Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Beroep tot nietigverklaring - Procesbelang - Strekking van beroep - Beroep tegen gehele verordening tot uitbreiding van antidumpingrecht - Bepalingen van dergelijke verordening onlosmakelijk met elkaar verbonden - Ontvankelijkheid

[EG-Verdrag, art. 173 (thans, na wijziging, artikel 230 EG)]

2. Beroep tot nietigverklaring - Natuurlijke of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken - Verordening tot uitbreiding van antidumpingrecht

[EG-Verdrag, art. 173, vierde alinea (thans, na wijziging, artikel 230, vierde alinea, EG)]

3. Beroep tot nietigverklaring - Natuurlijke of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken - Verordening tot uitbreiding van antidumpingrecht - Importeur-tussenpersoon die pas is opgetreden na verstrijken van door verordening tot opening van onderzoek gestelde termijn

[EG-Verdrag, art. 173, vierde alinea (thans, na wijziging, artikel 230, vierde alinea, EG)]

4. Beroep tot nietigverklaring - Natuurlijke of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken - Verordening tot uitbreiding van antidumpingrecht die voorziet in invoering van regeling voor vrijstelling van uitgebreid recht, en verordening tot vrijstelling van uitgebreid recht - Daarvan uitgesloten

[EG-Verdrag, art. 173, vierde alinea (thans, na wijziging, artikel 230, vierde alinea, EG)]

Samenvatting

1. Indien alleen de bepaling van een verordening waarbij een antidumpingrecht wordt uitgebreid, nietig werd verklaard, zou zulks de verordening tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht tot de importeurs van soortgelijke producten of delen daarvan, geheel van haar inhoud ontdoen. De andere elementen van het dispositief van die verordening hebben namelijk uitsluitend betrekking op de toepassing van die bepaling, met name de mogelijkheid om van het uitgebreide recht te worden vrijgesteld; zij kunnen daar derhalve niet los van worden gezien. Een beroep tot nietigverklaring van de gehele verordening is derhalve niet niet-ontvankelijk.

( cf. punt 35 )

2. Een marktdeelnemer wordt door een verordening tot uitbreiding van een definitief antidumpingrecht tot de invoer van soortgelijke producten of delen daarvan, rechtstreeks geraakt in de zin van artikel 173, vierde alinea, van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 230, vierde alinea, EG), aangezien de douaneautoriteiten van de lidstaten verplicht zijn om het bij die verordening tot de invoer van die producten uitgebreide antidumpingrecht te innen, zonder dat zij daarbij enigerlei beoordelingsvrijheid hebben.

Wat het vereiste van het individueel worden geraakt betreft, heeft een verordening tot uitbreiding van een antidumpingrecht alleen tot gevolg dat de werkingssfeer van de oorspronkelijke verordening wordt uitgebreid tot de invoer van soortgelijke producten of delen daarvan, zodat die verordening voor de aan het aldus uitgebreide recht onderworpen ondernemingen dezelfde rechtsgevolgen heeft als een verordening tot instelling van een definitief recht voor de aan dat recht onderworpen ondernemingen. Daaruit volgt dat een marktdeelnemer op grond van de enkele omstandigheid dat hij een recht moet betalen krachtens een verordening tot uitbreiding van een antidumpingrecht, wat de ontvankelijkheid van zijn beroep tot nietigverklaring betreft, niet in een andere rechtssituatie verkeert dan de importeurs die zijn onderworpen aan een verordening tot instelling van een definitief antidumpingrecht.

( cf. punten 49-53 )

3. Een importeur-tussenpersoon die ondanks een uitnodiging om deel te nemen aan een onderzoek naar de ontwijking van antidumpingmaatregelen slechts aan dat onderzoek deelneemt na het verstrijken van de in de verordening tot opening van het onderzoek gestelde termijn, kan zich niet op de beginselen van het arrest van 11 juli 1996, Sinochem Heilongjiang/Raad, T-161/94, beroepen om te stellen dat hij wegens zijn deelneming aan het onderzoek individueel wordt geraakt door de uitbreidingsverordening die de Raad na het onderzoek heeft vastgesteld.

( cf. punten 57-62 )

4. Evenals de bepalingen van een verordening tot uitbreiding van een antidumpingrecht tot de invoer van bepaalde onderdelen van de betrokken producten en tot invoering van een regeling voor vrijstelling van het uitgebreide recht, raakt de vrijstellingsverordening een importeur-tussenpersoon van die producten niet uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie die hem karakteriseert ten opzichte van alle andere personen, doch uitsluitend uit hoofde van zijn objectieve hoedanigheid van importeur-tussenpersoon, op gelijke wijze als alle andere marktdeelnemers die zich daadwerkelijk of potentieel in een gelijke situatie bevinden. Een dergelijke verordening is ten aanzien van die importeur-tussenpersoon dus een handeling van algemene strekking en geen beschikking in de zin van artikel 173, vierde alinea, van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 230, vierde alinea, EG).

( cf. punten 67, 69, 78 )