ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 26 APRIL 1988. - ASOCIACION PROFESIONAL DE EMPRESARIOS DE PESCA COMUNITARIOS (APESCO) TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - VISSERIJ - STELSEL VAN LIJSTEN, INGEVOERD BIJ TOETREDINGSAKTE SPANJE EN PORTUGAL - DISCRIMINATIE. - ZAAK 207/86.
Jurisprudentie 1988 bladzijde 02151
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - NATUURLIJKE EN RECHTSPERSONEN - HANDELINGEN DIE HEN RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL RAKEN - GOEDKEURING DOOR COMMISSIE VAN DOOR SPAANSE AUTORITEITEN OPGESTELDE LIJST TER AANWIJZING VAN SCHEPEN DIE KRACHTENS TOETREDINGSAKTE BEPAALDE VISSERIJACTIVITEITEN MOGEN UITOEFENEN - RECHT VAN BEROEP VOOR ALLE REDERS VAN SCHEPEN, DIE DOOR HUN INSCHRIJVING OP EEN OP GEMEENSCHAPSNIVEAU VASTGESTELDE LIJST, VOOR VERGUNNING IN AANMERKING KOMEN
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 173, TWEEDE ALINEA; TOETREDINGSAKTE 1985, ARTIKEL 163 )
2 . TOETREDING VAN NIEUWE LID-STATEN TOT GEMEENSCHAPPEN - SPANJE - VISSERIJ - OVERGANGSMAATREGELEN - SYSTEEM VAN PERIODIEKE LIJSTEN VAN SPAANSE SCHEPEN DIE ZIJN TOEGELATEN TOT BEPAALDE VISSERIJACTIVITEITEN - VASTSTELLING DOOR SPAANSE AUTORITEITEN - TOEPASSING VAN NATIONAAL RECHT - GRENZEN - VERBOD VAN DISCRIMINATIE TUSSEN PRODUCENTEN OF CONSUMENTEN - CONTROLE DOOR COMMISSIE BIJ UITVOERING VAN HAAR GOEDKEURINGSBEVOEGDHEID - GRENZEN
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 40, LID 3, TWEEDE ALINEA; TOETREDINGSAKTE 1985, ARTIKEL 163; VERORDENING NR . 3781/85 VAN DE RAAD; VERORDENING NR . 3531/85 VAN DE COMMISSIE )
1 . IN HET KADER VAN DE OVERGANGSREGELING OP VISSERIJGEBIED IN DE AKTE VAN TOETREDING VAN SPANJE HEEFT DE COMMISSIE TOT TAAK OM LIJSTEN VAN SPAANSE SCHEPEN GOED TE KEUREN, DIE GEDURENDE EEN BEPAALDE PERIODE IN DE WATEREN VAN DE OUDE GEMEENSCHAP VAN TIEN BEPAALDE VISSERIJACTIVITEITEN MOGEN UITOEFENEN . DEZE LIJSTEN WORDEN DOOR DE SPAANSE AUTORITEITEN VASTGESTELD AAN DE HAND VAN EEN BASISLIJST IN BIJLAGE IX VAN DE TOETREDINGSAKTE, WAAROP ALLE VAARTUIGEN VOORKOMEN DIE EEN VERGUNNING KUNNEN KRIJGEN .
IN EEN DERGELIJK SYSTEEM WORDT ELKE EXPLOITANT VAN OP DE BASISLIJST VOORKOMENDE VAARTUIGEN DOOR DE GOEDKEURINGSHANDELING, IN DE ZIN VAN ARTIKEL 173, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG, INDIVIDUEEL GERAAKT, WANT ZIJ HEEFT TOT GEVOLG DAT HEM HET RECHT OM IN DE BETROKKEN PERIODE ZIJN ACTIVITEITEN UIT TE OEFENEN OFWEL WORDT TOEGEKEND OFWEL WORDT GEWEIGERD, EN TEVENS RECHTSTREEKS GERAAKT, OMDAT WANNEER DE GOEDKEURING EENMAAL IS GEGEVEN, DE NATIONALE AUTORITEITEN GEEN ENKELE BEOORDELINGSVRIJHEID MEER HEBBEN AANGAANDE DE VRAAG, MET WELKE SCHEPEN MAG WORDEN GEVIST .
