Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Landbouw - Harmonisatie van wetgevingen - Richtlijnen 77/504 en 87/328 betreffende toelating van raszuivere fokrunderen tot voortplanting teneinde zoötechnische belemmeringen van vrij verkeer van rundersperma weg te nemen - Vereiste van vergunning voor distribueren en inbrengen van ingevoerd sperma - Toelaatbaarheid, ook in licht van artikel 30 van Verdrag - Voorwaarde - Vereiste gesteld met oog op controles die niet in geharmoniseerde stelsel zijn geregeld - Ontoelaatbaarheid

(EG-Verdrag, art. 30; richtlijnen van de Raad 77/504 en 87/328, art. 2, lid 1)

2 Landbouw - Harmonisatie van wetgevingen - Richtlijnen 77/504 en 87/328 betreffende toelating van raszuivere fokrunderen tot voortplanting teneinde zoötechnische belemmeringen van vrij verkeer van rundersperma weg te nemen - Verbod van of vergunningsvereiste voor gebruik van sperma van stieren die in andere lidstaat tot kunstmatige inseminatie zijn toegelaten - Weigering gebaseerd op redenen die verband houden met aan betrokken ras verbonden eigenschappen - Ontoelaatbaarheid - Considerans van richtlijn 87/328 welke dergelijke regeling niet toestaat

(Richtlijnen van de Raad 87/328, art. 2, lid 1, en 91/174; beschikking 86/130 van de Commissie)

Samenvatting

1 Artikel 2, lid 1, van richtlijn 87/328 betreffende de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting, verzet zich niet tegen een nationale regeling die een vergunning vereist voor het distribueren en het inbrengen van sperma van raszuivere fokrunderen, dat uit een andere lidstaat afkomstig is, voor zover die vergunning slechts tot doel heeft, te waarborgen dat de houder ervan over de nodige vakbekwaamheid beschikt voor de bedoelde verrichting. Een dergelijke regeling valt overigens niet binnen de werkingssfeer van artikel 30 van het Verdrag.

Het vereiste van een vergunning voor inseminatieverrichtingen kan daarentegen slechts dienen om controle op de genetische kwaliteit van fokdieren uit te oefenen op een wijze die niet wordt geregeld door genoemde richtlijn of door richtlijn 77/504, aangezien bij die richtlijnen de voorwaarden voor toelating van raszuivere fokrunderen en hun sperma tot de voortplanting zijn geharmoniseerd teneinde de zoötechnische belemmeringen van het vrije verkeer van rundersperma weg te nemen, zodat elk vereiste dat tot doel of tot gevolg heeft dat de invoer van sperma van runderen wordt gecontroleerd of geverifieerd op grond van zoötechnische of genealogische overwegingen, slechts in overeenstemming met deze richtlijnen zou kunnen worden vastgesteld.

2 Aangezien de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het intracommunautaire handelsverkeer van rundersperma in het kader van de richtlijnen 87/328 en 91/174 volledig zijn geharmoniseerd, verzet artikel 2, lid 1, van richtlijn 87/328 zich ertegen, dat een nationale wettelijke regeling die het gebruik, op het grondgebied van die lidstaat, van sperma van stieren van het ras Belgian Blue verbiedt of daarvoor een vergunning vereist, wanneer die stieren in een andere lidstaat tot de kunstmatige inseminatie zijn toegelaten op basis van tests welke zijn uitgevoerd overeenkomstig beschikking 86/130 houdende vaststelling van methoden inzake prestatieonderzoek en van methoden voor de beoordeling van de genetische waarde van raszuivere fokrunderen.

Meer in het bijzonder mag een nationale instantie het gebruik van het sperma van dit ras niet verbieden op grond dat dit ras drager zou zijn van het spierhypertrofie-gen of het gebruik van het sperma voor de dieren lijden zou kunnen veroorzaken of hun natuurlijk gedrag zou kunnen beïnvloeden, dan wel op grond dat het ras door die nationale instantie als drager van genetische gebreken wordt beschouwd, want de genetische bijzonderheden en genetische gebreken van een dier kunnen slechts worden gedefinieerd in de lidstaat waarin het runderras door een voor het bepalen van die kenmerken erkende organisatie tot de kunstmatige inseminatie is toegelaten, in overeenstemming met de fokkerij-organisaties of -verenigingen die stamboeken van raszuivere fokrunderen bijhouden.

Een dergelijke regeling kan ook niet worden toegestaan op grond van de considerans van richtlijn 87/328, omdat de considerans van een gemeenschapshandeling geen bindende rechtskracht heeft en niet kan worden aangevoerd om van de bepalingen zelf van die handeling af te wijken, en overigens uit de betrokken tekst niet blijkt van enige tegenspraak met de bepalingen zelf van de richtlijn.