede alinea, EG, kunnen niet worden ingeroepen ten betoge dat er voor de Gemeenschap een verplichting zou bestaan om alle nadelige gevolgen, hoe verwijderd ook, van gedragingen van haar organen te vergoeden. De door deze bepaling gestelde voorwaarde betreffende het oorzakelijk verband veronderstelt immers het bestaan van een voldoende rechtstreeks causaal verband tussen de gedraging van de gemeenschapsinstellingen en de schade.

Een dergelijk rechtstreeks verband bestaat tussen de handhaving door de Raad en de Commissie van een invoerregeling voor bananen die onverenigbaar is met de overeenkomsten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de schade die ondernemers lijden als gevolg van de instelling van een Amerikaans aanvullend invoerrecht op hun producten. Het eenzijdige besluit van de Verenigde Staten van Amerika om dit aanvullend recht in te stellen, verbreekt dit oorzakelijk verband niet. De gedraging van de betrokken instellingen was immers de directe aanleiding voor de Amerikaanse administratie om met inachtneming van het door de Gemeenschap aanvaarde stelsel van geschillenbeslechting van de WTO de vergeldingsmaatregel vast te stellen, zodat deze gedraging als de beslissende oorzaak van de schade moet worden beschouwd.

(cf. punten 177‑178, 183-185, 191)

5. Wat de schade betreft die ondernemers als gevolg van het handelen van de gemeenschapsinstellingen kunnen lijden, is schade abnormaal, indien deze de grenzen van het economische risico, verbonden aan de activiteiten in de betrokken sector, overschrijdt, en bijzonder, wanneer een bijzondere categorie van ondernemers daardoor onevenredig wordt getroffen in vergelijking met andere ondernemers.

Aangetoond is evenwel niet dat ondernemers die op de Amerikaanse markt accu’s verkopen, schade hebben geleden die de grenzen van de aan hun exportactiviteit verbonden risico’s te buiten gaat, als gevolg van de onverenigbaarheid met de overeenkomsten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van de gemeenschapsregeling voor de invoer van bananen, die voor de Amerikaanse administratie aanleiding is geweest om de tariefconcessies ten aanzien van de Gemeenschap in te trekken. De mogelijkheid dat tariefconcessies worden geschorst, een maatregel waarin in de WTO-overeenkomsten is voorzien, is namelijk één van de risico’s die inherent zijn aan het huidige internationale stelsel van handel. Dit risico loopt bijgevolg elke ondernemer die besluit zijn producten op de markt van een WTO-lid te verkopen.

Aangezien de door deze ondernemers geleden schade niet als abnormaal kan worden aangemerkt, moet hun schadevordering, die op de regeling inzake de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap zonder onrechtmatige gedraging van haar organen is gebaseerd, worden afgewezen.

(cf. punten 202‑203, 205, 211, 213)