Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Procedure - Inleidend verzoekschrift - Vormvereisten - Identificatie van voorwerp van geschil - Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen - Beroep tot vergoeding van door gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade

('s Hofs Statuut-EG, art. 19 en 46; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c)

2. Beroep tot schadevergoeding - Zelfstandig rechtsmiddel ten opzichte van beroep tot nietigverklaring - Beroep strekkende tot intrekking van definitief geworden individuele beschikking - Niet-ontvankelijkheid

[EG-Verdrag, art. 178 en 215, tweede alinea (thans art. 235 EG en 228, tweede alinea, EG)]

3. Associatie van landen en gebieden overzee - Uitvoering door Raad - Besluit 80/1186 - Programma's gefinancierd door Europees Ontwikkelingsfonds - Financieringsovereenkomst - Ontbreken van contractuele band tussen Commissie en verzoeker - Beroep tot schadevergoeding tegen Commissie - Aansprakelijkheid van Gemeenschap - Voorwaarden

[EG-Verdrag, art. 178 en 215, tweede alinea (thans art. 235 EG en 228, tweede alinea, EG); besluit 80/1186 van de Raad]

Samenvatting

$$1. Volgens artikel 19 van 's Hofs Statuut-EG, dat krachtens artikel 46, eerste alinea, van dit statuut van toepassing is op de procedure voor het Gerecht, en artikel 44, lid 1, sub c, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, moet het inleidend verzoekschrift onder meer het voorwerp van het geschil en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen bevatten. Om aan deze vereisten te voldoen moet een beroep tot vergoeding van de beweerdelijk door een gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade bevatten: de gegevens die het mogelijk maken te bepalen welke gedraging de verzoeker aan de instelling verwijt, de redenen waarom de verzoeker meent dat er tussen die gedraging en de gestelde schade een oorzakelijk verband bestaat, en de aard en de omvang van die schade.

( cf. punt 30 )

2. Het beroep tot schadevergoeding bedoeld in de artikelen 178 en 215, tweede alinea, van het Verdrag (thans de artikelen 235 EG en 288, tweede alinea, EG) is een zelfstandig rechtsmiddel met een eigen functie in het stelsel der beroepsmogelijkheden, zodat de niet-ontvankelijkheid van een beroep tot nietigverklaring in beginsel niet de niet-ontvankelijkheid meebrengt van een beroep tot vergoeding van schade die beweerdelijk is geleden als gevolg van de handeling waarvan de nietigverklaring zou kunnen worden gevorderd. Het is echter anders, wanneer het beroep tot schadevergoeding in werkelijkheid strekt tot intrekking van een definitief geworden individuele beschikking en dus misbruik van procedure oplevert.

( cf. punt 36 )

3. Hoewel er krachtens de overeenkomst tot financiering van een aanplantprogramma in het kader van de associatie van de landen en gebieden overzee, tussen de Commissie en de verzoeker, die een dergelijke plantage exploiteert, geen contractuele band bestaat, kan de Commissie krachtens artikel 215, tweede alinea, van het Verdrag (thans artikel 288, tweede alinea, EG) gehouden zijn de schade te vergoeden die derden hebben geleden ten gevolge van handelingen die zij in de uitoefening van haar functie heeft verricht. Voor de aansprakelijkheid van de Gemeenschap is echter vereist dat de verzoeker niet alleen de onrechtmatigheid van de aan de betrokken instelling verweten gedraging en het bestaan van schade bewijst, maar ook het bestaan van een oorzakelijk verband tussen de onrechtmatige gedraging en die schade, welke schade bovendien een voldoende rechtstreeks gevolg moet zijn van de verweten gedraging.

( cf. punten 47-49 )