Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

++++

1 . Prejudiciƫle vragen - Bevoegdheid van Hof - Handelingen van instellingen - Overeenkomsten van Gemeenschap - Associatieovereenkomst - Besluiten van associatieraad

( EEG-Verdrag, artikelen 177, eerste alinea, sub b, 228 en 238 )

2 . Internationale overeenkomsten - Overeenkomsten van Gemeenschap - Rechtstreekse werking - Voorwaarden - Besluiten betreffende vrij verkeer van werknemers - Bij associatieovereenkomst EEG-Turkije ingestelde associatieraad

( Associatieovereenkomst EEG-Turkije; besluiten nrs . 2/76 en 1/80 van associatieraad EEG-Turkije )

3 . Internationale overeenkomsten - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Vrij verkeer van personen - Werknemers - Toegang van Turkse onderdanen tot arbeid in loondienst te hunner keuze in een Lid-Staat - Voorwaarden - Voorafgaand verrichten van legale arbeid - Begrip

( Associatieovereenkomst EEG-Turkije; besluiten nrs . 2/76 en 1/80 van associatieraad EEG-Turkije )

Samenvatting

1 . De besluiten die ter uitvoering van een associatieovereenkomst tussen de Gemeenschap en een derde land door de bij die overeenkomst ingestelde associatieraad worden genomen, vormen vanaf de inwerkingtreding ervan een integrerend bestanddeel van de communautaire rechtsorde, zodat het Hof, dat op grond van artikel 177 EEG-Verdrag bevoegd is om over de overeenkomst als handeling van de instellingen uitspraak te doen, tevens bevoegd is uitspraak te doen over de uitlegging van die besluiten, hetgeen bijdraagt tot de eenvormige toepassing van het gemeenschapsrecht .

2 . Evenals de bepalingen van door de Gemeenschap met derde landen gesloten overeenkomsten, moeten de besluiten van een bij een associatieovereenkomst ter uitvoering van de bepalingen van die overeenkomst ingestelde associatieraad worden geacht rechtstreeks toepasselijk te zijn, wanneer zij, gelet op de bewoordingen en op het doel en de aard van die besluiten en van de overeenkomst, een duidelijke en nauwkeurig omschreven verplichting behelzen voor welker uitvoering en werking geen verdere handeling vereist is . Aan die voorwaarden wordt voldaan door de artikelen 2, lid 1, sub b, en 7, van besluit nr . 2/76 en door de artikelen 6, lid 1, derde streepje, en 13, van besluit nr . 1/80, die beide zijn genomen door de associatieraad ingesteld bij de associatieovereenkomst EEG-Turkije voor de geleidelijke totstandbrenging van het vrije verkeer van werknemers, hetgeen bij de bepalingen van de overeenkomst, die een programmatisch karakter hebben, is vastgelegd . Die besluiten hebben derhalve rechtstreekse werking in de Lid-Staten van de Gemeenschap .

Daaraan doet niet af, dat de wijze van toepassing nog in nationale voorschriften moet worden geregeld - daar deze voorschriften niet op een discretionaire bevoegdheid berusten -, dat die besluiten niet zijn gepubliceerd - daar dit enkel kan beletten dat aan particulieren verplichtingen worden opgelegd -, en dat de Lid-Staten vrijwaringsclausules kunnen toepassen - daar deze clausules enkel in bepaalde situaties toepasselijk zijn .

3 . Artikel 2, lid 1, sub b, van besluit nr . 2/76 en artikel 6, lid 1, derde streepje, van besluit nr . 1/80, beide genomen door de bij de associatieovereenkomst EEG-Turkije ingestelde associatieraad, geven de Turkse werknemer na een periode van legale arbeid in een Lid-Staat de mogelijkheid van vrije toegang tot arbeid in loondienst van zijn keuze . Ook al behoeft het legale karakter van de arbeid in de zin van die bepalingen niet noodzakelijk af te hangen van het bezit van een legale verblijfstitel, het onderstelt wel, dat de situatie van de betrokkene op de arbeidsmarkt stabiel en niet slechts van voorlopige aard is . Het begrip "legale arbeid" in vorengenoemde bepalingen kan dus geen betrekking hebben op de situatie van de Turkse werknemer die wegens de schorsende werking van zijn beroep tegen de weigering om hem het recht van verblijf te verlenen, legaal arbeid kan blijven verrichten .