61989O0076

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF VAN 11 MEI 1989. - RADIO TELEFIS EIREANN EN ANDEREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - MEDEDINGEN - MISBRUIK VAN MACHTSPOSITIE - PRAKTIJKEN DIE HET UITGEVEN EN DE VERKOOP VAN ALGEMENE WEKELIJKSE TV-GIDSEN BELETTEN. - GEVOEGDE ZAKEN C-76, 77 EN 91/89 R.

Jurisprudentie 1989 bladzijde 01141


Partijen
Overwegingen van het arrest
Dictum

Trefwoorden


++++

Kort geding - Opschorting van tenuitvoerlegging - Voorwaarden - Ernstige en onherstelbare schade

( EEG-Verdrag, artikel 185; Reglement voor de procesvoering, artikel 83, paragraaf 2 )

Partijen


In de gevoegde zaken 76, 77 en 91/89 R,

Radio Telefis Eireann, openbare instelling gevestigd te Dublin, vertegenwoordigd door W . Alexander en H . Ferment, advocaten te 's-Gravenhage, geïnstrueerd door G . F . McLaughlin, directeur juridische zaken van Radio Telefis Eireann, en E . F . Collins & Son, solicitors te Dublin, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij E . Arendt, advocaat aldaar, 4, avenue Marie-Thérèse ( zaak 76/89 R ),

British Broadcasting Corporation

en

BBC Enterprises Limited, gevestigd te Londen, vertegenwoordigd door C . Bellamy, QC, J . Lever, QC, en R . Anderson, barrister, geïnstrueerd door R . Griffith, solicitor van het kantoor Clifford Chance te Londen, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij Loesch en Wolter, advocaten aldaar, 8, rue Zithe ( zaak 77/89 R )

en

Independent Television Publications Limited, gevestigd te Londen, vertegenwoordigd door A . Tyrrell, QC, geïnstrueerd door M.J . Reynolds, solicitor van het kantoor Allen & Overy te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij Loesch en Wolter, 8, rue Zithe ( zaak 91/89 R ),

verzoeksters,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J . Bourgeois, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, bijgestaan door I . Forrester, QC bij de Schotse balie, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Magill TV Guide Limited, gevestigd te Dublin, vertegenwoordigd door J . D . Cooke, Senior Counsel bij de Ierse balie, geïnstrueerd door Gore & Grimes, solicitors te Dublin, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij L . Schiltz, advocaat aldaar, 83, boulevard Grande-Duchesse Charlotte,

interveniënte,

betreffende een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie van 21 december 1988 inzake een procedure op grond van artikel 86 van het EEG-Verdrag ( IV/31.851, Magill TV Guide/ITP, BBC en RTE ) ( PB 1989, L 78, blz . 43 ),

geeft

KAMERPRESIDENT T . KOOPMANS,

waarnemend voor de president van het Hof ingevolge de artikelen 85, tweede alinea, en 11 van het Reglement voor de procesvoering,

de navolgende

Beschikking

Overwegingen van het arrest


1 Bij verzoekschriften neergelegd ter griffie van het Hof op 10 maart 1989 ( zaken 76/89 R en 77/89 R ) en 17 maart 1989 ( zaak 91/89 R ), hebben Radio Telefis Eireann ( hierna : RTE ), British Broadcasting Corporation en BBC Enterprises Limited ( hierna : BBC ) en Independent Television Publications Limited ( hierna : ITP ) verzocht om opschorting van de tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie van 21 december 1988 inzake een procedure op grond van artikel 86 van het EEG-Verdrag ( IV/31.851, Magill TV Guide/ITP, BBC en RTE ). Op dezelfde data hebben verzoeksters krachtens artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag, beroep ingesteld tot nietigverklaring van die beschikking, die in het Publikatieblad van 21 maart 1989 ( L 78, blz . 43 ) is bekendgemaakt .

2 De drie zaken hebben hetzelfde voorwerp en zijn in die mate verknocht, dat zij gevoegd moeten worden voor de beschikking in kort geding .

3 Bij op 24 en 28 april 1989 ter griffie van het Hof neergelegde verzoekschriften heeft Magill TV Guide Limited ( hierna : Magill ) verzocht om toelating tot interventie in de drie kort-gedingprocedures ter ondersteuning van de conclusies van de Commissie . Daar Magill bij de Commissie een klacht tegen RTE, BBC en ITP heeft ingediend die tot de bestreden beschikking heeft geleid, heeft zij belang bij de uitkomst van het geding . Derhalve dient haar verzoek voor de kort-gedingprocedure te worden ingewilligd .

