Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Beroep wegens nalaten - Natuurlijke of rechtspersonen - Nalaten dat voor beroep vatbaar is - Nalaten van Commissie om standpunt te bepalen met betrekking tot klacht betreffende inbreuk op mededingingsregels en nalaten om althans aan indiener van klacht voorlopige mededeling uit hoofde van artikel 6 van verordening nr. 99/63 te doen toekomen

(EG-Verdrag, art. 175; verordening nr. 99/63 van de Commissie, art. 6)

2 Beroep wegens nalaten - Ingebrekestelling van instelling - Standpuntbepaling in zin van artikel 175, tweede alinea, van Verdrag - Begrip - Brief, uit hoofde van artikel 6 van verordening nr. 99/63 toegezonden aan indiener van klacht betreffende inbreuk op mededingingsregels - Verzending in loop van geding - Verdwijning van voorwerp van beroep - Afdoening zonder beslissing

(EG-Verdrag, art. 175, tweede alinea; verordening nr. 99/63 van de Commissie, art. 6)

3 Procedure - Inleidend verzoekschrift - Vormvereisten - Identificatie van voorwerp van geschil - Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen - Beroep tot vergoeding van door gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade

('s Hofs Statuut-EG, art. 19; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c)

Samenvatting

4 De indiener van een klacht krachtens artikel 3 van verordening nr. 17, waarbij een schending van de mededingingsregels van het Verdrag aan de kaak wordt gesteld, heeft, wanneer na de indiening van zijn klacht een redelijke termijn is verstreken, recht op een standpuntbepaling van de Commissie en, op zijn minst, op een voorlopige mededeling uit hoofde van artikel 6 van verordening nr. 99/63, zodat hij, indien hem, ondanks een aanmaning, zelfs geen dergelijke mededeling wordt toegezonden, ontvankelijk is tot het instellen van een beroep wegens nalaten.

5 Een aan de indiener van een klacht wegens schending van de communautaire mededingingsregels gerichte brief van de Commissie, die aan de voorwaarden van artikel 6 van verordening nr. 99/63 voldoet, vormt een standpuntbepaling in de zin van artikel 175, tweede alinea, van het Verdrag. Een dergelijke brief maakt, zelfs indien hij in de loop van het geding is verzonden, een einde aan het stilzitten van de Commissie en berooft het tegen haar ingestelde beroep wegens nalaten van zijn voorwerp.

6 Volgens artikel 19 van 's Hofs Statuut en artikel 44, lid 1, sub c, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht moet elk verzoekschrift het voorwerp van het geschil en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen bevatten. Deze aanduiding moet voldoende duidelijk en nauwkeurig zijn om de verweerder in staat te stellen zijn verweer voor te bereiden, en om het Gerecht in staat te stellen, in voorkomend geval zonder nadere gegevens, uitspraak te doen op het beroep. Om de rechtszekerheid en een goede rechtsbedeling te waarborgen, wordt voor de ontvankelijkheid van een beroep geƫist, dat de wezenlijke elementen, feitelijk en rechtens, waarop het beroep is gebaseerd, op zijn minst summier, maar coherent en begrijpelijk zijn weergegeven in de tekst van het verzoekschrift zelf.

Om aan deze vereisten te voldoen, moet een beroep tot vergoeding van de door een gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade bevatten: de gegevens die het mogelijk maken te bepalen welke gedraging de verzoeker aan de instelling verwijt, de redenen waarom de verzoeker meent dat er tussen die gedraging en de gestelde schade een oorzakelijk verband bestaat, en de aard en de omvang van die schade.