ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 4 JULI 1989. - BENITO FRANCESCONI EN ANDEREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - BEROEP TOT SCHADEVERGOEDING - VERGOEDING VAN SCHADE VEROORZAAKT DOOR VERZUIM VAN DE COMMISSIE OM DE INFORMATIE TE VERSPREIDEN AAN DE HAND WAARVAN DE PRODUCENTEN / DISTRIBUTEURS VAN MET METHANOL VERVALSTE WIJNEN GEIDENTIFICEERD HADDEN KUNNEN WORDEN. - GEVOEGDE ZAKEN 326/86 EN 66/88.
Jurisprudentie 1989 bladzijde 02087
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . Niet-contractuele aansprakelijkheid - Voorwaarden - Onwettigheid - Schade - Oorzakelijk verband
( EEG-Verdrag, artikel 215, tweede alinea )
2 . Landbouw - Gemeenschappelijke ordening der markten - Wijn - Overeenstemming van produkten met gemeenschapsbepalingen - Controleplicht van Lid-Staten - Bescherming gezondheid consument - Ingrijpen Gemeenschap - Voorwaarden
( Verordening nr . 337/79 van de Raad, artikel 64 en verordening nr . 359/79 van de Raad, artikel 3; beschikking 84/133 van de Raad )
1 . Voor aansprakelijkheid van de Gemeenschap in de zin van artikel 215, tweede alinea, EEG-Verdrag, moet een aantal voorwaarden zijn vervuld : onwettigheid van een handeling of gedraging van de instellingen, werkelijk geleden schade en oorzakelijk verband tussen de handeling en de gestelde schade .
2 . De gemeenschapsinstellingen behoeven pas in te grijpen ter verzekering van de naleving van de gemeenschapsbepalingen in de wijnbouwsector, wanneer zij over gegevens beschikken waaruit blijkt dat de nationale instanties van de Lid-Staten niet naar behoren de controlerende taak vervullen die in deze sector op hen rust krachtens artikel 64 van verordening nr . 337/79, artikel 3 van verordening nr . 359/79 en beschikking 84/133 tot invoering van een systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks - en gebruiksartikelen .
In de gevoegde zaken 326/86 en 66/88,
Benito Francesconi, te Brussel ( België ),
Sprl Enoteca nazionale italiana di Benito Francesconi, te Brussel ( België ),
Sprl La Vinoteca d' Italia, te Brussel ( België ),
Sprl Italianissimo, te Brussel ( België ),
Fromagerie Sita SC, te Fayt-lez-Manage ( België ),
Gapi Sprl, te Brussel ( België ),
Willems-de Lunardo & Fils Sprl, te Jemeppes-sur-Meuse ( België ),
Nino Cucci, te Louvain-la-Neuve ( België ),
Gebroeders Salerno Pvba, te Tienen ( België ),
Vincenzo Smeraglia, te Heemskerk ( Nederland ),
Napoli Houtplein BV, te Haarlem ( Nederland ),
Bertolo e Figli Srl, te Turijn ( Italië ),
Luigi Brezza, te San Giorgio Monferrato ( provincie Alessandria, Italië ),
Marco Franchino, te Gattinara ( provincie Vercelli, Italië ),
Mario Patriarca, te Gattinara ( provincie Vercelli, Italië ),
Oreste Cillario, te Dogliani ( provincie Cuneo, Italië ),
Ninetto Vairetto, te Carema ( provincie Torino, Italië ),
Melchiore Balbiano, te Andezeno ( provincie Torino, Italië ),
Aldo Canale, te Serralunga ( provincie Cuneo, Italië ),
Silvio Grasso, te La Morra ( provincie Cuneo, Italië ),
allen aanvankelijk vertegenwoordigd door D . Buysschaert, later door P . Sculier, advocaat te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van G . Harles, advocaat aldaar, 4, avenue Marie-Thérèse ( zaak 326/86 ),
en
Giuseppe Visigalli, te Pavia ( Italië ),
Gina, Idelfonso, Manuela, Renzo en Rosanna Cappelletti, te Milaan ( Italië ),
Matteo Bisogni, te Turijn ( Italië ),
Clarissa Nagliato, Moreno en Mascia Casetto, te Milaan ( Italië ),
Filomena Fasciano, te Milaan ( Italië ),
vertegenwoordigd door L . Defalque, advocaat te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van A . Schmitt, advocaat aldaar, 13, boulevard Royal 13 ( zaak 66/88 ),
verzoekers,
tegen
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur D . Sorasio als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,
verweerster,
betreffende een beroep strekkende tot :
- vergoeding van de schade, geleden door de nalatigheid van de Commissie, die heeft verzuimd de informatie te verspreiden aan de hand waarvan de producenten/distributeurs van vervalste wijn hadden kunnen worden geïdentificeerd ( zaak 326/86 ),
- vergoeding van de schade, geleden door de nalatigheid van de Commissie in de affaire van de met methanol vervalste wijn, die geleid heeft tot het overlijden van de ouders van verzoekers ( zaak 66/88 ),
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE ( Tweede kamer ),
samengesteld als volgt : T . F . O' Higgins, kamerpresident, G . F . Mancini en F . A . Schockweiler, rechters,
advocaat-generaal : C . O . Lenz
griffier : B . Pastor, administrateur
gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 19 april 1989,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 25 mei 1989,
het navolgende
Arrest
1 Bij verzoekschriften, neergelegd ter griffie van het Hof op respectievelijk 23 december 1986 ( zaak 326/86 ) en 3 maart 1988 ( zaak 66/88 ), hebben enerzijds twintig handelaren, restauranthouders en producenten van Italiaanse wijn en anderzijds de rechtverkrijgenden van een aantal na het drinken van met methanol vermengde Italiaanse wijn overleden personen krachtens de artikelen 178 en 215, tweede alinea, EEG-Verdrag beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen, strekkende tot vergoeding van de schade die zij hebben geleden ten gevolge van het feit dat die vervalste wijn op de markt was aangeboden .