4 Verweerster heeft op 12 april 1989 schriftelijke opmerkingen ingediend . Verzoeksters en verweerster zijn op 28 april 1989 in hun mondelinge opmerkingen gehoord .

5 Vóór het onderzoek van de gegrondheid van het verzoek in kort geding is het wenselijk, de antecedenten van het geschil kort weer te geven .

6 De televisiekijkers in Ierland en Noord-Ierland kunnen voor het merendeel zes televisiekanalen ontvangen : RTE1 en RTE2, verzorgd door RTE, die een wettelijk monopolie voor het verzorgen van nationale uitzendingen geniet; BBC1 en BBC2, verzorgd door BBC, alsmede ITV en Channel 4, verzorgd door televisiemaatschappijen die van de Independent Broadcasting Authority ( hierna : IBA ) een vergunning hebben gekregen voor het verzorgen van particuliere televisieprogramma' s . In het Verenigd Koninkrijk hebben BBC en IBA een duopolie voor nationale televisieprogramma' s . Voorts kunnen veel televisiekijkers in Ierland die op kabelnetten zijn aangesloten, een aantal via satelliet verspreide programma' s ontvangen .

7 In het kader van hun zendactiviteiten stellen RTE, BBC en - in het geval van IBA - ITP, waarvan de door IBA gemachtigde televisiemaatschappijen aandeelhouder zijn, programmaoverzichten op, waarin het kanaal, de dag, de titel en het uur van de uitzendingen zijn vermeld . Het auteursrecht op de programmaoverzichten van BBC1 en 2 behoort aan BBC, dat op de overzichten van ITV en Channel 4 aan ITP en dat op de overzichten van RTE1 en 2 aan RTE .

8 ITP, BBC en RTE publiceren ieder een wekelijkse tv-gids met hun respectieve programma' s voor de betrokken week . De programma' s van ITP worden overgenomen in "TV Time", die van BBC in "Radio Times" en die van RTE in "RTE Guide ". Verder ontvangen de dag - en weekbladen die daarom vragen, kosteloos de programmaoverzichten van ITP, BBC en RTE . Bij de publikatie van de programma' s moeten de nieuwsbladen zich evenwel aan een aantal voorwaarden houden . De dagbladen mogen de programma' s in principe voor een periode van 24 uur en in het weekend van 48 uur publiceren; de weekbladen mogen enkel de zogenoemde "highlights" van de in de komende week uit te zenden programma' s publiceren . De uitgave van een wekelijkse algemene tv-gids met alle programma' s voor de betrokken week is in Ierland, en naar het schijnt ook in het Verenigd Koninkrijk, onmogelijk gebleken als gevolg van de weigering van ITP, BBC en RTE om daarvoor licenties te verlenen .

9 De in Dublin gevestigde uitgeverij Magill publiceerde in mei en juni 1986 een wekelijkse TV-gids met informatie over alle door ITV, Channel 4, BBC en RTE uitgezonden programma' s . Als gevolg van gerechtelijke stappen door ITP, BBC en RTE in Ierland ondernomen, werd Magill de uitgave van die gids verboden . Op 4 april 1986 diende Magill een klacht in bij de Commissie, waarin zij met name stelde, dat ITP, BBC en RTE misbruik maakten van hun machtspositie op de markt door licenties voor de publikatie van wekelijkse programmaoverzichten te weigeren .

10 De bestreden beschikking van de Commissie bepaalt in artikel 1, dat het beleid en de gedragingen van ITP, BBC en RTE inzake hun eigen wekelijkse overzichten van programma' s die in Ierland en Noord-Ierland kunnen worden ontvangen, een inbreuk vormen op artikel 86 van het Verdrag, in zoverre daardoor de publikatie en verkoop van wekelijkse alomvattende tv-gidsen in Ierland en Noord-Ierland wordt verhinderd . Artikel 2 luidt als volgt :

