Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

Fiscale bepalingen Harmonisatie van wetgevingen Omzetbelasting Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde Bevoegdheid van lidstaten om als overgangsmaatregel verlaagd tarief toe te passen Toepassing van verlaagd tarief van 2,1 % alleen op voor vergoeding door sociale zekerheid in aanmerking komende geneesmiddelen en van 5,5 % op andere geneesmiddelen Toelaatbaarheid Inachtneming van bij artikel 28, lid 2, sub a, van Zesde richtlijn gestelde voorwaarden

(Richtlijnen van de Raad 67/228, art. 17, laatste streepje, en 77/388, art. 12, lid 3, sub a, en 28, lid 2, sub a)

Samenvatting

$$Door een regeling betreffende de belasting over de toegevoegde waarde in te stellen en te handhaven volgens welke op de voor vergoeding door de sociale zekerheid in aanmerking komende geneesmiddelen het tarief van 2,1 % wordt toegepast, terwijl voor de andere geneesmiddelen het verlaagde tarief van 5,5 % geldt, is een lidstaat de verplichtingen nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 12 van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting.

Het tarief van de omzetbelasting van 2,1 %, dat lager ligt dan het bij artikel 12, lid 3, sub a, van de Zesde richtlijn vastgestelde minimumtarief van 5 %, is immers gerechtvaardigd op grond van artikel 28, lid 2, sub a, daarvan voorzover dat tarief vóór 1 januari 1991 bestond, in overeenstemming is met het gemeenschapsrecht in die zin dat dit tarief het aan het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde inherente beginsel van fiscale neutraliteit niet schendt aangezien de voor vergoeding in aanmerking komende geneesmiddelen en de geneesmiddelen die daarvoor niet in aanmerking komen, geen soortgelijke producten zijn die met elkaar concurreren, en voldoet aan de criteria van artikel 17, laatste streepje, van de Tweede richtlijn omdat de toepassing van het verlaagde tarief op voor vergoeding in aanmerking komende geneesmiddelen enerzijds kennelijk een sociaal belang heeft voorzover het automatisch een verlichting van de lasten van de sociale zekerheid meebrengt, en anderzijds ten gunste komt van de eindverbruiker die minder moet uitgeven voor gezondheidszorg.

( cf. punten 21, 25, 32-33 )