61995C0067

Conclusie van advocaat-generaal La Pergola van 12 december 1996. - Rank Xerox Manufacturing (Nederland) BV tegen Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen. - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tariefcommissie - Nederland. - Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefposten - Kopieer- en faxapparaten - Indeling in gecombineerde nomenclatuur. - Zaak C-67/95.

Jurisprudentie 1997 bladzijde I-05401


Conclusie van de advocaat generaal


I - Inleiding

1 Met het onderhavig beroep stelt de Tariefcommissie het Hof een vraag over de juiste indeling in het gemeenschappelijk douanetarief van machines die door het gebruik van een digitale methode zowel de functie van kopieermachine als van faxapparaat hebben.

II - De feiten

2 Blijkens de verwijzingsbeschikking voerde verzoekster in januari 1992 de in geding zijnde machines - te weten de Xerox 3010 en de Xerox 3010 Editor - in en vermeldde zij voor de tariefindeling post 9009 21 00. De verwijzingsbeschikking preciseert, dat die apparaten zowel kunnen faxen als kopiëren. Met het apparaat Xerox 3010 Editor kunnen tevens de verkregen afbeeldingen worden opgemaakt. Beide in geding zijnde machines kopiëren het beeld door middel van een aftasteenheid die de gegevens van het document aftast en ze in de vorm van numerieke eenheden opslaat. De aldus opgeslagen gegevens kunnen weer worden opgeroepen om in leesbare vorm te worden afgedrukt op papier.

3 Verzoekster diende daarop tegen haar eigen aangifte een bezwaarschrift in met het verzoek om indeling van de betrokken apparaten onder post 84 72 90 90 van het gemeenschappelijk douanetarief.

Op 2 juli 1992 handhaafde verweerder evenwel bij de in het hoofdgeding bestreden beslissing de eerder vastgestelde indeling. Daarop stelde verzoekster tegen die beslissing beroep in bij de verwijzende rechter, die van mening was, dat hij het Hof de volgende prejudiciële vraag moest stellen:

"Hoe moet het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie van verordening (EEG) nr. 2587/91, worden uitgelegd voor wat betreft de indeling in de nomenclatuur van de [in de feiten] omschreven apparaten Xerox 3010 en Xerox 3010 Editor?"

III - De toepasselijke bepalingen

4 Verordening (EEG) nr. 2587/91 van de Commissie van 26 juli 1991 tot wijziging van bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(1) (hierna: "verordening nr. 2587/91"), bevat de volgende posten:

"(...) Afdeling XVI

(...) Hoofdstuk 84 (...)

8472 Andere kantoormachines en -toestellen (bij voorbeeld hectografen en stencilmachines, adresseermachines, machines voor het automatisch afleveren van bankbiljetten, machines voor het sorteren, het tellen of het verpakken van geld, potloodslijpmachines, perforeermachines en hechtmachines):

8472 10 00 - duplicators

(...)

8472 90 - andere:

8472 90 10 - geldsorteer-, geldtel- en geldinpakmachines

8472 90 90 - andere."

5 Verordening nr. 2587/91 bepaalt voorts:

"(...) Afdeling XVIII

(...) Hoofdstuk 90 (...)

9009 Fotokopieerapparaten werkend met een optisch systeem of voor contactdruk, alsmede thermokopieerapparaten:

- elektrostatische fotokopieerapparaten:

9009 11 00 - waarbij de kopie rechtstreeks wordt verkregen (directe methode)

9009 12 00 - waarbij de kopie via een tussenliggende drager wordt verkregen (indirecte methode)

- andere fotokopieerapparaten:

9009 21 00 - met optisch systeem

9009 22 - voor contactdruk:

(...)

9009 30 00 - thermokopieerapparaten."

6 De algemene regels van verordening nr. 2685/87 (hierna: "de algemene regels"), die eveneens van toepassing zijn op verordening nr. 2587/91, luiden als volgt:

"A. Algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur.

Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen:

1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en - voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen - de navolgende regels.

2. (...)

3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde in punt 2, onder b), of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:

a) de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;

b) mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;

c) in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder a) en b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

4. Goederen die niet kunnen worden ingedeeld overeenkomstig vorenstaande regels, worden ingedeeld onder de post die van toepassing is op de goederen waarmede zij de meeste overeenkomst vertonen."

7 De aantekeningen op afdeling XVI van het douanetarief als bedoeld in verordening nr. 2587/91 bepalen:

"1. Deze afdeling omvat niet:

(...)

m) artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90;

(...)

2. (...)

3. Voor zover niet anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die één geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex."

