61997O0239

Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 7 mei 1998. - Ierland tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Ontvankelijkheid - Beroepstermijn - Toeval - Overmacht. - Zaak C-239/97.

Jurisprudentie 1998 bladzijde I-02655


Samenvatting

Trefwoorden


Procedure - Beroepstermijnen - Verval van instantie - Toeval of overmacht

('s Hofs Statuut-EG, art. 42, tweede alinea)

Samenvatting


Van de toepassing van de gemeenschapsregeling inzake procestermijnen kan slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen van toeval of overmacht in de zin van artikel 42, tweede alinea, van 's Hofs Statuut-EG worden afgeweken, aangezien de strikte toepassing van deze regels vereist is ter wille van de rechtszekerheid en de noodzaak om elke discriminatie of willekeurige behandeling bij de rechtsbedeling te vermijden.

Indien de tardiviteit van een beroep tot nietigverklaring is veroorzaakt door een uitzonderlijke storing in het postverkeer, is er geen sprake van omstandigheden in de voormelde zin, wanneer de verzoeker het verzoekschrift, zij het per expressedienst, pas de dag voor het verstrijken van de gestelde termijn heeft verzonden, terwijl hij over een termijn wegens afstand van tien dagen beschikte, berekend op basis van de normaal voor de postbezorging benodigde tijd en rekening houdend met eventuele problemen bij de posterijen.