«Hogere voorziening – Overeenkomsten en onderling samenhangende gedragingen – Europese balkenproducenten»
|
||||
|
||||
(EGKS-Verdrag, art. 65, lid 1)
(EGKS-Verdrag, art. 65, lid 1; art. 81, lid 1, EG)
(Art. 32 quinquies, lid 1, KS; Statuut-EGKS van het Hof van Justitie, art. 51)
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
2 oktober 2003 (1)
„Hogere voorziening – Overeenkomsten en onderling samenhangende gedragingen – Europese balkenproducenten”
In zaak C-179/99 P,
Eurofer ASBL, gevestigd te Luxemburg (Luxemburg), vertegenwoordigd door N. Koch, Rechtsanwalt,rekwirante,
betreffende hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer ─ uitgebreid) van 11 maart 1999, Eurofer/Commissie (T-136/94, Jurispr. blz. II-263), strekkende tot vernietiging van dat arrest, andere partij bij de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen , vertegenwoordigd door J. Currall en W. Wils als gemachtigden, bijgestaan door H.-J. Freund, Rechtsanwalt, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verweerster in eerste aanleg, wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de pleidooien van partijen ter terechtzitting van 31 januari 2002,gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 26 september 2002,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
rechtdoende:
Wathelet |
Edward |
La Pergola |
Jann |
von Bahr |
|
De griffier |
De president van de Vijfde kamer |
R. Grass |
M. Wathelet |