"ITP, BBC en RTE dienen aan de in artikel 1 genoemde inbreuk onverwijld een einde te maken door elkaar en aan derden op verzoek op niet discriminerende basis hun eigen wekelijkse programmaoverzichten mede te delen en de verveelvoudiging van deze overzichten door die partijen toe te staan . Dit vereiste strekt zich niet uit tot informatie uitgaand boven de overzichten zoals in deze beschikking omschreven . Indien de partijen de verstrekking van de overzichten en de toestemming voor de verveelvoudiging wensen te doen plaatsvinden via licenties, dienen de door ITP, BBC en RTE verlangde royalties redelijk te zijn . Bovendien mogen ITP, BBC en RTE in alle aan derden verleende licenties zodanige voorwaarden opnemen als noodzakelijk worden geacht voor een uitgebreide berichtgeving van hoge kwaliteit betreffende al hun programma' s, met inbegrip van die welke voor een minderheid van de bevolking zijn bestemd en/of van regionale programma' s alsmede programma' s van culturele, historische en educatieve waarde . De partijen dienen derhalve te worden verplicht om binnen twee maanden na de datum van kennisgeving van deze beschikking voorstellen ter goedkeuring aan de Commissie voor te leggen inzake de voorwaarden waaronder naar hun mening aan derden kan worden toegestaan de wekelijkse programmaoverzichten te publiceren die het voorwerp van deze beschikking vormen ."

11 ITP verzoekt om opschorting van de tenuitvoerlegging van artikel 2, althans voor zover het haar verplicht, op verzoek op niet discriminerende basis haar eigen wekelijkse programmaoverzichten aan derden mede te delen en de verveelvoudiging ervan door BBC, RTE en derden toe te staan . BBC verzoekt om opschorting van de toepassing van de artikelen 1 en 2 van de beschikking . RTE verzoekt om opschorting van de tenuitvoerlegging van artikel 2, voor zover dit artikel haar verplicht, de verveelvoudiging van haar programmaoverzichten door BBC, ITP en derden toe te staan, en de voorwaarden waaronder derden toestemming kunnen krijgen om die programma' s te publiceren, ter goedkeuring voor te leggen aan de Commissie .

12 Volgens artikel 185 EEG-Verdrag heeft een bij het Hof ingesteld beroep geen schorsende werking . Volgens dezelfde bepaling juncto artikel 83, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering kan het Hof evenwel opschorting van de tenuitvoerlegging van de bestreden handeling gelasten . Het is vaste rechtspraak van het Hof, dat een dergelijke maatregel slechts in overweging kan worden genomen indien de daartoe aangevoerde omstandigheden feitelijk en rechtens ze voorshands gerechtvaardigd doen voorkomen . Voorts moet de maatregel spoedeisend zijn in die zin, dat het noodzakelijk is dat zij reeds vóór de beslissing ten gronde effect sorteert ter voorkoming van ernstige en onherstelbare schade voor de partij die erom verzoekt . Ten slotte moet de maatregel voorlopig zijn in die zin, dat de beslissing ten gronde er niet door wordt geprejudicieerd .

13 In het kort geding moet ervan worden uitgegaan, dat de drie verzoeksters het auteursrecht hebben op hun respectieve wekelijkse programmaoverzichten, dat dat auteursrecht volgens de erop toepasselijke wetgeving het uitsluitend recht impliceert om die overzichten te publiceren, en dat, eveneens volgens die wetgeving, verzoeksters niet verplicht waren, aan derden licenties te verlenen of hun toe te staan die gegevens te publiceren .

14 Met haar vaststelling, dat de drie ondernemingen hun machtspositie op de markt van tv-gidsen met weekprogramma' s hebben gebruikt om te verhinderen dat er op die markt een nieuw produkt zou verschijnen, namelijk een algemeen tv-weekblad met gegevens betreffende meerdere kanalen, en aldus het auteursrecht hebben misbruikt, heeft de Commissie een beslissing getroffen die moeilijke vragen doet rijzen over de precieze draagwijdte van artikel 86 van het Verdrag en de bevoegdheid waarover de Commissie beschikt ingevolge verordening nr . 17 ( PB 1962, blz . 204 ). Die vragen moeten door het Hof in het kader van de hoofdzaak worden onderzocht .

15 In die omstandigheden dient de rechter in kort geding allereerst na te gaan, of het bij een eventuele nietigverklaring van de bestreden beschikking door het Hof mogelijk is, de situatie die door onmiddellijke tenuitvoerlegging van die beschikking zal ontstaan, terug te draaien en, omgekeerd, of opschorting van de tenuitvoerlegging belet dat de beschikking nog volledige werking krijgt wanneer de beroepen in de hoofdzaak zouden worden verworpen . In casu lijkt de tweede van deze vragen geen moeilijkheden van gelijke ernst op te werpen als de eerste, aangezien door opschorting van de tenuitvoerlegging enkel de al jaren bestaande status quo nog gedurende korte tijd zou worden gehandhaafd . Derhalve moet in het bijzonder worden ingegaan op de eerste vraag, dat wil zeggen wat de gevolgen zouden zijn van onmiddellijke tenuitvoerlegging van de beschikking .

