61993C0011

Conclusie van advocaat-generaal Jacobs van 27 januari 1994. - SIEMENS NIXDORF INFORMATIONSSYSTEME AG TEGEN HAUPTZOLLAMT AUGSBURG. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: FINANZGERICHT MUENCHEN - DUITSLAND. - GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF - KLEURENMONITOR - EIGEN FUNCTIE. - ZAAK C-11/93.

Jurisprudentie 1994 bladzijde I-01945


Conclusie van de advocaat generaal


++++

Mijnheer de President,

mijne heren Rechters,

1. Uit een niet nader genoemde niet-Lid-Staat importeerde Siemens Nixdorf Informationssysteme (hierna: "Siemens Nixdorf") tussen 1989 en eind 1991 in Duitsland "monitors voor elektronische gegevensverwerkende machines, die bestemd waren voor de reproduktie van teksten en grafieken binnen automatische gegevensverwerkende en in computers geïntegreerde systemen en die niet geschikt waren om een beeld te reproduceren op basis van een composiet videosignaal". De Duitse douaneautoriteiten (het Hauptzollamt Augsburg) deelden de goederen in onder post 8543 van de gecombineerde nomenclatuur en hieven een invoerrecht van 7 %. Siemens Nixdorf stelde, dat de goederen onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur hadden moeten worden ingedeeld en dat er dus 4,9 % aan invoerrechten had moeten worden geheven.

2. Post 8543 betreft "elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk". Post 8471 betreft "automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen". Niemand betwist, dat post 8471 de juiste indeling vormt voor goederen die zijn ingevoerd na de inwerkingtreding van verordening (EEG) nr. 1288/91 van de Commissie van 14 mei 1991 houdende indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur.(1) Artikel 1 van deze verordening, in samenhang met punt 2 van de tabel in de bijlage bij de verordening, neemt elke twijfel weg die eerder in dit verband wellicht bestond.

3. Het geschil tussen partijen betreft enkel de periode vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1288/91. Het gaat erom of de goederen die in de genoemde periode zijn ingevoerd, eveneens onder post 8471 hadden moeten worden ingedeeld, zodat verordening nr. 1288/91 de situatie niet wijzigde, maar enkel verduidelijkte.

4. Toen het Hauptzollamt weigerde invoerrechten terug te betalen met betrekking tot goederen die vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1288/91 waren ingevoerd, stelde Siemens Nixdorf beroep in bij het Finanzgericht Muenchen. Deze rechter was van mening, dat de oplossing van het geschil afhing van de uitlegging van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur. Aantekening 5 B luidt als volgt:

"Automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen als apparatuur, bestaande uit een variabel aantal zich in afzonderlijke omhullingen bevindende eenheden die deel uitmaken van het systeem. Een eenheid wordt als een deel van de complete apparatuur aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:

a) zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van één of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten;

b) zij moet speciaal zijn ontworpen om van een dergelijk systeem deel uit te maken (zij moet, tenzij het een gestabiliseerde voedingseenheid betreft, bij voorbeeld in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm ° code of signalen ° die bruikbaar is voor het systeem).

Dergelijke afzonderlijk aangeboden eenheden worden eveneens onder post 8471 ingedeeld.

Machines die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmee in samenhang worden gebruikt en een eigen functie vervullen, worden niet onder post 8471 ingedeeld. Dergelijke machines worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost."

5. Bij beschikking van 9 december 1992 heeft het Finanzgericht Muenchen het Hof de volgende vraag voorgelegd:

"Moest aantekening 5 B, laatste alinea, op hoofdstuk 84 van het gemeenschappelijk douanetarief ° gecombineerde nomenclatuur ° vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1288/91 aldus worden uitgelegd, dat kleurenmonitors die uitsluitend signalen van de centrale verwerkingseenheid van een automatische gegevensverwerkende machine kunnen ontvangen en die niet in staat zijn een kleurenbeeld te reproduceren op basis van een composiet videosignaal, geen 'eigen functie' bezitten?"

6. De gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief is vastgesteld in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief.(2) Op grond van artikel 12 van deze verordening stelt de Commissie jaarlijks bij verordening "een volledige versie vast van de gecombineerde nomenclatuur, met de daarbij behorende tarieven van invoerrechten van het gemeenschappelijk dounaetarief zoals die voortvloeit uit door de Raad of door de Commissie vastgestelde bepalingen". Tijdens de periode waarin de betwiste invoer plaatsvond, waren de toepasselijke versies van de gecombineerde nomenclatuur neergelegd in de volgende verordeningen van de Commissie: verordening (EEG) nr. 3174/88 van 21 september 1988(3), verordening (EEG) nr. 2886/89 van 2 augustus 1989(4) en verordening (EEG) nr. 2472/90 van 31 juli 1990.(5) De bewoordingen van de posten 8471 en 8543 zijn gedurende de relevante periode niet gewijzigd. Zij bleven zoals beschreven in punt 2 hiervoor.

