61995B0151

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 30 september 1997. - Instituto Europeu de Formação Profissional Ldª tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Europees Sociaal Fonds - Vermindering van financiële bijstand - Beroep tot nietigverklaring - Termijn - Niet-ontvankelijkheid. - Zaak T-151/95.

Jurisprudentie 1997 bladzijde II-01541


Samenvatting

Trefwoorden


1 Sociale politiek - Europees Sociaal Fonds - Bijstand in financiering van beroepsopleidingsacties - Vermindering van aanvankelijk toegekende bijstand - Uitsluitende bevoegdheid van Commissie - Subrogatie van Lid-Staten in rechten van Gemeenschap, als bedoeld in artikel 6, lid 2, van verordening nr. 2950/83 - Voorwerp

(Verordening nr. 250/83 van de Raad, art. 6, leden 1 en 2)

2 Beroep tot nietigverklaring - Termijnen - Aanvang - Handeling die niet is bekendgemaakt of waarvan niet aan verzoeker kennis is gegeven - Exacte kennis van inhoud en gronden - Verplichting om binnen redelijke termijn na bekend worden van bestaan van handeling volledige tekst ervan op te vragen

(EG-Verdrag, art. 173, vijfde alinea)

Samenvatting


3 Iedere nationale autoriteit die bevoegd is voor de financiering van acties van het Europees Sociaal Fonds, heeft de mogelijkheid om in een aanvraag om betaling van het saldo overeenkomstig artikel 5, lid 4, van verordening nr. 2950/83 houdende toepassing van besluit 83/516 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds, een voorstel te doen tot vermindering van door het Fonds toegekende financiƫle bijstand, maar de Commissie beslist over de verzoeken tot betaling van het saldo en zij is de enige die bevoegd is om overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de genoemde verordening financiƫle bijstand te verminderen. Hieruit volgt, dat het de Commissie is die tegenover de ontvanger van de bijstand de juridische verantwoordelijkheid draagt voor de beschikking waarbij zijn bijstand wordt verminderd, ongeacht of deze vermindering al dan niet door de betrokken autoriteit is voorgesteld.

Bovendien betreft de in artikel 6, lid 2, van de verordening bedoelde subrogatie geenszins de bij artikel 6, lid 1, verleende bevoegdheid tot vermindering van de bijstand van het Europees Sociaal Fonds, maar enkel de rechten van de Gemeenschap op terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten, zodat die subrogatie noodzakelijkerwijze een voorafgaande beschikking van de Commissie tot vermindering van de bijstand onderstelt.

4 Bij gebreke van bekendmaking of kennisgeving van een handeling gaat de termijn voor het instellen van een beroep tot nietigverklaring ervan eerst in op het tijdstip waarop de betrokken derde kennis heeft van de precieze inhoud en motivering van de betrokken handeling, op voorwaarde evenwel dat hij de volle tekst van de betrokken handeling opvraagt binnen een redelijke termijn vanaf de datum waarop hij van het bestaan ervan heeft vernomen.