61987J0281

ARREST VAN HET HOF VAN 29 NOVEMBER 1989. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN HELLEENSE REPUBLIEK. - NIET-NAKOMING - LANDBOUW - NATIONALE INTERVENTIEREGELING VOOR MINDERWAARDIGE HARDE TARWE. - ZAAK 281/87.

Jurisprudentie 1989 bladzijde 04015


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


++++

Landbouw - Gemeenschappelijke ordening der markten - Prijsvorming - Nationale maatregelen - Onverenigbaarheid met gemeenschapsregeling

Samenvatting


De gemeenschappelijke marktordeningen zijn gebaseerd op het beginsel van een open markt, waartoe elke producent vrije toegang heeft onder voorwaarden van echte mededinging en waarvan de werking uitsluitend door de in die ordeningen voorziene instrumenten wordt geregeld . In het bijzonder kunnen de Lid-Staten op de onder een gemeenschappelijke marktordening vallende gebieden, en vooral wanneer die ordening op een gemeenschappelijke prijsregeling berust, niet meer met eenzijdig vastgestelde nationale maatregelen ingrijpen in het prijsvormingsmechanisme, zoals dit uit de gemeenschappelijke ordening voortvloeit .

Partijen


In zaak C-281/87,

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door X . A . Yataganas en D . Gouloussis, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verzoekster,

tegen

Helleense Republiek, vertegenwoordigd door K . Stavropoulos, jurist bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dienst Europese Gemeenschappen, I . Laïos, juridisch adviseur bij het Ministerie van Landbouw, en M . Tsotsanis, jurist bij het Ministerie van Landbouw, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Griekse ambassade, 117, Val Sainte-Croix,

verweerster,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt : O . Due, president, Sir Gordon Slynn, C . N . Kakouris en F . A . Schockweiler, kamerpresidenten, G . F . Mancini, R . Joliet, T . F . O' Higgins, G . C . Rodríguez Iglesias en M . Díez de Velasco, rechters,

advocaat-generaal : F . G . Jacobs

griffier : B . Pastor, administrateur

gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 6 juni 1989,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 6 juli 1989,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest


1 Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het Hof op 22 september 1987, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 169 EEG-Verdrag het Hof verzocht vast te stellen dat de Helleense Republiek, door aan de nationale organisatie van producentencooeperaties KYDEP opdracht te geven de minderwaardige durumtarwe van de oogst 1982 aan te kopen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de bepalingen betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen .

2 Verordening nr . 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen ( PB 1975, L 281, blz . 1 ), zoals later gewijzigd, bepaalt in artikel 3, dat de Raad jaarlijks een interventieprijs voor, onder meer, durumtarwe vaststelt, die voor alle interventiecentra in de Gemeenschap geldt . Ingevolge artikel 7, lid 1, van genoemde verordening zijn de door de Lid-Staten aangewezen interventiebureaus verplicht, de hun aangeboden in de Gemeenschap geoogste durumtarwe aan te kopen, voor zover de aanbiedingen voldoen aan de overeenkomstig lid 5 vast te stellen voorwaarden, met name hun aanzien van kwaliteit en hoeveelheid .

3 Verordening nr . 1569/77 van de Commissie van 11 juli 1977 houdende vaststelling van de procedures en voorwaarden voor de overneming van granen door de interventiebureaus ( PB 1977, L 174, blz . 15 ), bepaalt in artikel 2 en in de bijlage de minimum kwaliteitsnormen waaraan durumtarwe moet voldoen om voor interventie in aanmerking te komen, en verwijst ten dele naar bijlage I bij verordening nr . 2731/75 van de Raad van 29 oktober 1975 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe, rogge, gerst, mais en durumtarwe ( PB 1975, L 281, blz . 22 ).

4 Blijkens het dossier heeft de KYDEP tot taak, het door haar leden geproduceerde graan aan te kopen, in te zamelen, op te slaan en te verhandelen . Bij besluit van de minister van Landbouw is zij voorts aangewezen als interventiebureau in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de graanmarkt .

5 Uit het dossier blijkt ook, dat genoemde minister op 7 juli 1982 een circulaire ( nr . 41032 ) tot de KYDEP heeft gericht betreffende de "overneming van minderwaardige durumtarwe van de oogst 1982 ". In die cirulaire werd de KYDEP verzocht, alle minderwaardige durumtarwe die zich bij de producenten en de dorsbedrijven - met uitsluiting van de handelaren - bevond, op te kopen . De circulaire vermeldt de minimum kwaliteitsnormen voor voor verwerking geschikte durumtarwe en voor durumtarwe die uitsluitend tot diervoeder is bestemd, en bepaalt de voorwaarden voor de toepassing van kortingen en bonussen op de aankoopprijs van voor verwerking geschikte durumtarwe . De circulaire werd ter informatie gezonden aan de regionale directies van het Ministerie van Landbouw .

6 De Commissie stelt, dat de Helleense Republiek de bepalingen inzake de gemeenschappelijke ordening van de graanmarkt heeft geschonden door aldus een nationale interventiemaatregel toe te passen die de volledige interventieregeling van die marktordening opzij zet en tot gevolg heeft, dat de werking ervan wordt vervalst, met name doordat het prijsstelsel wordt verstoord en de producenten voordelen worden toegekend die in die marktordening niet zijn voorzien .

7 De Helleense Republiek stelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, doordat het is gebaseerd op drie vertrouwelijke documenten, waaronder voornoemde circulaire . Deze documenten zouden de werking van de KYDEP als handelsonderneming betreffen en dus onder het zakengeheim vallen . Bovendien zouden zij niet op rechtmatige wijze in handen van de Commissie zijn gekomen .

