Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Beroep tot nietigverklaring - Middelen - Schending van wezenlijke vormvoorschriften - Schending van bepalingen van reglement van orde van Commissie betreffende authentisatie van handelingen van deze instelling in talen waarin deze authentiek zijn - Noodzaak om schade of andere gebreken dan ontbreken van authentisatie aan te voeren - Geen - Middel dat door rechter ambtshalve in behandeling moet worden genomen

[EG-Verdrag, art. 173 (thans, na wijziging, art. 230 EG); reglement van orde van de Commissie, art. 12]

2. Procedure - Maatregelen van instructie - Verzoek om overlegging van document - Geauthentiseerde handeling - Noodzaak begin van bewijs van andere gebreken dan ontbreken van regelmatige authentisatie aan te dragen - Geen

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 49 en 65, sub b)

3. Beroep tot nietigverklaring - Middelen - Schending van wezenlijke vormvoorschriften - Ontbreken van authentisatie van handeling vóór betekening ervan, in strijd met bepalingen van reglement van orde van Commissie

[EG-Verdrag, art. 173 (thans, na wijziging, art. 230 EG); reglement van orde van de Commissie, art. 12]

Samenvatting

1. De bij artikel 12, eerste alinea, van het reglement van orde van de Commissie voorgeschreven authentisatie is bedoeld om de rechtszekerheid te waarborgen, doordat de door het college vastgestelde tekst wordt vastgelegd in de talen waarin hij authentiek is. Het rechtszekerheidsbeginsel verlangt namelijk dat elke handeling van de administratie die rechtsgevolgen sorteert, zeker is, met name wat de auteur en de inhoud ervan betreft.

Hieruit volgt, dat deze authentisatie een wezenlijk vormvoorschrift is in de zin van artikel 173 van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 230 EG), waarvan de schending grond kan opleveren voor een beroep tot nietigverklaring. De schending van een wezenlijk vormvoorschrift bestaat in het loutere ontbreken van authentisatie van een handeling, zonder dat daarnaast behoeft te worden aangetoond dat de handeling door een ander gebrek is aangetast of dat het ontbreken van authentisatie schade heeft veroorzaakt aan degene die zich daarop beroept.

Indien de gemeenschapsrechter bij het onderzoek van de overgelegde handeling vaststelt dat deze niet op regelmatige wijze is geauthentiseerd, dient hij het middel inzake schending van een wezenlijk vormvoorschrift bestaande in het ontbreken van regelmatige authentisatie ambtshalve in behandeling te nemen, en de door een dergelijk gebrek aangetaste handeling derhalve nietig te verklaren.

( cf. punten 44-49, 55 )

2. Het staat aan de gemeenschapsrechter om te beslissen over de noodzaak van de overlegging van een geauthentiseerde handeling, op basis van de omstandigheden van het geding, overeenkomstig de bepalingen van het Reglement voor de procesvoering inzake de maatregelen van instructie. Het is niet nodig op basis van een aantal aanwijzingen een begin van bewijs van het bestaan van een ander gebrek van de handeling dan het ontbreken van regelmatige authentisatie aan te brengen.

( cf. punten 52-53 )

3. Uit een uitlegging naar de letter en de opzet van artikel 12 van het reglement van orde van de Commissie volgt dat de authentisatie van een handeling van de Commissie noodzakelijkerwijs aan de kennisgeving ervan vooraf dient te gaan, hetgeen bevestiging vindt in het doel van deze bepaling betreffende de authentisatie.

Er is sprake van schending van een wezenlijk vormvoorschrift in de zin van artikel 173 van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 230 EG), wanneer de authentisatie van een beschikking plaatsvindt op een onbepaalde datum, na de betekening van de handeling.

( cf. punten 65, 68 )