61997B0596

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 24 juni 1998. - Dalmine SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Beroep tot nietigverklaring - Mededingingsrecht - Beschikking houdende verzoek om inlichtingen - Dwangsommen - Kennisgeving - Kennelijke niet-ontvankelijkheid. - Zaak T-596/97.

Jurisprudentie 1998 bladzijde II-02383


Samenvatting

Trefwoorden


1 Beroep tot nietigverklaring - Voor beroep vatbare handelingen - Begrip - Handelingen die bindende rechtsgevolgen in het leven roepen - Beschikking waarbij dwangsom wordt opgelegd, en beschikking waarbij bedrag ervan definitief wordt bepaald - Onderscheid

(EG-Verdrag, art. 173; verordening nr. 17 van de Raad, art. 16, lid 1)

2 Beroep tot nietigverklaring - Procesbelang - Beroep tegen beschikking die tot meerdere adressaten is gericht, doch waarin slechts adres van één hunner als adres van kennisgeving wordt vermeld - Onregelmatigheid van kennisgeving gesteld door adressaat die kennisgeving heeft ontvangen - Niet-ontvankelijkheid

(EG-Verdrag, art. 173)

Samenvatting


3 Als handelingen of besluiten die vatbaar zijn voor beroep tot nietigverklaring in de zin van artikel 173 van het Verdrag, zijn te beschouwen maatregelen die bindende rechtsgevolgen in het leven roepen, welke de belangen van de verzoeker kunnen aantasten doordat zij diens rechtspositie aanmerkelijk wijzigen.

De in artikel 16, lid 1, van verordening nr. 17 bedoelde beschikking, waarbij een dwangsom wordt vastgesteld ten belope van een bepaald aantal rekeneenheden voor elke dag waarmee de in de beschikking gestelde termijn wordt overschreden, brengt geen bindende rechtsgevolgen teweeg en is derhalve geen voor beroep vatbare handeling. Zij brengt evenmin rechtsgevolgen teweeg voor zover zij de verzoeker hoofdelijk aansprakelijk stelt voor de aan andere adressaten opgelegde dwangsommen. De beschikking vertegenwoordigt immers slechts een fase in de procedure, aan het einde waarvan de Commissie in voorkomend geval een beschikking geeft waarbij het totale bedrag van de dwangsom definitief wordt bepaald en die dus een executoriale titel vormt. Maar alvorens deze laatste beschikking vast te stellen, dient de Commissie aan bepaalde formele verplichtingen te voldoen.

4 Wanneer een beschikking met meerdere adressaten het adres van slechts één hunner als adres van kennisgeving vermeldt, heeft de adressaat die deze kennisgeving heeft ontvangen, er geen belang bij, tegen eventuele onregelmatigheden ervan op te komen, aangezien hij niet verplicht is de beschikking aan de andere adressaten door te zenden, en de beschikking, ware de kennisgeving als onregelmatig te beschouwen, ten aanzien van laatstgenoemden eenvoudig geen werking kan verkrijgen.

De vraag of bij een dergelijke kennisgeving onregelmatigheden zijn begaan, zou enkel ter zake dienen wanneer moest worden bepaald of de beschikking op geldige wijze ter kennis van de andere adressaten is gebracht, en zo ja, wanneer de term begint waarbinnen deze krachtens artikel 173 van het Verdrag beroep tegen de beschikking kunnen instellen.