2 . BIJ DE OPSTELLING VAN DE ONTWERPEN VAN DE PERIODIEKE LIJSTEN VAN VAARTUIGEN DIE HUN VISSERIJACTIVITEITEN MOGEN UITOEFENEN IN DE WATEREN VAN DE OUDE GEMEENSCHAP VAN TIEN, KRACHTENS ARTIKEL 163 VAN DE AKTE VAN TOETREDING VAN SPANJE, MOETEN DE SPAANSE AUTORITEITEN ZICH HOUDEN AAN DE IN DE TOETREDINGSAKTE EN IN DE VERORDENINGEN NRS . 3531/85 EN 3781/85 VASTGESTELDE REGELS . AANGEZIEN DEZE REGELS NIET DE CRITERIA AANGEVEN, OP GROND WAARVAN DE SPAANSE AUTORITEITEN MOETEN BESLISSEN, WELKE VAN DE SCHEPEN DIE AAN DE IN DEZE REGELS GENOEMDE VOORWAARDEN VOLDOEN, OP DE ONTWERPLIJSTEN ZULLEN WORDEN GEPLAATST, MOETEN ZIJ BIJ DEZE SELECTIE DE REGELS VAN NATIONAAL RECHT TOEPASSEN . DAARBIJ MOETEN ZIJ EVENWEL REKENING HOUDEN MET HET IN ARTIKEL 40, LID 3, EEG-VERDRAG NEERGELEGDE GELIJKHEIDSBEGINSEL DAT DE LID-STATEN BINDT WANNEER ZIJ TER UITVOERING VAN EEN GEMEENSCHAPSVERORDENING MAATREGELEN TREFFEN IN VERBAND MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER LANDBOUWMARKTEN . HET IS DE TAAK VAN DE COMMISSIE OM NA TE GAAN, OF DE TER ZAKE GELDENDE NATIONALE REGELS IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET GELIJKHEIDSBEGINSEL EN, WANNEER DIT NIET HET GEVAL MOCHT ZIJN, OM IN VOORKOMEND GEVAL DE PROCEDURE WEGENS NIET-NAKOMING IN TE LEIDEN .
DAARENTEGEN HEEFT DE COMMISSIE NIET TOT TAAK OM, TELKENS WANNEER BIJ HAAR EEN LIJST WORDT INGEDIEND, TE ONDERZOEKEN OF BIJ DE OPSTELLING DAARVAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL IN ACHT IS GENOMEN, DAAR ZIJ NIET OVER DE DAARVOOR BENODIGDE GEGEVENS BESCHIKT . DIE CONTROLE BEHOORT TOT DE BEVOEGDHEID VAN DE NATIONALE RECHTER, DIE HET HOF EVENTUEEL OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING KAN VERZOEKEN .
IN ZAAK 207/86,
ASOCIACION PROFESIONAL DE EMPRESARIOS DE PESCA COMUNITARIOS ( APESCO ), VERTEGENWOORDIGD DOOR S . MUNOZ MACHADO, ADVOCAAT TE MADRID, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ A . MAY, ADVOCAAT ALDAAR, 31, GRAND-RUE,
VERZOEKSTER,
TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR R . C . FISCHER EN DOOR F . LOPEZ DE REGO EN D . CALLEJA, LEDEN VAN HAAR JURIDISCHE DIENST, ALS GEMACHTIGDEN, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G . KREMLIS, LID VAN DE JURIDISCHE DIENST VAN DE COMMISSIE, BATIMENT JEAN MONNET, KIRCHBERG,
VERWEERSTER,
ONDERSTEUND DOOR
KONINKRIJK SPANJE, VERTEGENWOORDIGD DOOR F . JAVIER CONDE DE SARO, DIRECTEUR-GENERAAL JURIDISCHE EN INSTITUTIONELE COOERDINATIE GEMEENSCHAPSZAKEN BIJ HET STAATSSECRETARIAAT VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, ALS GEMACHTIGDE, BIJGESTAAN DOOR R . SANCHEZ DE LERIN GARCIA-OVIES, LID VAN DE JURIDISCHE DIENST VOOR ZAKEN VOOR HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER SPAANSE AMBASSADE, 4-6, BOULEVARD EMMANUEL-SERVAIS,
