Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Sociale politiek - Mannelijke en vrouwelijke werknemers - Gelijke beloning - Sancties op overtreding van discriminatieverbod - Nationale procedurevoorschriften - Inachtneming van beginsel van doeltreffendheid van gemeenschapsrecht - Mogelijkheid om aan werknemer nationale wettelijke regeling tegen te werpen, welke aanspraak op achterstallige beloning of schadevergoeding beperkt - Ontoelaatbaarheid in concreet geval

(EG-Verdrag, art. 119; richtlijn 75/117 van de Raad)

2 Sociale politiek - Mannelijke en vrouwelijke werknemers - Gelijke beloning - Sancties op overtreding van discriminatieverbod - Nationale procedurevoorschriften - Inachtneming van beginsel van gelijkwaardigheid van voorwaarden voor verkrijging van achterstallige beloning of schadevergoeding met voorwaarden welke voor soortgelijke nationale vorderingen gelden - Beoordeling door nationale rechter

(EG-Verdrag, art. 119; richtlijn 75/117 van de Raad)

Samenvatting

1 Het gemeenschapsrecht staat in de weg aan de toepassing van een bepaling van nationaal recht die de periode waarover een werknemer aanspraak kan maken op achterstallige beloning of schadevergoeding wegens schending van het beginsel van gelijke beloning, beperkt tot twee jaar vóór de datum waarop de procedure aanhangig is gemaakt, welke periode van twee jaar niet kan worden verlengd, terwijl de vordering niet eerder kon worden ingediend doordat de werkgever de betrokkene opzettelijk onjuist had ingelicht over de hoogte van de beloning van werknemers van het andere geslacht die soortgelijke arbeid verrichtten.

Indien een werkgever wiens bedrog de reden is geweest dat zijn werknemer zijn vordering tot toepassing van het beginsel van gelijke beloning met vertraging heeft ingesteld, zich zou mogen beroepen op een nationale bepaling die de periode waarover een werknemer aanspraak kan maken op achterstallige beloning of schadevergoeding wegens schending van het beginsel van gelijke beloning, beperkt tot twee jaar vóór de datum waarop de procedure aanhangig is gemaakt, zou dit duidelijk onverenigbaar zijn met het effectiviteitsbeginsel. Toepassing van deze bepaling maakt het namelijk in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk om achterstallige beloning wegens discriminatie op grond van geslacht te vorderen. De werknemer kan in die omstandigheden immers niet weten, of, en zo ja, in hoeverre hij het slachtoffer is van discriminatie. De werkgever zou dan met een beroep op de nationale bepaling zijn werknemer de mogelijkheid kunnen ontnemen het beroep in rechte in te stellen dat in richtlijn 75/117 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der lidstaten inzake de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, is voorzien ter eerbiediging van het beginsel van gelijke beloning.

2 Het gemeenschapsrecht staat in de weg aan de toepassing van een bepaling van nationaal recht die de periode waarover een werknemer aanspraak kan maken op achterstallige beloning of schadevergoeding wegens schending van het beginsel van gelijke beloning, beperkt tot twee jaar vóór de datum waarop de procedure aanhangig is gemaakt, zelfs wanneer er een andere rechtsgang voorhanden is, indien voor die rechtsgang procesregels of andere voorwaarden gelden die minder gunstig zijn dan voor nationale vorderingen die als soortgelijke vorderingen kunnen worden beschouwd. Het is de taak van de nationale rechter, te beoordelen of dit het geval is.