61995C0380

Conclusie van advocaat-generaal Léger van 27 juni 1996. - Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek. - Niet-nakoming - Richtlijn 91/414/EEG - Niet-omzetting. - Zaak C-380/95.

Jurisprudentie 1996 bladzijde I-04837


Conclusie van de advocaat generaal


++++

1 In dit krachtens artikel 169 EG-Verdrag ingestelde beroep stelt de Commissie, dat de Helleense Republiek, door niet binnen de gestelde termijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om te voldoen aan richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), de krachtens het EG-Verdrag en deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen. Zij verzoekt tevens de Griekse regering in de kosten te verwijzen.

2 Ingevolge artikel 23 van de richtlijn moesten de Lid-Staten uiterlijk op 25 juli 1993 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan haar bepalingen te voldoen, en moesten zij de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen.

3 Omdat zij geen enkele kennisgeving van de Griekse regering had ontvangen, leidde de Commissie bij aanmaningsbrief van 5 oktober 1993 de niet-nakomingsprocedure in. Toen de aanmaningsbrief niet werd beantwoord, bracht zij op 21 september 1994 een met redenen omkleed advies uit. De Griekse regering antwoordde niet op het met redenen omkleed advies en nam niet de nodige maatregelen voor de omzetting van richtlijn 91/414 in nationaal recht. Daarop besloot de Commissie op 27 november 1995 het beroep in te stellen, dat op 5 december 1995 ter griffie van het Hof is ingeschreven.

4 In haar verweerschrift betwist de Griekse regering de verweten niet-nakoming niet. Zij wijst er alleen op, dat een ontwerp-presidentieel besluit om de nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de bepalingen van richtlijn 91/414, reeds door de bevoegde dienst is opgesteld en dat dit ontwerp na afwerking bij de Raad van State zal worden ingediend en vervolgens ter ondertekening aan de president van de Republiek zal worden voorgelegd. Zij hoopt, dat het presidentieel besluit zo spoedig mogelijk kan worden uitgevaardigd.

5 Vaststaat, dat de richtlijn bij afloop van de gestelde termijn nog niet in nationaal recht was omgezet.

6 Mitsdien moet het verzoek van de Commissie, voor zover dit de niet-omzetting binnen de gestelde termijn betreft, worden toegewezen.

7 Ingevolge artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen.

8 Mitsdien geef ik in overweging:

1) vast te stellen dat de Helleense Republiek, door niet binnen de gestelde termijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om te voldoen aan richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, de krachtens artikel 23 daarvan op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

2) de Helleense Republiek te verwijzen in de kosten.

(1) - PB 1991, L 230, blz. 1.