2 Verzoekers stellen schade te hebben geleden; voor een aantal van hen bestaat die schade in de vermindering van de export van Italiaanse wijn en de daaruit voortvloeiende daling van hun omzet ( zaak 326/86 ), voor de anderen in het verlies van een ouder ( zaak 66/88 ).
3 In april 1985 werden op de markt van de Bondsrepubliek Duitsland met diethyleenglycol vervalste Oostenrijkse wijnen ontdekt . Tijdens een persconferentie op 27 augustus 1985 verklaarde de Commissie, dat ook in sommige Italiaanse wijnen zeer geringe sporen van diethyleenglycol waren geconstateerd .
4 Op 19 maart 1986 lieten de Italiaanse autoriteiten de Commissie weten, dat sommige Italiaanse wijnen met methanol waren vervalst . De volgende dag zond de Commissie deze gegevens door naar de andere Lid-Staten . De eerste overlijdensgevallen als gevolg van het drinken van met methanol vervalste wijn deden zich voor op en na 2 maart 1986 .
5 Verzoekers zijn van oordeel, dat de Commissie een dienstfout heeft begaan . In de eerste plaats verwijten zij haar een slecht beheer van en gebrekkig toezicht op de wijnmarkt, doordat zij zich er niet van heeft vergewist, dat de algemene maatregelen betreffende de wijnmarkt in de Lid-Staten correct werden uitgevoerd . Verzoekers stellen vervolgens, dat die algemene maatregelen ook verkeerd zijn . Zij beweren dienaangaande, dat de voor de wijnsector vastgestelde maatregelen tot de aanmaak van vervalste wijn aanzetten, met name om in de consumptieve vraag te voorzien . Ten slotte verklaren verzoekers, dat de sterke toename van de hoeveelheden in 1984 geproduceerde wijn de Commissie niet had mogen ontgaan . Reeds in augustus 1985 had zij door middel van passende maatregelen ervoor moeten zorgen, dat de schadelijke gevolgen die het door de vervalste wijn veroorzaakte schandaal voor de betrokken ondernemers had, zoveel mogelijk beperkt bleven .
6 De Commissie bestrijdt zowel de door verzoekers gestelde dienstfout als het bestaan van een causaal verband tussen die vermeende fout en de door verzoekers geleden schade .
7 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten en de antecedenten van het geschil, het procesverloop en de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting . Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof .
8 Voor het onderzoek van de gegrondheid van het beroep zij herinnerd aan de voorwaarden waaronder de Gemeenschap krachtens artikel 215, tweede alinea, EEG-Verdrag aansprakelijk kan worden gesteld . Volgens vaste rechtspraak van het Hof ( zie met name het arrest van 15 januari 1987, zaak 253/84, GAEC de la Ségaude, Jurispr . 1987, blz . 123 ) moet voor de aansprakelijkheid van de Gemeenschap een aantal voorwaarden zijn vervuld : onwettigheid van een handeling of gedraging van de instellingen, werkelijk geleden schade en oorzakelijk verband tussen de handeling en de gestelde schade .
9 In de eerste plaats moet worden onderzocht, of verzoekers een onwettige handeling van de Commissie hebben weten aan te tonen, en zo ja, of ook aan de twee andere voorwaarden voor aansprakelijkheid van de Gemeenschap is voldaan .
