++++
1. Handelingen van de instellingen - Richtlijnen - Uitvoering door Lid-Staten - Omzetting van richtlijn zonder optreden van wetgever - Voorwaarden - Bestaan van algemene juridische context die volledige toepassing van richtlijn verzekert - Met eisen van richtlijn overeenstemmende praktijk ontoereikend
(EEG-Verdrag, art. 189, derde alinea)
2. Milieu - Luchtverontreiniging - Richtlijn 80/779 - Vaststelling van grenswaarden voor concentratie van zwaveldioxyde - Vaststelling van dwingende rechtsnorm - Verplichting van Lid-Staten
(Richtlijn 80/779 van de Raad, art. 2)
3. Beroep wegens niet-nakoming - Voorwerp van geding - Bepaling door met redenen omkleed advies - Aan Lid-Staat gestelde termijn - Latere opheffing van niet-nakoming - Belang bij voortzetting van actie - Eventuele aansprakelijkheid van Lid-Staat
(EEG-Verdrag, art. 169)
1. Voor de omzetting van een richtlijn in intern recht is niet noodzakelijkerwijs vereist, dat de bepalingen ervan formeel en letterlijk in een uitdrukkelijke, specifieke wettelijke bepaling worden overgenomen. Naar gelang van de inhoud van de richtlijn kan een algemene juridische context daartoe voldoende zijn, wanneer deze daadwerkelijk de volledige toepassing van de richtlijn op voldoende bepaalde en duidelijke wijze verzekert, zodat, ingeval de richtlijn rechten voor particulieren in het leven beoogt te roepen, de begunstigden al hun rechten kunnen kennen en ze zo nodig voor de nationale rechterlijke instanties kunnen doen gelden.
De overeenstemming van een praktijk met de beschermende voorschriften van een richtlijn kan geen reden zijn om deze richtlijn in de interne rechtsorde niet door bepalingen om te zetten die zo nauwkeurig, duidelijk en doorzichtig zijn, dat de particulier zijn rechten en plichten kan kennen. Om de volledige toepassing van richtlijnen rechtens en niet alleen feitelijk te verzekeren, moeten de Lid-Staten zorgen voor een duidelijk wettelijk kader op het betrokken gebied.
2. De verplichting die artikel 2 van richtlijn 80/779 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxyde en zwevende deeltjes aan de Lid-Staten oplegt om grenswaarden vast te stellen die gedurende bepaalde periodes en onder bepaalde voorwaarden niet mogen worden overschreden, is ingevoerd ter bescherming van met name de gezondheid van de mens. Dit betekent, dat de betrokkenen zich in alle gevallen waarin de overschrijding van de grenswaarden de gezondheid van de mens kan bedreigen, op dwingende bepalingen moeten kunnen beroepen om hun rechten te kunnen doen gelden. Overigens is opneming van grenswaarden in een bepaling waarvan de bindende kracht buiten twijfel staat, ook hierom noodzakelijk, opdat een ieder wiens activiteiten vervuiling kunnen veroorzaken, precies weet welke verplichtingen hij heeft.
3. Het voorwerp van een krachtens artikel 169 EEG-Verdrag ingesteld beroep wordt bepaald door het met redenen omkleed advies van de Commissie. Ook wanneer de inbreuk na het verstrijken van de krachtens artikel 169, tweede alinea, gestelde termijn is opgeheven, blijft handhaving van het beroep van belang ter vaststelling van de grondslag van de aansprakelijkheid die ten gevolge van de niet-nakoming op een Lid-Staat kan rusten jegens andere Lid-Staten, de Gemeenschap of particulieren.