EN DOOR
INTERNACIONAL PESQUERA CORUNESA SA ( INTERPESCO SA ), GEVESTIGD TE LA CORUNA ( SPANJE ),
MIYA SA, GEVESTIGD TE ONDARROA ( SPANJE ),
LAGUNAK SL, GEVESTIGD TE PASAJES DE SAN PEDRO ( SPANJE ),
ASOCIACION DE ARMADORES DE BUQUES DE PESCA CON DERECHOS DE ACCESO A LAS PESQUERIAS DE LA CEE ( CEEPESCA ), GEVESTIGD TE MADRID ( SPANJE ),
VERTEGENWOORDIGD DOOR J . L . MESEGUER SANCHEZ, ADVOCAAT TE MADRID, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN E . KORN, ADVOCAAT ALDAAR, 21, RUE DE NASSAU,
INTERVENIENTEN,
BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE HANDELING WAARBIJ DE COMMISSIE HAAR GOEDKEURING HEEFT GEHECHT AAN DE LIJST VAN VAARTUIGEN ONDER SPAANSE VLAG, DIE IN DE MAAND JULI 1986 TEGELIJKERTIJD HUN VISSERIJACTIVITEITEN MOCHTEN UITOEFENEN IN DE WATEREN ONDER SOEVEREINITEIT VAN DE LID-STATEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP IN HAAR SAMENSTELLING OP 31 DECEMBER 1985,
WIJST
HET HOF VAN JUSTITIE ( VIJFDE KAMER ),
SAMENGESTELD ALS VOLGT : G . BOSCO, KAMERPRESIDENT, U . EVERLING, Y . GALMOT, R . JOLIET EN F . SCHOCKWEILER, RECHTERS,
ADVOCAAT-GENERAAL : J . MISCHO
GRIFFIER : J . A . POMPE, ADJUNCT-GRIFFIER
GEZIEN HET RAPPORT TER TERECHTZITTING EN TEN VERVOLGE OP DE MONDELINGE BEHANDELING OP 9 DECEMBER 1987,
GEHOORD DE CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL TER TERECHTZITTING VAN 10 FEBRUARI 1988,
HET NAVOLGENDE
ARREST
1 BIJ VERZOEKSCHRIFT, NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 4 AUGUSTUS 1986, HEEFT DE ASOCIACION PROFESIONAL DE EMPRESARIOS DE PESCA COMUNITARIOS ( HIERNA : APESCO ) KRACHTENS ARTIKEL 173, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG BEROEP INGESTELD TOT NIETIGVERKLARING VAN DE HANDELING WAARBIJ DE COMMISSIE OP 24 JUNI 1986 HAAR GOEDKEURING HEEFT GEHECHT AAN DE LIJST VAN VAARTUIGEN ONDER SPAANSE VLAG, DIE IN DE MAAND JULI 1986 TEGELIJKERTIJD HUN VISSERIJACTIVITEITEN MOCHTEN UITOEFENEN IN DE WATEREN ONDER SOEVEREINITEIT VAN DE LID-STATEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP IN HAAR SAMENSTELLING OP 31 DECEMBER 1985 .
2 DE ARTIKELEN 156 TOT EN MET 166 VAN DE AKTE BETREFFENDE DE TOETREDING VAN SPANJE EN PORTUGAL TOT DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP VAN 12 JUNI 1985 ( PB 1985, L 302, BLZ . 9 ) ( HIERNA : DE TOETREDINGSAKTE ) BEVATTEN EEN OVERGANGSREGELING VOOR DE TOEGANG VAN VAARTUIGEN ONDER SPAANSE VLAG TOT DE WATEREN VAN DE OUDE GEMEENSCHAP VAN TIEN . MET BETREKKING TOT DE NIET-GESPECIALISEERDE VISVANGST BEPAALT DEZE REGELING, DAT 300 SPAANSE VAARTUIGEN, DIE VOORKOMEN OP DE NOMINATIEVE LIJST ( DE ZOGENOEMDE BASISLIJST ) IN BIJLAGE IX BIJ DE TOETREDINGSAKTE, KUNNEN WORDEN GEMACHTIGD OM HUN VISSERIJACTIVITEITEN UIT TE OEFENEN IN DE WATEREN VAN DE OUDE GEMEENSCHAP VAN TIEN .