10 Vooraf zij opgemerkt, dat het aan de Lid-Staten staat om de naleving van de gemeenschapsbepalingen in de wijnbouwsector te verzekeren .
11 Immers, ingevolge artikel 64 van verordening nr . 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt ( PB 1979, L 54, blz . 1 ), dienen de Lid-Staten een of meer instanties aan te wijzen die zij belasten met de controle op de naleving van de bepalingen van die verordening . Volgens artikel 3 van verordening nr . 359/79 van de Raad van 5 februari 1979 betreffende de rechtstreekse samenwerking tussen de instanties die door de Lid-Staten zijn belast met de controle op de naleving van de communautaire en de nationale bepalingen in de wijnbouwsector ( PB 1979, L 54, blz . 136 ), dienen de nationale instanties een grondige studie te verrichten van de gegevens welke aanleiding geven tot het vermoeden, dat het betrokken produkt niet overeenstemt met de wijnbouwvoorschriften . Ook volgens beschikking 84/133 van de Raad van 2 maart 1984 tot invoering van een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks - en gebruiksartikelen ( PB 1984, L 70, blz . 16 ), zijn het de Lid-Staten die eventueel spoedmaatregelen moeten treffen om het in de handel brengen van een produkt te voorkomen wegens een ernstig en onmiddellijk gevaar dat dit voor de gezondheid en veiligheid van de consument kan opleveren .
12 Uit deze regelingen blijkt, dat de gemeenschapsinstellingen pas behoeven in te grijpen, wanneer vaststaat dat de nationale instanties hun controlerende taak niet naar behoren vervullen .
13 Alvorens de door verzoekers aangevoerde middelen te onderzoeken, zij er nog op gewezen, dat de Commissie een aantal maatregelen heeft genomen met betrekking tot de beheersstructuren van de wijnmarkt . Zo heeft zij verordening nr . 2102/84 van 13 juli 1984 vastgesteld, betreffende de opgaven van oogsten, produktie en voorraden van wijnbouwprodukten ( PB 1984, L 194, blz . 1 ), alsmede verordening nr . 2396/84 van 20 augustus 1984 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor het opstellen van de produktie - en behoeftenraming in de wijnsector ( PB 1984, L 224, blz . 14 ). De Commissie heeft bovendien gezorgd voor een aantal wijzigingen in de distillatieregeling, welke zijn vastgesteld bij verordening nr . 2687/84 van de Raad van 18 september 1984 ( PB 1984, L 255, blz . 1 ) tot wijziging van verordening nr . 2179/83 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de distillatie van wijn en bijprodukten van de wijnbereiding ( PB 1983, L 212, blz . 1 ).
14 Verzoekers stellen, dat de aldus vastgestelde maatregelen in de wijnbouwsector in zoverre verkeerd zijn, dat zij de aanmaak van kunstmatige wijn aanmoedigen, omdat er geen grondige chemische analyses van de ter distillatie aangeleverde produkten zijn voorgeschreven .
15 Dienaangaande moet worden vastgesteld dat, zoals ook de Commissie heeft opgemerkt, er geen enkel verband is aangetoond tussen de distillatieregeling en de aanmaak van vervalste wijn . De schadelijke bestanddelen zijn aangetroffen in voor consumptie bestemde wijn, en niet in wijn die ter distillatie was aangeleverd .
16 Verzoekers hebben ter terechtzitting trouwens zelf opgemerkt, dat enkel niet-vervalste wijn ter distillatie was aangeleverd, en dat de vervalste wijn op de markt was beland en aan de consument was aangeboden . De redenering van verzoekers, als zou de distillatieregeling alle natuurlijke wijn aan de markt hebben onttrokken en de aanmaak van vervalste wijn nodig was geworden om in de consumptieve vraag te voorzien, is niet houdbaar, gezien de bestaande overschotten aan natuurlijke wijn .
17 Hetzelfde geldt voor het argument, dat behoorlijke analyses ontbraken . Ook indien er vervalste wijnen ter distillatie waren aangeleverd, zou het ingevolge artikel 27 van verordening nr . 2179/83 van de Raad de taak van de Lid-Staten zijn geweest om de nodige maatregelen te nemen voor de controle van de wijze waarop de distillatieregeling werd toegepast . Die controle van de kenmerken van de voor distillatie aangeboden produkten heeft ingevolge artikel 22 van genoemde verordening met name betrekking op de hoeveelheid, de kleur en het alcoholgehalte van het produkt, hetgeen voldoende is om de nationale autoriteiten in staat te stellen de communautaire distillatieregeling te bewaken en eventueel voor distillatie aangeboden vervalste wijn te ontdekken .