16 Dienaangaande stellen verzoeksters dat, zo de tenuitvoerlegging van de beschikking niet wordt opgeschort, de hun bij artikel 2 opgelegde verplichting om hun weekprogramma' s "onverwijld" aan derden mee te delen, zou leiden tot een nieuwe situatie op de markt, die onmogelijk nog kan worden gecorrigeerd wanneer het Hof de beschikking nietig zou verklaren . De uitgeverijen, de nieuwsbladen en de gebruikers zouden dan immers gewend zijn geraakt aan de beschikbaarheid van de algemene programmaoverzichten en vraag en aanbod zouden daardoor duurzaam worden beïnvloed .

17 De Commissie legt de klemtoon op het tweede deel van artikel 2 : indien de betrokken ondernemingen bereid zijn de publikatie van de gegevens via licenties toe te staan, zouden zij hun voorstellen maar aan de Commissie behoeven voor te leggen ter goedkeuring van de eventueel aan belanghebbende derden te stellen voorwaarden . De drie verzoeksters zouden de Commissie inderdaad voorstellen hebben gedaan, die thans in studie zijn . Na een eerste reactie van de Commissie zouden verzoeksters gelegenheid krijgen voor commentaar, waarover de Commissie zich zal beraden alvorens defintief over de voorstellen te beslissen . Zolang de Commissie zich niet definitief over de voorstellen van verzoeksters heeft uitgesproken, zou tenuitvoerlegging van artikel 2 derhalve niet tot ernstige en onherstelbare schade kunnen leiden .

18 Gelet op deze discussie, moet worden erkend dat volledige tenuitvoerlegging van artikel 2, dat verzoeksters verplicht auteursrechtelijk beschermde gegevens "onverwijld" ter beschikking van derden te stellen, op de markt tot een ontwikkeling zou kunnen leiden die later moeilijk, zo niet onmogelijk terug te draaien is . In zoverre zouden verzoeksters ernstige schade kunnen leiden, die, wanneer het Hof de beschikking nietig zou verklaren, onherstelbaar zou zijn .

19 Deze overwegingen behoeven echter niet te leiden tot volledige opschorting van de tenuitvoerlegging van artikel 2 . Tussen verzoeksters en de Commissie is immers overleg gaande over de voorwaarden waaronder aan derden licenties zouden moeten worden verleend . Verzoeksters hebben er geen enkel belang bij, dat overleg niet voort te zetten, gezien de mogelijkheid dat hun beroep uiteindelijk zal worden verworpen .

20 Gelet op het voorgaande, zijn er termen om de opschorting te gelasten van de tenuitvoerlegging van artikel 2 van de bestreden beschikking, voor zover die bepaling verzoeksters verplicht, onverwijld een einde te maken aan de door de Commissie vastgestelde inbreuk door aan elkaar en aan derden op verzoek op niet discriminerende basis hun eigen wekelijkse programmaoverzichten mee te delen en de verveelvoudiging van die overzichten door die partijen toe te staan . De verzoeken in kort geding moeten voor het overige worden afgewezen .

Dictum


KAMERPRESIDENT T . KOOPMANS,

waarnemend voor de president van het Hof ingevolge de artikelen 85, tweede alinea, en 11 van het Reglement voor de procesvoering, rechtdoende bij voorraad,

beschikt :

1 ) De zaken 76/89 R, 77/89 R en 91/89 R worden voor de beschikking gevoegd .

2 ) Magill TV Guide Limited wordt toegelaten tot interventie in de gevoegde zaken 76, 77 en 91/89 R ter ondersteuning van de conclusies van verweerster .

3 ) De tenuitvoerlegging van artikel 2 van de beschikking van de Commissie van 21 december 1988 inzake een procedure op grond van artikel 86 van het EEG-Verdrag ( IV/31.851, Magill TV Guide/ITP, BBC en RTE ) wordt opgeschort, voor zover die bepaling verzoeksters verplicht onverwijld een einde te maken aan de door de Commissie vastgestelde inbreuk door aan elkaar en aan derden op verzoek op niet discriminerende basis hun eigen wekelijkse programmaoverzichten mee te delen en de verveelvoudiging van die overzichten door die partijen toe te staan .

4 ) De verzoeken in kort geding worden afgewezen voor het overige .

5 ) De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden .

Luxemburg, 11 mei 1989 .