8 Ten gronde betoogt verweerster, dat de circulaire de KYDEP niet bond, doch uitsluitend bedoeld was om de producentenorganisaties, die daarom hadden gevraagd, informatie te verstrekken over de kwaliteitsnormen voor durumtarwe die geschikt is voor verwerking, respectievelijk durumtarwe bestemd voor diervoeding, en over de wijze van prijsvorming en de prijsbestanddelen, een en ander ten einde de producenten in staat te stellen speculaties van de handelaren te voorkomen . Dezen hadden immers minderwaardige durumtarwe van de producenten gekocht als voor diervoeding bestemde tarwe, en ze vervolgens voor een hogere prijs als voor verwerking geschikte tarwe verkocht aan de industrie .

9 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten, het procesverloop en de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting . Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof .

De ontvankelijkheid

10 Verweerster kan zich niet beroepen op het vertrouwelijk karakter van de circulaire, wanneer zij tegelijkertijd stelt, dat deze ten doel had, de producentenverenigingen informatie te verschaffen, die naar haar aard openbaar is .

11 Voorts heeft de Commissie ter terechtzitting verklaard, zonder op tegenspraak van verweerster te stuiten, dat zij op reguliere wijze in het bezit van de circulaire is geraakt, namelijk via particulieren die bij haar over de thans in geding zijnde nationale interventiemaatregel hadden geklaagd .

12 Mitsdien moet de exceptie van niet-ontvankelijkheid worden verworpen voor zover zij gebaseerd is op de aard van de circulaire en de wijze waarop deze in handen van de Commissie is gekomen .

Ten gronde

13 Reeds uit het opschrift en de tekst van de circulaire volgt, dat deze niet anders kan worden gezien dan als een mededeling aan de geadresseerde, de KYDEP, van gedetailleerde instructies met betrekking tot de modaliteiten van de aankoop van minderwaardige durumtarwe . In de circulaire wordt immers nergens gesproken over informatie desbetreffend die aan de producentenorganisaties zou moeten worden doorgegeven, maar wordt de KYDEP concreet gevraagd, over te gaan tot aankoop, tegen door de nationale administratie bepaalde prijzen, van alle durumtarwe die zich bij de producenten en de dorsbedrijven bevindt . Verder sluit de circulaire de overneming van minderwaardige durumtarwe van de handelaars uit en geeft zij aanwijzingen voor de opslag . Deze preciseringen zouden overbodig zijn indien de circulaire, zoals verweerster betoogt, ter informatie van de producenten was bedoeld .

14 Verder moet worden opgemerkt, dat verweerster niet heeft kunnen voldoen aan het verzoek van het Hof om de verzoeken om informatie over te leggen die de producentenorganisaties, naar verweersters zeggen, tot de Griekse autoriteiten hadden gericht met betrekking tot de kwaliteitsnormen en de prijsopbouw voor minderwaardige durumtarwe .

15 Daarenboven blijken de in de circulaire omschreven kwaliteitsnormen voor de aan te kopen minderwaardige durumtarwe in tal van opzichten minder streng te zijn dan die welke in verordening nr . 1569/77 ( reeds aangehaald ) in verband met de communautaire interventiemaatregelen worden gesteld .

16 Volgens 's Hofs rechtspraak ( zie met name de arresten van 28 november 1978, zaak 83/78, Pigs Marketing Board, Jurispr . 1978, blz . 2347, en 17 januari 1980, gevoegde zaken 95 en 96/79, Kefer en Delmelle, Jurispr . 1980, blz . 103 ) zijn de gemeenschappelijke marktordeningen gebaseerd op het beginsel van een open markt, waartoe elke producent vrije toegang heeft onder voorwaarden van echte mededinging en waarvan de werking uitsluitend door de in die ordeningen voorziene instrumenten wordt geregeld . In het bijzonder kunnen de Lid-Staten op de onder een gemeenschappelijke marktordening vallende gebieden, en vooral wanneer die ordening, zoals in casu, op een gemeenschappelijke prijsregeling berust, niet meer met eenzijdig vastgestelde nationale maatregelen ingrijpen in het prijsvormingsmechanisme, zoals dit uit de gemeenschappelijke ordening voortvloeit .

17 Hieruit volgt, dat de in geding zijnde circulaire in strijd is met de bepalingen van de gemeenschappelijke marktordening voor granen, doordat zij een nationale interventiemaatregel vormt op een gebied waarop een volledige gemeenschapsregeling bestaat .

18 Mitsdien moet worden vastgesteld dat de Helleense Republiek, door de KYDEP opdracht te geven de minderwaardige durumtarwe van de oogst 1982 aan te kopen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de bepalingen betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen .

19 Aangezien de niet-nakoming mede uit bedoelde circulaire rechtens genoegzaam blijkt, behoeft niet te worden ingegaan op de exceptie van niet-ontvankelijkheid die de Helleense Republiek baseert op de aard van de twee andere documenten die de Commissie tot staving van haar beroep heeft aangevoerd, en op de wijze waarop deze in het bezit van de Commissie zijn gekomen .

Beslissing inzake de kosten


Kosten

20 Ingevolge artikel 69, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen, voor zover zulks is gevorderd . Aangezien verweerster in het ongelijk is gesteld, dient zij in de kosten te worden verwezen .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE,

rechtdoende, verklaart :

1 ) Door de KYDEP opdracht te geven, de minderwaardige durumtarwe van de oogst 1982 aan te kopen, is de Helleense Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de bepalingen betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen .

2 ) De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten van de procedure .