7. Schriftelijke opmerkingen zijn ingediend door Siemens Nixdorf en de Commissie, die het in grote lijnen eens zijn over de douane-indeling van het betrokken soort goederen.

8. Siemens Nixdorf stelt, dat post 8471 ook vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1288/91 van toepassing was. Zij baseert haar mening op de bewoordingen van de laatste alinea van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur. In die alinea worden monitors van het betrokken type niet van post 8471 uitgesloten, aangezien zij niet in staat zijn een eigen functie te vervullen. Deze monitors kunnen enkel worden gebruikt als onderdeel van een gegevensverwerkend systeem. Bovendien zijn zij een essentieel onderdeel van de meeste personal computers, die zonder een dergelijke monitor geen praktisch nut hebben. De betrokken monitors kunnen niet worden gebruikt voor de ontvangst van televisieprogramma' s of voor het bekijken van videocassettes.

9. Siemens Nixdorf stelt niet, dat verordening nr. 1288/91 met terugwerkende kracht moet worden toegepast, maar zij ziet de vaststelling van de verordening als een bewijs dat post 8471 hoe dan ook de juiste was.

10. De Commissie verklaart dat, volgens vaste rechtspraak van het Hof, indelingsverordeningen ° zoals verordening nr. 1288/91 ° niet met terugwerkende kracht kunnen worden toegepast. Zij verwijst hiervoor naar de zaak Biegi.(6) Haars inziens zou verordening nr. 1288/91 wel als een loutere bevestiging van de van te voren bestaande wettelijke situatie kunnen worden beschouwd. Zij wijst erop, dat in de bijlage van verordening nr. 1288/91 staat dat "de indeling is vastgesteld op basis van (...) aantekening 5 B op hoofdstuk 84". Niettemin vond de nationale rechter verordening nr. 1288/91 niet relevant en stelde hij daarom een vraag over de uitlegging van aantekening 5 B op hoofdstuk 84. Daarom concentreert de Commissie zich op de uitlegging van die aantekening.

11. Zij merkt op, dat de toelichtingen bij de nomenclatuur van de Internationale Douaneraad (geharmoniseerd systeem) bij de uitlegging van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 dienstig zijn. Zij verwijst naar punt E van de algemene opmerkingen bij hoofdstuk 84 en naar de punten I A en I D van de toelichtingen op post 8471. De eerstgenoemde bepaling luidt als volgt:

"E. Automatische gegevensverwerkende machines, ingebouwd in een machine met een eigen functie of in samenhang gebruikt met andere machines die een eigen functie vervullen (...)

Overeenkomstig de voorwaarden van aantekening 5 laatste paragraaf op hoofdstuk 84 dienen automatische gegevensverwerkende machines die zijn ingebouwd in een machine met een eigen functie of die in samenhang worden gebruikt met andere machines die een eigen functie vervullen, als volgt te worden ingedeeld:

a. een automatische gegevensverwerkende machine, ingebouwd in een machine met een eigen functie, moet altijd worden ingedeeld onder de post die in verband met de functie van de machine van toepassing is of bij ontbreken daarvan onder een sluitpost en niet onder post 84.71.

b. machines aangeboden met automatische gegevensverwerkende machines en bestemd om daarmee een eigen functie andere dan gegevens verwerken, te vervullen, moeten worden ingedeeld als volgt: de automatische gegevensverwerkende machine moet afzonderlijk onder post 84.71 worden ingedeeld terwijl de andere machines ingedeeld moeten worden onder de post die overeenkomt met de functie die zij vervullen (...)."

12. Punt I A van de toelichtingen op post 8471 luidt, voor zover van belang:

"Digitale gegevensverwerkende machines bestaan gewoonlijk uit een aantal afzonderlijke, onderling verbonden eenheden. Als zodanig vormen zij dan een systeem.

Een compleet digitaal gegevensverwerkend systeem dient tenminste te bestaan uit:

1. een centrale verwerkingseenheid, waarin in de regel het centrale geheugen, de reken- en logische elementen en de besturingselementen zijn ondergebracht; in bepaalde gevallen echter kunnen deze elementen afzonderlijk in verschillende eenheden zijn ondergebracht;

2. een invoereenheid, die invoergegevens ontvangt en omzet in signalen, geschikt om door de machines te worden verwerkt;

3. een uitvoereenheid, die de door de machine geleverde signalen omzet in een leesbare vorm (gedrukte tekst, grafieken, visuele presentatie, enz.) of in gecodeerde gegevens voor verder gebruik (verwerking, besturing, enz.).