8 In de bijlage bij verordening (EEG) nr. 3417/88 van de Commissie van 31 oktober 1988 houdende indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur(2) (hierna: "verordening nr. 3417/88"), staat vermeld:

"Omschrijving van de goederen

Indeling

Motivering

2. Elektronisch systeem voor het drukken uitgaande van numerieke gegevens

GN-code

8472 90 90

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regel 1 en de tekst van de GN-codes 8472 en 8472 90 90.

Een laserstraal wordt gebruikt voor het selectief ontladen van een tevoren geladen elektrogevoelig oppervlak, overeenkomstig het gewenste beeld. Deeltjes negatief geladen inkt in poedervorm worden vervolgens op de fotoreceptor aangebracht en kleven er aan de positieve zones om het beoogde beeld te vormen. Dit beeld wordt dan overgebracht op een positief geladen blad papier en ten slotte via een thermisch procédé gefixeerd.

Post 9009 kon niet worden toegepast omdat afdrukken worden gemaakt uitgaande van numerieke gegevens in plaats van het kopiëren van een origineel document."

9 De bijlage bij verordening (EG) nr. 1165/95 van de Commissie van 23 mei 1995 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur(3) (hierna: "verordening nr. 1165/95"), vermeldt:

"Omschrijving van de goederen

Indeling

Motivering

6. Digitaal laserkopieertoestel in een behuizing dat voornamelijk bestaat uit een aftast- (opname-)eenheid ($scanner'), een digitale beeldvormende eenheid en een afdrukeenheid (laserstraaldrukker).

De aftasteenheid maakt bij het per regel aftasten van het origineel gebruik van een optisch systeem, dat uit een lamp, spiegels, lenzen en fotocellen bestaat.

De kopieën worden door middel van een laserstraaldrukker onrechtstreeks langs elektrostatische weg via een druktrommel vervaardigd.

Het laserkopieertoestel heeft een aantal extra mogelijkheden die het origineel veranderen, bij voorbeeld verkleinen, vergroten of contrasteren.

GN-code

9009 12 00

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 9009 en 9009 12 00."

IV - Onderzoek van het geding

10 Mijns inziens is de oplossing van de door de verwijzende rechter aan het Hof gestelde vraag te vinden in verordening nr. 1165/95 die, hoewel zij is vastgesteld nadat de aan het onderhavig geding ten grondslag liggende feiten zich hebben voorgedaan, kan worden beschouwd als de authentieke interpretatie(4) van verordening nr. 2587/91. Verordening nr. 1165/95 beoogt namelijk de indeling van bepaalde goederen, waaronder de betrokken machines, in het gemeenschappelijk douanetarief te preciseren. Deze regeling, voor zover zij door de wetgever als authentieke interpretatie is bedoeld, bindt op haar beurt degenen die het Verdrag en het gemeenschapsrecht moeten uitleggen. Op grond van verordening nr. 1165/95 moeten de machines, wier indeling in casu in geding is, derhalve onder onderverdeling 9009 12 00 worden ingedeeld.

11 Mocht het Hof verordening nr. 1165/95 niet als authentieke interpretatie van verordening nr. 2587/91 erkennen, dan geef ik hierna andere redenen om voormelde conclusie met betrekking tot de in geding zijnde indeling van de machines te volgen.

Verzoeksters argumenten spitsen zich in wezen toe op twee punten. Het eerste punt betreft de omstandigheid dat het onmogelijk is de betrokken apparaten gelijk te stellen met fotokopieerapparaten werkend met een optisch systeem, zodat, gelet op hun kopieerfunctie, zij niet kunnen worden gelijkgesteld met de onder post 9009 bedoelde apparaten.

Het tweede punt is, dat de kenmerken van de betrokken machines overeenkomen met die van post 8472 90 90. Volgens verzoekster volgt daaruit, dat de algemene interpretatieregel 3, sub c, niet op de onderhavige zaak kan worden toegepast. De machines die in casu moeten worden ingedeeld, zouden derhalve moeten worden ondergebracht bij post 8472 90 90.

12 Volgens verzoekster kunnen de betrokken apparaten niet worden beschouwd als optische weergavesystemen, omdat zij geen klassieke fotokopieerapparaten zijn. Apparaten als de Xerox 3010 vertalen het beeld in numerieke gegevens en kunnen derhalve niet worden gelijkgesteld met de systemen die door de gewone fotokopieermachines worden gebruikt.

