Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Sociale politiek - Mannelijke en vrouwelijke werknemers - Toegang tot arbeidsproces en arbeidsvoorwaarden - Gelijke behandeling - Uitvoering door Lid-Staten - Keuze van sancties op discriminatie - Burgerlijke aansprakelijkheid - Niet-toepasselijkheid van in nationaal recht voorziene rechtvaardigingsgronden - Vereiste van schuld - Ontoelaatbaarheid

(Richtlijn 76/207 van de Raad, art. 2, lid 1, en 3, lid 1)

2 Sociale politiek - Mannelijke en vrouwelijke werknemers - Toegang tot arbeidsproces en arbeidsvoorwaarden - Gelijke behandeling - Uitvoering door Lid-Staten - Keuze van sancties op discriminatie - Noodzaak van doeltreffende en afschrikkende sanctie die vergelijkbaar is met sancties die gelden voor soortgelijke schendingen van nationaal recht - Toekenning van schadevergoeding - Vaststelling van maximum voor schadevergoeding die kan worden toegekend aan sollicitant die bij aanwerving is gediscrimineerd op grond van geslacht - Toelaatbaarheid uitsluitend bij discriminatie die niet bepalend was voor weigering tot aanwerving - Vaststelling van maximum voor gecumuleerde schadevergoedingen die kunnen worden toegekend wanneer meerdere sollicitanten zijn gediscrimineerd - Ontoelaatbaarheid

(Richtlijn 76/207 van de Raad)

Samenvatting

3 Wanneer een Lid-Staat ervoor kiest, schending van het verbod tot discriminatie tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers in het kader van een regeling betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid strafbaar te stellen, moet de schending van het discriminatieverbod als zodanig reeds volstaan voor de volledige aansprakelijkheid van degene die heeft gediscrimineerd, zonder dat in het nationale recht voorziene rechtvaardigingsgronden kunnen worden erkend. Bijgevolg verzet richtlijn 76/207, inzonderheid de artikelen 2, lid 1, en 3, lid 1, zich tegen nationale wettelijke bepalingen die voor het recht op schadevergoeding wegens discriminatie op grond van geslacht bij aanwerving de voorwaarde van schuld stelt.

4 Wanneer een Lid-Staat ervoor kiest, schending van het verbod tot discriminatie tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers strafbaar te stellen met een verplichting tot schadevergoeding, moet deze een daadwerkelijke en doeltreffende rechtsbescherming kunnen waarborgen, tegenover de werkgever een reëel afschrikkende werking hebben en in elk geval in een passende verhouding tot de geleden schade staan.

Op grond van een dergelijke schadevergoedingsregeling moet deze schending volgens gelijke materiële en procedureregels kunnen worden bestraft als vergelijkbare en even ernstige schendingen van het nationale recht.

Hieruit volgt, dat

- richtlijn 76/207 in de weg staat aan nationale wettelijke bepalingen die, anders dan de overige nationale civiel- en arbeidsrechtelijke bepalingen, de schadevergoeding die de bij aanwerving op grond van geslacht gediscrimineerde sollicitant kan vorderen, bindt aan een maximum van drie maandsalarissen, ingeval deze sollicitant de te vervullen betrekking zou hebben gekregen indien bij de selectie niet was gediscrimineerd, doch dat zij zich niet verzet tegen nationale wettelijke bepalingen die het bedrag van de schadevergoeding waarop een sollicitant aanspraak kan maken, binden aan een maximum van drie maandsalarissen, wanneer de werkgever kan bewijzen dat de sollicitant de te vervullen betrekking ook bij een niet-discriminerende selectie niet zou hebben gekregen, omdat de aangestelde sollicitant geschikter was, en dat

- richtlijn 76/207 zich verzet tegen nationale wettelijke bepalingen die, anders dan de overige nationale civiel- en arbeidsrechtelijke bepalingen, het bedrag van de schadevergoedingen waarop sollicitanten bij aanwerving zijn gediscrimineerd op grond van geslacht, gezamenlijk aanspraak kunnen maken, aan een maximum van zes maandsalarissen binden voor het geval meerdere sollicitanten een schadevordering indienen.