Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 EG-Verdrag - Verstrijken van termijn voor totstandbrenging van interne markt - Gevolgen - Verplichting voor lidstaten om personencontroles aan binnengrenzen van Gemeenschap af te schaffen - Geen verplichting bij ontbreken van wetgevend handelen van Raad

[EG-Verdrag, artikel 7 A (thans, na wijziging, artikel 14 EG)]

2 Burgerschap van Europese Unie - Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven - Uitoefening, bij gebreke van gemeenschappelijke of geharmoniseerde regels, onderworpen aan bewijs van bezit van nationaliteit van lidstaat

[EG-Verdrag, artikel 8 A (thans, na wijziging, artikel 18 EG)]

3 Burgerschap van Europese Unie - Vereiste van bewijs van nationaliteit bij overschrijding van binnengrenzen van Gemeenschap - Toelaatbaarheid bij gebreke van gemeenschappelijke of geharmoniseerde regels inzake overschrijding van buitengrenzen - Straffen op niet-inachtneming - Voorwaarden voor toelaatbaarheid

[EG-Verdrag, artikelen 7 A en 8 A (thans, na wijziging, artikelen 14 EG en 18 EG)]

Samenvatting

1 Artikel 7 A van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 14 EG), volgens hetwelk de Gemeenschap de maatregelen vaststelt die ertoe bestemd zijn de interne markt vóór 31 december 1992 geleidelijk tot stand te brengen, kan niet aldus worden uitgelegd, dat wanneer de Raad vóór die datum geen maatregelen heeft vastgesteld die de lidstaten verplichten de personencontroles aan de binnengrenzen van de Gemeenschap af te schaffen, die verplichting automatisch bij het verstrijken van die termijn ontstaat.

Een dergelijke verplichting onderstelt immers de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het externe grensverkeer van de Gemeenschap, het immigratie- en visumbeleid, de asielverlening, en de informatie-uitwisseling over deze zaken.

2 De uitoefening van de door artikel 8 A van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 18 EG) aan de burgers van de Unie toegekende rechten om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onderstelt, zolang geen gemeenschapsregels inzake de controles aan de buitengrenzen van de Gemeenschap zijn vastgesteld die ook gemeenschappelijke of geharmoniseerde regels inzake, onder meer, voorwaarden voor toegang, visa- en asielverlening omvatten, dat de betrokkenen aannemelijk weten te maken dat zij de nationaliteit van een lidstaat bezitten.

3 Daar er geen gemeenschappelijke of geharmoniseerde nationale regels bestaan inzake, onder meer, de controles aan de buitengrenzen, het immigratie- en visumbeleid en de asielverlening, staat artikel 7 A noch artikel 8 A EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikelen 14 EG en 18 EG) eraan in de weg, dat een lidstaat een persoon, al dan niet burger van de Europese Unie, onder strafbedreiging verplicht zijn nationaliteit bij zijn binnenkomst in die lidstaat via een binnengrens van de Gemeenschap aannemelijk te maken, mits de straffen vergelijkbaar zijn met die welke van toepassing zijn op soortgelijke nationale overtredingen, en niet onevenredig zijn en daardoor een belemmering van het vrije verkeer van personen opleveren.