3 VAN DEZE 300 VAARTUIGEN MOGEN ECHTER SLECHTS 150 STANDAARDVAARTUIGEN TEGELIJKERTIJD HUN VISSERIJACTIVITEITEN UITOEFENEN, MITS ZIJ VOORKOMEN OP EEN DOOR DE COMMISSIE VAST TE STELLEN PERIODIEKE LIJST . ONDER STANDAARDVAARTUIG WORDT EEN VAARTUIG VERSTAAN MET EEN VERMOGEN VAN MINSTENS 700, MAAR NIET MEER DAN 800 PK . DE OVERIGE VAARTUIGEN TELLEN ALS MINDER OF MEER DAN EEN EENHEID, AL NAAR GELANG HUN VERMOGEN MINDER DAN 700 PK BEDRAAGT DAN WEL 800 PK OF MEER .
4 ARTIKEL 163 TOETREDINGSAKTE BEPAALT DAT DE SPAANSE AUTORITEITEN DE ONTWERPEN VAN DE PERIODIEKE LIJSTEN MOETEN INDIENEN BIJ DE COMMISSIE, DIE DEZE NA VERIFICATIE GOEDKEURT .
5 PARTIJEN ZIJN HET EROVER EENS, DAT DE SPAANSE AUTORITEITEN BIJ DE VASTELLING VAN DE ONTWERPEN VAN DE PERIODIEKE LIJSTEN EEN MINISTERIEEL BESLUIT VAN 12 JUNI 1981 ( BOLETIN OFICIAL DEL ESTADO ESPANOL, NR . 157 VAN 2.7.1981 ) TOEPASSEN . VOLGENS DIT BESLUIT KRIJGEN ALLE VAARTUIGEN DIE VOORKOMEN OP DE LIJST VAN VAARTUIGEN DIE OP 23 APRIL 1980 TOEGANG HADDEN TOT DE WATEREN VAN DE OUDE GEMEENSCHAP VAN TIEN, EEN TOEGANGSRECHT TOT DE VISWATEREN VAN DE GEMEENSCHAP . TEN EINDE HET AANTAL SPAANSE VAARTUIGEN AF TE STEMMEN OP DE BESTAANDE VISSERIJMOGELIJKHEDEN, KUNNEN OP GROND VAN DIT MINISTERIEEL BESLUIT EEN OF MEER IN BEDRIJF ZIJNDE VAARTUIGEN VAN EEN REDER DE VISRECHTEN VAN ANDERE VAARTUIGEN VAN DIE REDER OVERNEMEN ( CUMULEREN ), ONDER MEER WANNEER DEZE VAARTUIGEN ONDER BEPAALDE VOORWAARDEN ZIJN VERKOCHT, GESLOOPT OF GEEXPORTEERD .
6 OP GROND VAN EEN ONTWERP VAN EEN PERIODIEKE LIJST, DOOR DE SPAANSE AUTORITEITEN OPGESTELD KRACHTENS VOORMELD MINISTERIEEL BESLUIT, KEURDE DE COMMISSIE OP 24 JUNI 1986 DE PERIODIEKE LIJST VOOR DE MAAND JULI 1986 GOED EN ZOND DIE NAAR DE SPAANSE AUTORITEITEN . BIJ TELEX VAN 25 JUNI 1986 BRACHT DE BEVOEGDE SPAANSE INSTANTIE DEZE LIJST TER KENNIS VAN APESCO .
7 APESCO IS EEN VERENIGING VAN REDERS WIER VAARTUIGEN VOORKOMEN OP DE BASISLIJST VAN BIJLAGE IX BIJ DE TOETREDINGSAKTE, MAAR DIE GEEN RECHT HEBBEN OP CUMULATIE VAN VISRECHTEN KRACHTENS HET SPAANSE MINISTERIELE BESLUIT VAN 12 JUNI 1981 . VOLGENS APESCO WAS DE PERIODIEKE LIJST VOOR JULI 1986 DISCRIMINEREND JEGENS HAAR LEDEN . AAN HUN VAARTUIGEN ZOUDEN GEMIDDELD 12,58 VISDAGEN ZIJN TOEGEKEND, TERWIJL DE VAARTUIGEN VAN DE LEDEN VAN DE ASOCIACION DE ARMADORES DE BUQUES DE PESCA CON DERECHOS DE ACCESO A LAS PESQUERIAS DE LA CEE ( HIERNA : CEEPESCA ), EXPLOITANTEN VAN OP DE BASISLIJST VOORKOMENDE VAARTUIGEN DIE WEL IN AANMERKING KOMEN VOOR CUMULATIE VAN VISDAGEN, GEMIDDELD 19,67 VISDAGEN ZOUDEN HEBBEN GEKREGEN .