Wat mij betreft, kan die stelling niet slagen. Gelijk de Commissie overigens heeft opgemerkt, omvat post 9009 niet alleen de fotokopieerapparaten met optisch systeem en voor contactafdruk, als begrepen in onderverdeling 9009 11 00, maar ook de andere die dit resultaat via een tussenliggende drager verkrijgen en op hun beurt zijn ingedeeld onder onderverdeling 9009 12 00. In het laatste geval gaat het namelijk om instrumenten waarmee een document via een indirecte methode kan worden weergegeven. In casu bestaat dit indirecte aspect van de weergavemethode in de omzetting van het beeld in numerieke tekens. Ter zake is irrelevant, dat de indirecte methode van de machines Xerox 3010 en Xerox 3010 Editor gebruik maakt van zeer geavanceerde technologieën, daar, gelijk het Hof elders heeft gepreciseerd(5), de toepassing van technische vernieuwingen op zich de tariefindeling van het betrokken product niet wijzigt.

Bijgevolg kunnen die machines, althans voor het deel dat betrekking heeft op de weergave van de documenten (kopieerfunctie), rechtmatig worden opgenomen in post 9009, inzonderheid in onderverdeling 9009 12 00.

13 Het tweede punt betreft de vraag, of de betrokken apparaten kunnen worden beschouwd als apparaten die overeenkomen met die welke onder onderverdeling 8472 90 90 kunnen worden ingedeeld. Daarin gaat het om kantoormachines die post 8472 volledig als restpost behandelt. Blijkens de omschrijving van de in genoemde post begrepen apparaten, die door het douanetarief zuiver bij wijze van voorbeeld wordt gegeven, hebben die toestellen een wezenlijk mechanische structuur en werking en beantwoorden zij derhalve niet volledig aan de kenmerken van de machines waarvan de indeling in casu in geding is. De betrokken apparaten zijn echter zonder twijfel samengesteld uit elektronische delen, die eigenlijk niet kunnen worden teruggebracht tot de meest eenvoudige structuur welke kenmerkend is voor de in post 8472 bedoelde restcategorie. Zelfs de functionele bestemming van de in geding zijnde Xerox-machines lijkt totaal niet gelijk te stellen met die van post 8472.

14 Naar mijn mening draagt verzoeksters beroep op verordening nr. 3417/88 ook niet bij tot een oplossing. De daarin vastgestelde indeling betreft namelijk elektronische apparaten voor het drukken uitgaande van numerieke gegevens in plaats van van het kopiëren van documenten. Het is op zich al veelbetekenend, dat de daarin voorgeschreven indeling er belang aan hecht waarvan bij het drukken wordt uitgegaan: indien voor het drukken enkel wordt uitgegaan van numerieke gegevens en niet van het kopiëren van een origineel document, kan ingevolge verordening nr. 3417/88 post 9009 niet worden toegepast. Uit de toelichting op de indeling volgt dus dat, indien voor het drukken wordt uitgegaan van het kopiëren van originele documenten, ook al is het door middel van numerieke interpolatie, de apparaten niet onder onderverdeling 8472 90 90 maar onder post 9009 moeten worden ingedeeld. Hoewel de omschrijving in post 8472 tamelijk algemeen - en niet geheel ondubbelzinnig - is geformuleerd, meen ik dus te kunnen uitsluiten, dat machines als die in geding bij die post kunnen worden ondergebracht.

15 Voorts zij gewezen op de faxfunctie van de betrokken machines. Gezien die functie, wordt het voor de aan het Hof voorgelegde zaak belangrijk, zij het niet doorslaggevend, zoals ik hierna zal toelichten, dat wordt gekeken naar post 8517 betreffende elektrische toestellen voor lijntelefonie en voor lijntelegrafie, waaronder ook de faxapparaten moeten worden begrepen.

16 Onder welke onderverdeling moeten dus de in casu in geding zijnde Xerox-apparaten worden ingedeeld?

Verweerders stelling moet meteen van de hand worden gewezen: in onderverdeling 9009 21 00 is er namelijk sprake van, dat het kopiëren uitsluitend via optische weg en niet via een elektrostatische methode geschiedt, hetgeen niet strookt met de kenmerken van de betrokken apparaten.

Rest nog te bezien, welke van die overblijvende indelingsmogelijkheden volgens de bepalingen van de tariefnomenclatuur van de Gemeenschap de meeste overeenkomst met onderhavig geval vertoont.

17 De algemene interpretatieregels van het gemeenschappelijk douanetarief reiken nuttige criteria aan voor de juiste indeling van de apparaten. Dat geldt met name voor interpretatieregel 3.

