Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Handelingen van de instellingen — Motivering — Verplichting — Omvang — EGKS-beschikking — (Art. 15 KS)

2. Procedure — Motivering van arresten — Draagwijdte

3. EGKS — Steun aan ijzer- en staalindustrie — Beschikking van Commissie — Beoordeling van wettigheid aan hand van gegevens die beschikbaar waren op ogenblik van vaststelling van beschikking — Verplichting van steunverlenende lidstaat en steunontvanger om met bekwame spoed alle relevante gegevens mee te delen — (Algemene beschikking nr. 3855/91, art. 6, lid 4)

4. Hogere voorziening — Middelen — Toetsing door Hof van beoordeling van bewijs — Uitgesloten, behoudens geval van verkeerde opvatting

Samenvatting

1. De door artikel 15 KS vereiste motivering moet beantwoorden aan de aard van de betrokken handeling en de redenering van de instelling die de handeling heeft verricht, duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking doen komen, opdat de belanghebbenden kennis kunnen nemen van de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel en de bevoegde rechter zijn toezicht kan uitoefenen. Het is niet noodzakelijk dat alle relevante gegevens feitelijk of rechtens in de motivering worden gespecificeerd, aangezien bij de vraag of de motivering van een handeling aan de vereisten van artikel 15 KS voldoet, niet alleen acht moet worden geslagen op de bewoordingen ervan, doch ook op de context en op het geheel van rechtsregels die de betrokken materie beheersen.

cf. punt 72

2. De op het Gerecht rustende verplichting om zijn beslissingen te motiveren houdt niet in, dat het op elk argument van de verzoeker in detail moet antwoorden, met name wanneer het argument niet voldoende duidelijk en nauwkeurig is en niet wordt gestaafd door een omstandig bewijs.

cf. punt 81

3. De wettigheid van een beschikking inzake staatssteun moet worden beoordeeld aan de hand van de gegevens waarover de Commissie kon beschikken op het ogenblik waarop zij haar beschikking gaf.

Een lidstaat kan de wettigheid van een dergelijke beschikking niet betwisten met een beroep op gegevens waarvan hij de Commissie gedurende de administratieve procedure niet in kennis heeft gesteld.

Aangezien aan de beslissing om de procedure van artikel 6, lid 4, van de vijfde staalsteuncode in te leiden een afdoend onderzoek van de Commissie voorafgaat, waarin de redenen worden uiteengezet waarom zij twijfelt aan de verenigbaarheid van de betrokken steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt, staat het aan de betrokken lidstaat en in voorkomend geval aan de begunstigde van de steun om het bewijs te leveren dat deze steun verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

cf. punt 86-88

4. Hoewel het alleen aan het Gerecht staat te beoordelen welke waarde moet worden gehecht aan de bewijselementen, is een middel ontleend aan een onjuiste opvatting van deze bewijselementen ontvankelijk in het kader van een hogere voorziening.

cf. punt 121