8 IN HET ONDERHAVIGE BEROEP HEEFT APESCO HET HOF VERZOCHT, DE HANDELING WAARBIJ DE COMMISSIE HAAR GOEDKEURING HEEFT GEHECHT AAN DE PERIODIEKE LIJST VOOR DE MAAND JULI 1986 NIETIG TE VERKLAREN, VAST TE STELLEN DAT DE DISCRIMINATIE VAN DE AAN HAAR LEDEN TOEBEHORENDE VAARTUIGEN MOET WORDEN BEEINDIGD, EN DE COMMISSIE TE GELASTEN OM DE LEDEN VAN APESCO IN TOEKOMSTIGE PERIODIEKE LIJSTEN EEN COMPENSATIE TOE TE KENNEN OVEREENKOMEND MET DE VISDAGEN DIE HUN IN HET VERLEDEN ZIJN ONTHOUDEN .
9 HET KONINKRIJK SPANJE, CEEPESCA, INTERNACIONAL PESQUERA CORUNESA SA ( INTERPESCO SA ), MIYA SA EN LAGUNAK SL HEBBEN ZICH IN HET GEDING GEVOEGD ALS INTERVENIENTEN AAN DE ZIJDE VAN DE COMMISSIE .
10 VOOR EEN NADERE UITEENZETTING VAN HET RECHTSKADER, HET PROCESVERLOOP EN DE MIDDELEN EN ARGUMENTEN VAN PARTIJEN WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING . DEZE ELEMENTEN UIT HET DOSSIER WORDEN HIERNA SLECHTS WEERGEGEVEN VOOR ZOVER DAT NOODZAKELIJK IS VOOR DE REDENERING VAN HET HOF .
BEROEP TOT NIETIGVERKLARING
ONTVANKELIJKHEID
11 VOLGENS DE COMMISSIE IS HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING SLECHTS ONTVANKELIJK, VOOR ZOVER APESCO OPTREEDT NAMENS REDERS DIE TEN MINSTE EEN DER OP DE BESTREDEN PERIODIEKE LIJST VOORKOMENDE VAARTUIGEN EXPLOITEREN . DE OVERIGE LEDEN VAN APESCO ZOUDEN DOOR DEZE LIJST NIET RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL WORDEN GERAAKT .
12 MET DE BESTREDEN PERIODIEKE LIJST WERD AAN ELK VAN DE 300 OP DE BASISLIJST VOORKOMENDE VAARTUIGEN HET RECHT OM GEDURENDE DE MAAND JULI 1986 IN DE WATEREN VAN DE OUDE GEMEENSCHAP VAN DE TIEN TE VISSEN, OFWEL TOEGEKEND OFWEL STILZWIJGEND GEWEIGERD . DE BESTREDEN HANDELING RAAKT DUS ELK DER EXPLOITANTEN VAN DIE VAARTUIGEN OMDAT ZIJ EEN BEPAALDE HOEDANIGHEID BEZITTEN EN INDIVIDUALISEERT HEN DAARDOOR ALS WARE DE HANDELING TOT HEN GERICHT . VOORTS LAAT DE BESTREDEN HANDELING DE AUTORITEITEN VAN DE LID-STATEN GEEN BEOORDELINGSVRIJHEID AANGAANDE DE VRAAG, WELKE VAARTUIGEN IN DE BETROKKEN PERIODE VISSERIJACTIVITEITEN MOGEN UITOEFENEN . ZIJ RAAKT DERHALVE RECHTSTREEKS IEDERE REDER VAN VAARTUIGEN DIE OP DE BASISLIJST VOORKOMEN . BIJGEVOLG WORDEN ALLE LEDEN VAN APESCO DOOR DE BESTREDEN HANDELING INDIVIDUEEL EN RECHTSTREEKS GERAAKT, ONGEACHT OF ZIJ OP DE BESTREDEN LIJST VOORKOMENDE VAARTUIGEN EXPLOITEREN .