Twee van deze eenheden (b.v. invoer- en uitvoereenheid) kunnen in een enkele eenheid zijn ondergebracht.

Deze systemen kunnen ook verre-invoer- en verre-uitvoereenheden, in de vorm van eindstations van gegevens, omvatten."

13. Punt I D van de toelichtingen op post 8471 luidt, voor zover van belang.

"D. Afzonderlijk aangeboden eenheden

Deze post omvat eveneens afzonderlijk aangeboden eenheden die een wezenlijk bestanddeel van een gegevensverwerkend systeem vormen. Deze eenheden zijn die, beschreven onder A en B hiervoor als delen van een compleet systeem of van een complete apparatuur.

Naast de centrale verwerkingseenheden en invoer- en uitvoereenheden kunnen van dergelijke eenheden worden genoemd:

1. aanvullende invoer- en uitvoereenheden (ponskaarten- en ponsbandeenheden, sneldrukkers, tweecooerdinatenschrijvers, invoer-, uitvoereindstations, enz.);

(...)"

14. De Commissie leidt uit de aangehaalde bepalingen af, dat zich in afzonderlijke omhullingen bevindende eenheden die integraal deel uitmaken van een gegevensverwerkend systeem, onder post 8471 vallen wanneer zij, door hun ontwerp, enkel geschikt zijn om als onderdeel van een gegevensverwerkend systeem te worden gebruikt. Uit de verwijzingsbeschikking blijkt, dat de door Siemens Nixdorf ingevoerde kleurenmonitors enkel als een integraal onderdeel van een gegevensverwerkend systeem kunnen worden gebruikt.

15. De Commissie geeft daarom in overweging, de vraag aldus te beantwoorden dat de laatste alinea van aantekening 5 B op hoofdstuk 84, ook vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1288/91, aldus moet worden uitgelegd, dat kleurenmonitors die uitsluitend signalen van de centrale verwerkingseenheid van een automatische gegevensverwerkende machine kunnen ontvangen en die niet in staat zijn een kleurenbeeld te reproduceren op basis van een composiet videosignaal, geen "eigen functie" bezitten.

16. De door de Commissie aanbevolen benadering is ongetwijfeld juist.

17. In de eerste plaats, wat de relevantie van verordening nr. 1288/91 betreft, blijkt uit de Biegi-zaak(7), dat een dergelijke verordening niet met terugwerkende kracht kan worden toegepast. Zoals Siemens Nixdorf en de Commissie opperen, zou de vaststelling van verordening nr. 1288/91 evenwel kunnen worden gezien als een bewijs, dat post 8471 hoe dan ook de juiste indeling voor het betrokken soort goederen was. In de derde alinea van kolom 3 van de bijlage bij de verordening wordt vermeld, dat de indeling van een kleurenmonitor "die uitsluitend signalen van de centrale verwerkingseenheid van een automatisch gegevensverwerkende machine kan ontvangen" en "niet in staat is een kleurenbeeld te reproduceren op basis van een composiet videosignaal", is vastgesteld "op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 5 B op hoofdstuk 84, alsmede de tekst van de GN-codes 8471, 8471 92 en 8471 92 90". Dit duidt er stellig op, dat de auteurs van de verordening van mening waren, dat uit de reeds bestaande regels volgde, dat kleurenmonitors van het betrokken type onder post 8471 moesten worden ingedeeld.

18. Bij de mogelijke relevantie van verordening nr. 1288/91 voor de uitlegging van de van te voren bestaande regels behoeft echter niet lang te worden stilgestaan, aangezien het mijns inziens duidelijk is, dat kleurenmonitors van het betrokken type, ook wanneer de verordening geheel buiten beschouwing wordt gelaten, onder post 8471 zouden moeten worden ingedeeld.

19. Zelfs zonder de toelichtingen waarnaar de Commissie verwijst, laat de tekst van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur niet veel ruimte voor twijfel. In de eerste alinea van aantekening 5 B wordt verklaard, dat automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen als apparatuur, bestaande uit een variabel aantal "zich in afzonderlijke omhullingen bevindende eenheden" en dat dergelijke eenheden als een deel van de complete apparatuur worden aangemerkt, indien zij op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten en speciaal als onderdeel van een dergelijk systeem zijn ontworpen, hetgeen betekent dat zij in staat moeten zijn om gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm ° code of signalen ° die bruikbaar voor het systeem is. In hun normale spraakgebruik lijkt uit deze woorden te volgen, dat de betrokken kleurenmonitors "zich in afzonderlijke omhullingen bevindende eenheden" zijn, die "op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten", "speciaal zijn ontworpen om van een dergelijk systeem deel uit te maken" en in staat zijn "gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm ° code of signalen ° die bruikbaar is voor het systeem".

