Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

++++

1. Exceptie van onwettigheid ° Exceptie aangevoerd in kader van beroep tot nietigverklaring van besluit ten aanzien van niet tijdig aangevochten eerder besluit ° Niet-ontvankelijkheid

(EEG-Verdrag, art. 173 en 184)

2. Beroep tot nietigverklaring ° Voor beroep vatbare handelingen ° Begrip ° Handelingen die rechtsgevolgen in het leven roepen ° Besluit van Commissie waarbij geldigheid van communautaire kaderregeling inzake staatssteun aan economische sector wordt verlengd tot na vervaldatum

(EEG-Verdrag, art. 173)

3. Steunmaatregelen van de staten ° Onderzoek door Commissie ° Invoering van kaderregeling inzake steun aan economische sector ° Noodzaak van tijdelijkheid

(EEG-Verdrag, art. 93, lid 1)

4. Gemeenschapsrecht ° Uitlegging ° Methoden

Samenvatting

1. Een verzoeker kan in het kader van een beroep tot nietigverklaring van een besluit, zich niet bij wege van exceptie beroepen op de onwettigheid van een eerdere handeling van dezelfde aard, waarvan hij rechtstreeks nietigverklaring had kunnen vorderen. Ware dit wel mogelijk, dan zouden eerdere besluiten waartegen niet binnen de termijn van artikel 173 van het Verdrag is opgekomen, namelijk alsnog indirect en met ontduiking van die termijn in geding kunnen worden gebracht.

2. Het beroep tot nietigverklaring staat open tegen alle door de instellingen vastgestelde bepalingen, ongeacht hun aard of vorm, die beogen rechtsgevolgen teweeg te brengen.

Dit is het geval met een besluit waarbij de Commissie de geldigheid van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun aan een economische sector verlengt tot na de datum waarop die regeling zonder verlenging zou zijn vervallen.

3. Door te bepalen dat de Commissie te zamen met de Lid-Staten de in die staten bestaande steunregelingen aan een voortdurend onderzoek onderwerpt en hun de dienstige maatregelen voorstelt, welke de geleidelijke ontwikkeling of de werking van de gemeenschappelijke markt vereist, schept artikel 93, lid 1, van het Verdrag voor de Commissie en de Lid-Staten een verplichting tot regelmatige en periodieke samenwerking, waaraan zij zich niet voor een onbepaalde, van hun eenzijdig goeddunken afhankelijke periode kunnen onttrekken.

4. Wanneer een bepaling van afgeleid gemeenschapsrecht voor meer dan een uitlegging vatbaar is, verdient de uitlegging die de bepaling in overeenstemming met het Verdrag doet zijn, de voorkeur boven de uitlegging waarbij zij in strijd met het Verdrag zou zijn.