Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

++++

Fiscale bepalingen ° Harmonisatie van wetgevingen ° Omzetbelasting ° Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde ° Maatstaf van heffing ° Systeem van verkoopbevordering waarbij fabrikant, na aankoop door eindverbruiker, door hem uitgegeven bon tegen geld inwisselt ° Maatstaf van heffing voor fabrikant gelijk aan verkoopprijs van fabrikant minus terugbetaald bedrag

(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 11 A, lid 1, sub a, en C, lid 1)

Samenvatting

Wanneer een fabrikant

° kortingbonnen uitgeeft, die voor het daarop aangegeven bedrag door of voor rekening van de fabrikant ten gunste van de detailhandelaar kunnen worden vergoed; de bonnen, die in het kader van een reclamecampagne aan potentiële klanten worden verstrekt, door de detailhandelaar kunnen worden aangenomen wanneer de klant bij hem een bepaald artikel koopt; de fabrikant dat bepaalde artikel tegen de fabrieksprijs aan de detailhandelaar heeft verkocht, en de detailhandelaar bij verkoop van dat artikel aan de klant de bon aanneemt, bij de fabrikant inlevert en het erop aangegeven bedrag ontvangt,

of

° in het kader van een reclameactie goederen tegen "fabrieksprijs" rechtstreeks aan de detailhandelaar verkoopt; op de verpakking van die goederen een "geld terug"-bon voor een aangegeven bedrag is gedrukt, die aan de klant die het bewijs van aankoop van dat artikel levert en aan de andere op de bon vermelde voorwaarden voldoet, het recht geeft de bon voor het aangegeven bedrag bij de fabrikant in te wisselen, en de klant het betrokken artikel bij een detailhandelaar koopt, de bon bij de fabrikant inlevert en het aangegeven bedrag ontvangt,

moet artikel 11 A, lid 1, sub a, en C, lid 1, van de Zesde richtlijn aldus worden uitgelegd, dat de maatstaf van heffing van de door de fabrikant verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde gelijk is aan de verkoopprijs van de fabrikant, minus het op de bon aangegeven en terugbetaalde bedrag. Dit is ook het geval wanneer de fabrikant de goederen eerst aan een groothandelaar heeft geleverd in plaats van rechtstreeks aan een detailhandelaar.

Deze uitlegging steunt op het beginsel dat de maatstaf van heffing van de aan de fiscus af te dragen belasting over de toegevoegde waarde niet hoger kan zijn dan de door de eindverbruiker daadwerkelijk betaalde tegenprestatie, waarover de uiteindelijk door hem verschuldigde belasting is berekend, en op het beginsel van de fiscale neutraliteit, in die zin dat binnen elk land op soortgelijke goederen dezelfde belastingdruk zal liggen, ongeacht de lengte van de produktie- en distributieketen.

Het BTW-stelsel wordt daardoor niet ontwricht, daar de maatstaf van heffing voor de tussenliggende transacties niet behoeft te worden aangepast. Deze maatstaf blijft ongewijzigd, daar voor deze transacties de toepassing van het neutraliteitsbeginsel gewaarborgd wordt door de aftrekregeling van de richtlijn, op grond waarvan de tussenschakels in de distributieketen ° zoals groot- en detailhandelaars ° aan de fiscus slechts het deel van de BTW afdragen dat beantwoordt aan het verschil tussen de prijs die elkeen aan zijn leverancier heeft betaald, en de prijs waarvoor hij de goederen aan zijn koper heeft geleverd.