20. Eventuele twijfel op grond van de bewoordingen van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 zou te wijten zijn aan de laatste alinea van die aantekening, waarin staat dat machines die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmee in samenhang worden gebruikt en een eigen functie vervullen, niet onder post 8471 worden ingedeeld. De vraag is, wat precies wordt bedoeld met de woorden "een eigen functie". Wordt hiermee een functie bedoeld die niet met gegevensverwerking in verband staat of kan een functie op dat gebied er wel onder vallen? De vraag lijkt te worden beantwoord in punt E van de algemene opmerkingen bij hoofdstuk 84 in de toelichtingen van de Internationale Douaneraad, die een gezaghebbende bron zijn voor de uitlegging van de posten van de gemeenschappelijke nomenclatuur.(8) Uit dit punt E blijkt, dat een machine die is ingebouwd in of werkt in samenhang met een automatische gegevensverwerkende machine, enkel wanneer zij een "andere functie dan gegevens verwerken" vervult, moet worden geacht een eigen functie te vervullen, en dat zij dus niet onder post 8471 kan worden ingedeeld. Kleurenmonitors die, in de woorden van de nationale rechter in de verwijzingsbeschikking, "uitsluitend signalen van de centrale verwerkingseenheid van een automatische gegevensverwerkende machine kunnen ontvangen en die niet in staat zijn een kleurenbeeld te reproduceren op basis van een composiet videosignaal", vervullen duidelijk geen andere functie dan gegevensverwerking. Post 8471 is dus de juiste indeling.

21. Dit wordt bevestigd in een andere bepaling van de eerdergenoemde toelichtingen. Punt I A van de toelichtingen op post 8471 vermeldt, dat een compleet digitaal gegevensverwerkend systeem ten minste dient te bestaan uit "een uitvoereenheid, die de door de machine geleverde signalen omzet in een leesbare vorm (gedrukte tekst, grafieken, visuele presentatie, enz.)". De in deze zaak betrokken kleurenmonitors zijn vermoedelijk uitvoereenheden, die de door de machine geleverde signalen in een leesbare vorm omzetten, namelijk beelden op een scherm. Het is van belang erop te wijzen, dat in de Duitse versie van de toelichtingen, die door het Duitse Ministerie van Financiën zijn uitgegeven en vermoedelijk niet de authentieke versie zijn(9), de term "visuele presentatie" is vertaald met "Bildschirmanzeigen", hetgeen duidelijk de presentatie van informatie op een scherm inhoudt.

22. Gezien de bewoordingen van de eerdergenoemde toelichtingen, is het hoe dan ook overduidelijk, dat ook vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1288/91 kleurenmonitors van het betrokken type geen eigen functie vervulden in de zin van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur en dat post 8471 de juiste tariefindeling was.

Conclusie

23. Bijgevolg geef ik in overweging, de door het Finanzgericht Muenchen aan het Hof voorgelegde vraag te beantwoorden als volgt:

De laatste alinea van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief moest ook vóór de inwerkingtreding van verordening (EEG) nr. 1288/91 van de Commissie aldus worden uitgelegd, dat kleurenmonitors die uitsluitend signalen van de centrale verwerkingseenheid van een automatische gegevensverwerkende machine kunnen ontvangen en die niet in staat zijn een kleurenbeeld te reproduceren op basis van een composiet videosignaal, geen "eigen functie" vervulden en onder post 8471 moesten worden ingedeeld.

(*) Oorspronkelijke taal: Engels.

(1) - PB 1991, L 122, blz. 11.

(2) - PB 1987, L 256, blz. 1.

(3) - PB 1988, L 298, blz. 1.

(4) - PB 1989, L 282, blz. 1.

(5) - PB 1990, L 247, blz. 1.

(6) - Arrest van 28 maart 1979, zaak 158/78, Jurispr. 1979, blz. 1103.

(7) - Reeds aangehaald in punt 10 hiervoor.

(8) - Arrest van 4 oktober 1979, zaak 11/79, Cleton, Jurispr. 1979, blz. 3069, r.o. 9.

(9) - De officiële talen van de Internationale Douaneraad zijn Engels en Frans.