Verzoekster sluit uit, dat deze machines op grond van hun samenstelling kunnen worden ingedeeld onder een van de eerder onderzochte posten, die betrekking hebben op respectievelijk fotokopieermachines en faxapparaten. Onderverdeling 8472 90 90 van het douanetarief zou als enige geschikt zijn voor hun indeling. Op die manier zou, nog steeds aldus verzoekster, de door de Commissie voorgestelde mogelijkheid van toepassing van algemene regel 3, sub c, niet opgaan, volgens welke ten aanzien van een product dat onder meer posten kan worden ingedeeld, de laatst geplaatste post moet worden toegepast.

Meer bepaald, voert verzoekster aan, dat op de onderhavige zaak aantekening 3 van afdeling XVI van het douanetarief van toepassing kan zijn, die betrekking zou hebben op de hoofdfunctie van multifunctionele machines; de betrokken apparaten zouden zich voornamelijk kenmerken als kantoormachines, die niet elders kunnen worden ingedeeld.

Genoemde tariefbepaling is volgens mij voor deze zaak echter niet van belang. Aantekening 1, sub m, van de aantekeningen op afdeling XVI, waaronder onderverdeling 8472 90 90 wel en post 9009 niet valt, bepaalt namelijk dat deze afdeling niet omvat artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90. Zoals eerder gezien, wordt aldus de mogelijkheid uitgesloten, dat onderverdeling 8472 90 90 op deze machines van toepassing kan worden geacht, daar het in casu gaat om artikelen die stellig een kopieerfunctie vervullen.

Laten we verder aannemen, dat het door aantekening 1, sub m, voorgeschreven bijzondere criterium op de onderhavige zaak niet kan worden toegepast en dat bij de beslissing over de zaak dus rekening kan worden gehouden met aantekening 3. De betrokken apparaten zouden dan moeten worden ingedeeld aan de hand van het in deze aantekening vastgestelde criterium van de hoofdfunctie. Aantekening 3 op afdeling XVI vindt in casu echter geen toepassing, omdat, naar uit de feitelijke inhoud van de processtukken blijkt, niet kan worden vastgesteld, welke hoofdfunctie de betrokken machines vervullen. Bijgevolg zou degene die dit moet uitleggen, bij de keuze van de toepasselijke post hoe dan ook door het in algemene regel 3 neergelegde criterium worden geleid.

18 Wordt de vraag aldus geformuleerd, dan moet de zaak op grond van het bepaalde in algemene regel 3 worden opgelost.

Volgens algemene regel 3, inzonderheid sub c, moeten de apparaten waarop het onderhavig geding betrekking heeft, worden ondergebracht onder de laatste van de theoretisch te gebruiken onderverdelingen. Omdat ik van mening ben, dat de betrokken apparaten, althans ten dele, wegens hun multifunctionele aspect kunnen worden ingedeeld, hetzij onder post 8517 die de elektrische toestellen voor lijntelefonie en -telegrafie omvat, waaronder de faxapparaten vallen, hetzij onder post 9009 die de fotokopieerapparaten omvat, dan wel, alles welbeschouwd, onder de door verzoekster aangevoerde onderverdeling 8472 90 90, moet hoe dan ook post 9009, met name onderverdeling 9009 12 00, worden gebruikt voor de correcte indeling van de in geding zijnde machines, omdat deze post van de verschillende in aanmerking komende posten in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

V - Conclusie

19 Op grond van het voorgaande geef ik het Hof in overweging de vraag van de Tariefcommissie te beantwoorden als volgt:

"De apparaten Xerox 3010 en Xerox 3010 Editor moeten worden ingedeeld onder (post)onderverdeling 9009 12 00 van het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie van verordening (EEG) nr. 2587/91 van de Commissie van 26 juli 1991 tot wijziging van bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief."

(1) - PB 1991, L 259, blz. 1.

(2) - PB 1988, L 301, blz. 8.

(3) - PB 1995, L 117, blz. 15.

(4) - Op basis van hetgeen in de overwegingen van verordening nr. 1165/95 is verklaard, schuilt de reden voor de vaststelling ervan namelijk in de omstandigheid "dat bij verordening (EEG) nr. 2658/87 de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur zijn vastgesteld; dat deze regels ook van toepassing zijn op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer; (...) dat, met toepassing van genoemde algemene regels, de in kolom 1 van de tabel opgenomen in de bijlage bij deze verordening omschreven goederen dienen te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-codes vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen opgenomen in kolom 3".

(5) - Zie dienaangaande arrest van 19 november 1981 (zaak 122/80, Analog Devices, Jurispr. 1981, blz. 2781).