++++
Fiscale bepalingen - Harmonisatie van wetgevingen - Omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde - Belasting over levering van goederen binnen Lid-Staat - Toepasselijkheid op tot illegaal circuit behorende verdovende middelen - Ontoelaatbaarheid - Strafvervolging van inbreuken - Bevoegdheid van Lid-Staten - Selectief vervolgingsbeleid ten aanzien van levering van hennepprodukten - Omstandigheid die belasting niet kan rechtvaardigen
( Richtlijn 77/388 van de Raad, artikel 2 )
De illegale levering van verdovende middelen binnen een Lid-Staat, die net als de invoer in de Gemeenschap slechts tot strafmaatregelen aanleiding kan geven, heeft niets van doen met de doelstellingen van de Zesde richtlijn betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting . Bijgevolg moet artikel 2 van de Zesde richtlijn aldus worden uitgelegd, dat geen omzetbelastingschuld ontstaat bij de illegale levering van verdovende middelen, die binnen een Lid-Staat onder bezwarende titel wordt verricht, voor zover die produkten geen deel uitmaken van het door de bevoegde autoriteiten streng bewaakte handelsverkeer ten behoeve van gebruik voor medische en wetenschappelijke doeleinden .
Deze vaststelling doet niet af aan de bevoegdheid van de Lid-Staten om inbreuken op hun wetgeving inzake verdovende middelen met gepaste sancties te vervolgen, met alle, met name ook geldelijke consequenties die daaraan verbonden kunnen zijn .
De regel van niet-toepasselijkheid van de BTW geldt eveneens voor de illegale levering van hennepprodukten, ook wanneer de autoriteiten van een Lid-Staat in het kader van een selectief vervolgingsbeleid de kleinschalige detailhandel in die verdovende middelen niet systematisch strafrechtelijk vervolgen .