1. Steunmaatregelen van de staten - Voorgenomen steunmaatregelen - Onderzoek door Commissie - Vooronderzoek en contradictoire procedure - Verenigbaarheid van steunmaatregel met gemeenschappelijke markt - Moeilijkheden bij beoordeling - Verplichting van Commissie, contradictoire procedure in te leiden - Begrip - Ernstige moeilijkheden - Objectief karakter
[EG-Verdrag, art. 93, leden 2 en 3 (thans art. 88, leden 2 en 3, EG)]
2. Steunmaatregelen van de staten - Verbod - Afwijkingen - Steun die in aanmerking komt voor afwijking van artikel 92, lid 3, sub c, van Verdrag (thans, na wijziging, artikel 87, lid 3, sub c, EG) - Beoordeling of herstructureringsplan levensvatbaarheid op lange termijn van onderneming binnen redelijk tijdsbestek kan herstellen
[EG-Verdrag, art. 92, lid 3, sub c (thans, na wijziging, art. 87, lid 3, sub c, EG)]
3. Steunmaatregelen van de staten - Voorgenomen steunmaatregelen - Onderzoek door Commissie - Vooronderzoek en contradictoire procedure - Verenigbaarheid van steunmaatregel met gemeenschappelijke markt - Moeilijkheden bij beoordeling - Verplichting van Commissie, contradictoire procedure in te leiden - Onderzoek van maatregelen dat aanzienlijk meer tijd in beslag neemt dan normalerwijs voor eerste onderzoek nodig is - Verzoek om bijkomende inlichtingen aan aanmeldende staat - Aanwijzingen van ernstige moeilijkheden
[EG-Verdrag, art. 93, leden 2 en 3 (thans art. 88, leden 2 en 3, EG)]
1. De procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag (thans artikel 88, lid 2, EG) is onontbeerlijk wanneer de Commissie op ernstige moeilijkheden stuit bij de beoordeling van de verenigbaarheid van een steunmaatregel met de gemeenschappelijke markt. De Commissie kan zich dus slechts tot de inleidende fase van artikel 93, lid 3, van het Verdrag beperken en zich in positieve zin uitspreken over een aangemelde overheidsmaatregel, indien zij na een eerste onderzoek tot de conclusie komt, dat deze maatregel niet als steun in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 87, lid 1, EG) kan worden aangemerkt, of dat het gaat om een steunmaatregel die verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Is de Commissie na dit eerste onderzoek echter tot de tegenovergestelde conclusie gekomen, of heeft zij geen oplossing gevonden voor de bij de beoordeling van de betrokken maatregel gerezen moeilijkheden, dan moet de instelling alle nodige informatie inwinnen en daartoe de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag openen. Het staat aan de Commissie om op grond van de feitelijke en juridische gegevens van de zaak te beslissen, of de problemen waarmee de beoordeling van de verenigbaarheid van de steunmaatregel is gepaard gegaan, de inleiding van die procedure noodzakelijk maken.
Bij deze beoordeling moet aan drie criteria worden voldaan. In de eerste plaats beperkt artikel 93 van het Verdrag de bevoegdheid van de Commissie om zich aan het einde van de inleidende fase uit te spreken over de verenigbaarheid van een steunmaatregel met de gemeenschappelijke markt, tot de maatregelen die geen ernstige moeilijkheden doen rijzen, zodat dit criterium andere overwegingen uitsluit. De Commissie kan dus niet weigeren de formele onderzoeksprocedure te openen met een beroep op andere omstandigheden zoals het belang van derden, overwegingen van proceseconomie of eender welke andere administratieve opportuniteitsoverweging. In de tweede plaats is de Commissie bij ernstige moeilijkheden gehouden de formele procedure te openen en beschikt zij daartoe niet over een discretionaire bevoegdheid. Hoewel haar bevoegdheid om deze procedure in te leiden een gebonden bevoegdheid is, beschikt de Commissie toch over een bepaalde beoordelingsmarge om de omstandigheden van de zaak vast te stellen en te onderzoeken, om uit te maken of zij ernstige moeilijkheden doen rijzen. Overeenkomstig het oogmerk van artikel 93, lid 3, van het Verdrag en de op haar rustende verplichting van behoorlijk bestuur kan de Commissie met name contact opnemen met de aanmeldende staat of met derden om de eventueel gerezen ernstige moeilijkheden in de loop van de inleidende fase op te lossen. In de derde plaats is het begrip ernstige moeilijkheden een objectief begrip. Of dergelijke moeilijkheden zich hebben voorgedaan, moet zowel aan de hand van de omstandigheden waarin de bestreden handeling is vastgesteld, als aan de hand van de inhoud ervan objectief worden beoordeeld, waarbij de motivering van de beschikking moet worden gerelateerd aan de gegevens waarover de Commissie beschikte toen zij zich uitsprak over de verenigbaarheid van de omstreden steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt Daaruit volgt dat de wettigheidstoetsing door de gemeenschapsrechter inzake het bestaan van ernstige moeilijkheden uiteraard verder gaat dan het vaststellen van een kennelijke beoordelingsfout.
( cf. punten 42-45, 47 )
2. Steunmaatregelen aan bedrijven in moeilijkheden kunnen slechts verenigbaar met artikel 92, lid 3, sub c, van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 87, lid 3, sub c, EG) worden verklaard, indien zij gepaard gaan met een herstructureringsplan, gericht op een vermindering en heroriƫntatie van hun bedrijvigheid. Om te voorkomen dat bezwaren zouden rijzen tegen het steunvoornemen zonder dat de formele onderzoeksprocedure wordt geopend, moet de Commissie noodzakelijkerwijs in staat zijn om te beoordelen, of het herstructureringsplan de levensvatbaarheid op lange termijn van de onderneming kan herstellen binnen een redelijk tijdsbestek en op grond van realistische veronderstellingen inzake de omstandigheden waaronder deze in de toekomst zal functioneren.
( cf. punten 70-71 )
3. Een aanzienlijk langer tijdsverloop dan normalerwijs nodig is voor een eerste onderzoek in het kader van de bepalingen van artikel 93, lid 3, van het Verdrag (thans artikel 88, lid 3, EG), kan, samen met andere elementen, tot de vaststelling nopen dat de Commissie ernstige beoordelingsmoeilijkheden ondervond zodat de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag moest worden geopend.
In het bijzonder kan de langere duur van de procedure doordat de betrokken lidstaat blijk geeft van weinig bereidwilligheid om de Commissie ondanks haar herhaalde verzoeken de nodige inlichtingen te verstrekken, naar haar aard wijzen op het bestaan van ernstige moeilijkheden, zonder dat de Commissie zich kan beroepen op het feit dat de aanmeldende staat daarvoor verantwoordelijk is. Zou die mogelijkheid worden aanvaard, dan zouden belanghebbende derden namelijk de hun bij artikel 93, lid 2, van het Verdrag geboden procedurele waarborgen verliezen, doordat enerzijds de Commissie zich zou kunnen beroepen op de handelwijze of het verzuim van de aanmeldende staat om geen toepassing te moeten maken van artikel 93, lid 3, van het Verdrag, dat haar verplicht de formele onderzoeksprocedure te openen, en anderzijds de lidstaat zich zou kunnen onttrekken aan zijn verplichting tot loyale samenwerking.
( cf. punten 93, 98, 100 )