1. Fiscale bepalingen - Harmonisatie van wetgevingen - Omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde - Mogelijkheid voor lidstaten, verlaagd tarief toe te passen op bepaalde leveringen van goederen en dienstverrichtingen - Vervoer van personen en bagage die dezen bij zich hebben - Begrip - Terbeschikkingstelling van wegeninfrastructuur tegen betaling van tol - Daarvan uitgesloten - Toepassing van verlaagd tarief op tol voor wegeninfrastructuur - Ontoelaatbaarheid
(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 12, lid 3, sub a, en bijlage H, categorie 5)
2. Beroep wegens niet-nakoming - Objectief karakter
[EG-Verdrag, art. 169 (thans, na wijziging, art. 226 EG)]
3. Lidstaten - Verplichtingen - Niet-nakoming - Rechtvaardiging - Beginsel van bescherming van gewettigd vertrouwen - Beroep op dit beginsel door lidstaat om vaststelling van niet-nakoming te verhinderen - Ontoelaatbaarheid
[EG-Verdrag, art. 169 (thans, na wijziging, art. 226 EG)]
1. Uit artikel 12, lid 3, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting blijkt dat de toepassing van een of twee verlaagde tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde een aan de lidstaten toegekende mogelijkheid is in afwijking van het beginsel volgens hetwelk het normale tarief toepasselijk is. Bovendien kunnen de verlaagde tarieven ingevolge deze bepaling uitsluitend op de in bijlage H genoemde categorieën goederen en diensten worden toegepast.
Hieruit volgt dat het begrip werkzaamheid bestaande in vervoer van personen en de bagage die zij bij zich hebben" in bijlage H, categorie 5, van de Zesde richtlijn, als afwijking op het beginsel dat het normale tarief van toepassing is, strikt en volgens de gebruikelijke betekenis van de gebruikte bewoordingen moet worden uitgelegd. Het ter beschikking van de gebruikers stellen van een wegeninfrastructuur tegen betaling van tol bestaat niet in het verschaffen van een vervoermiddel, maar houdt in dat de weggebruikers die over een voertuig beschikken, in staat worden gesteld in de beste omstandigheden een traject af te leggen. Deze werkzaamheid kan bijgevolg niet worden gelijkgesteld met een werkzaamheid bestaande in het vervoer van personen en de bagage die deze bij zich hebben in de zin van bijlage H, categorie 5, van de Zesde richtlijn.
Een lidstaat die een verlaagd BTW-tarief toepast op de dienstverrichting bestaande in het tegen betaling van tol ter beschikking van de gebruikers stellen van wegeninfrastructuur, komt de verplichtingen niet na die op hem rusten krachtens artikel 12, lid 3, sub a, van de Zesde richtlijn.
( cf. punten 17-21 en dictum )
2. In het kader van de procedure wegens niet-nakoming kan de exacte inhoud van de verplichtingen van de lidstaten in geval van onenigheid over de uitlegging worden bepaald. Deze procedure berust op de objectieve vaststelling van de niet-nakoming door een lidstaat van de krachtens het Verdrag of een handeling van afgeleid recht op hem rustende verplichtingen.
( cf. punt 23 )
3. Het vertrouwensbeginsel, dat het rechtstreekse uitvloeisel is van het rechtszekerheidsbeginsel en in de regel wordt aangevoerd door particulieren (marktdeelnemers) bij wie de overheid een gewettigd vertrouwen heeft opgewekt, kan niet door een lidstaat wegens de duur van de door de Commissie tegen andere lidstaten ingeleide niet-nakomingsprocedures worden ingeroepen om de objectieve vaststelling van de niet-nakoming van de krachtens het Verdrag of een handeling van afgeleid recht op hem rustende verplichtingen te verhinderen, aangezien aanvaarding van deze rechtvaardigingsgrond zou indruisen tegen het doel van de procedure van artikel 169 van het Verdrag (thans artikel 226 EG).
( cf. punten 24-25 )