18 Verzoekers menen voorts, dat het de Commissie niet had mogen ontgaan, dat in 1984 enerzijds de hoeveelheid voor distillatie aangeboden wijn aanzienlijk was toegenomen, terwijl anderzijds aan het eind van dat jaar de Italiaanse wijnvoorraden bleken te zijn gegroeid .
19 Vastgesteld moet worden, dat die toeneming van de hoeveelheden wijn niet noodzakelijkerwijs tot de conclusie moest leiden, dat er vervalste wijn op de markt was gebracht . Zoals ook de Commissie heeft opgemerkt, hebben enerzijds de rijke oogst van 1983 en anderzijds verkeerde schattingen van het verbruik en onjuiste opgaven van de voorraden daarbij een grote rol gespeeld .
20 Verzoekers stellen ten slotte, dat de Commissie daags na de persconferentie van 27 augustus 1985 het nodige had moeten doen om de met diethyleenglycol verontreinigde wijn uit de markt te nemen, de consumenten over het schandaal van de vervalste wijn te informeren, en het door de bevoegde nationale instanties in het kader van de communautaire distillatieregeling uit te oefenen toezicht te verscherpen .
21 In de eerste plaats zij opgemerkt, dat de Commissie niet bevoegd is om vervalste wijn uit de markt te nemen; daartoe zijn alleen de nationale autoriteiten bevoegd .
22 Voorts is de Commissie niet verplicht de identiteit van mogelijk in schandalen verwikkelde ondernemers aan het publiek bekend te maken . Het informatiesysteem dat is ingericht om bedrieglijke praktijken en onregelmatigheden in de wijnsector aan het licht te brengen en gevaren bij het gebruik van gebruiks - en verbruiksartikelen te voorkomen, laat het initiatief voor maatregelen om de consument te informeren, aan de nationale instanties .
23 Op 16 augustus 1985 hebben overigens de bevoegde Britse instanties de autoriteiten van de andere Lid-Staten ingelicht over de met diethyleenglycol verontreinigde Italiaanse wijn . Daarbij komt, dat de Commissie, toen zij haar persconferentie gaf, niet meer wist dan dat er zeer geringe sporen diethyleenglycol in enkele Italiaanse wijnen waren aangetroffen . Zij kon dus met recht menen, dat enige terughoudendheid de voorkeur verdiende boven het bekendmaken van de identiteit van de bij de handel in die wijnen betrokken firma' s, omdat dat tot een negatieve publiciteit zou hebben geleid die nog schadelijker was voor de afzet van Italiaanse wijn . Verder valt te bedenken, dat toen verzoekers op 26 maart 1986 de Commissie vroegen de naam van de betrokken firma' s bekend te maken, de Italiaanse methanolwijn al enkele dodelijke slachtoffers had gemaakt . De Commissie heeft bovendien onmiddellijk de informatie omtrent de met methanol vervalste Italiaanse wijn, die haar in maart 1986 door de Italiaanse autoriteiten was verstrekt, aan de andere Lid-Staten doorgegeven .
24 Ten slotte moet worden bedacht, dat ook nadat in 1985 sporen van diethyleenglycol in Italiaanse wijn waren gesignaleerd, de Commissie niet over voldoende gegevens beschikte om een controle van de wijze waarop in Italië toezicht werd gehouden op de distillatieregeling, te rechtvaardigen . Een controle op basis van artikel 9 van verordening nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( PB 1970, L 94, blz . 13 ), had trouwens slechts betrekking kunnen hebben op de financiering van de distillatiemaatregelen door het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw, en niet, zoals verzoekers doen voorkomen, op de afzet van wijnen op de markt .
25 Uit het voorgaande volgt, dat verzoekers niet hebben weten aan te tonen dat de Commissie na de ontdekking van het schandaal van de Italiaanse methanolwijn in enig opzicht onwettig heeft gehandeld . Derhalve behoeft niet te worden onderzocht, of aan de overige vereisten voor aansprakelijkheid van de Gemeenschap is voldaan .
26 Mitsdien moet het beroep worden verworpen .
Kosten
27 Ingevolge artikel 69, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen . Aangezien verzoekers in het ongelijk zijn gesteld, moeten zij in de kosten worden verwezen . Verzoeker Francesconi dient de kosten te dragen die zijn veroorzaakt door zijn verzoek tot interventie in zaak 66/88, dat bij beschikking van 15 maart 1989 is afgewezen .
HET HOF VAN JUSTITIE ( Tweede kamer ),
rechtdoende :
1 ) Verwerpt het beroep .
2 ) Verwijst verzoekers in de kosten . Verstaat dat verzoeker Francesconi de door zijn verzoek tot interventie veroorzaakte kosten zal dragen .