13 DE COMMISSIE EN DE OVERIGE INTERVENIENTEN HEBBEN NOG BETOOGD, DAT APESCO HET HOF IN HET KADER VAN HET ONDERHAVIGE BEROEP NIET KAN VERZOEKEN, EEN UITSPRAAK TE DOEN OVER DE VERENIGBAARHEID VAN HET SPAANSE MINISTERIEEL BESLUIT VAN 12 JUNI 1981 MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .
14 DIENAANGAANDE MOET WORDEN OPGEMERKT, DAT HET BEROEP ER NIET TOE STREKT TE DOEN VASTSTELLEN, DAT HET BETROKKEN MINISTERIEEL BESLUIT ONVERENIGBAAR IS MET HET GEMEENSCHAPSRECHT . APESCO VOERT DIE ONVERENIGBAARHEID ENKEL AAN TER ONDERSTEUNING VAN HAAR BEROEP TEGEN DE GOEDKEURING VAN DE BESTREDEN PERIODIEKE LIJST . DEZE OMSTANDIGHEID DOET NIET AF AAN DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP .
15 INTERVENIENTEN CEEPESCA, INTERNACIONAL PESQUERA CORUNESA SA ( INTERPESCO SA ), MIYA SA EN LAGUNAK SL BETOGEN, DAT HET BEROEP TE LAAT IS INGESTELD EN VOORWERP MIST, AANGEZIEN HET IS INGEDIEND IN AUGUSTUS 1986, DAT WIL ZEGGEN OP EEN TIJDSTIP WAAROP DE BESTREDEN LIJST NIET MEER GELDIG WAS .
16 HET BEROEP IS EVENWEL INGESTELD BINNEN DE IN ARTIKEL 173, DERDE ALINEA, EEG-VERDRAG GESTELDE TERMIJN . BOVENDIEN HEEFT APESCO ER BELANG BIJ OM TEGEN DE LIJST VAN JULI 1986 OP TE KOMEN, OOK AL IS DEZE NIET MEER GELDIG, OM TE VOORKOMEN DAT DE BEWEERDE ONWETTIGHEID ZICH OOK IN LATERE LIJSTEN ZAL VOORDOEN .
17 BLIJKENS HET VOORGAANDE IS HET BEROEP ONTVANKELIJK .
TEN GRONDE
18 IN HET EERSTE MIDDEL BETOOGT APESCO, DAT DE COMMISSIE DE TOETREDINGSAKTE HEEFT GESCHONDEN DOOR HAAR GOEDKEURING TE HECHTEN AAN EEN OP BASIS VAN HET SPAANSE RECHT OPGESTELDE ONTWERPLIJST, TERWIJL DEZE ONTWERPLIJSTEN UITSLUITEND VOLGENS DE REGELS VAN DE TOETREDINGAKSTE MOETEN WORDEN OPGESTELD .
19 IN DE EERSTE PLAATS BEPAALT ARTIKEL 163, LID 1, TOETREDINGSAKTE, DAT DE SPAANSE AUTORITEITEN BIJ DE COMMISSIE ONTWERPEN VAN DE PERIODIEKE LIJSTEN INDIENEN, EN ARTIKEL 163, LID 2, DAT DEZE LIJSTEN NA VERIFICATIE DOOR DE COMMISSIE WORDEN GOEDGEKEURD . HET IS DUS DE TAAK VAN DE SPAANSE AUTORITEITEN OM DE ONTWERPEN VAN DE PERIODIEKE LIJSTEN OP TE STELLEN .
20 IN DE TWEEDE PLAATS MOETEN DE SPAANSE AUTORITEITEN OP GROND VAN DE TOETREDINGSAKTE, UITVOERINGSVERORDENING NR . 3531/85 VAN DE COMMISSIE VAN 12 DECEMBER 1985 ( PB 1985, L 336, BLZ . 20 ) ALSMEDE VERORDENING NR . 3781/85 VAN DE RAAD VAN 31 DECEMBER 1985 TOT VASTSTELLING VAN DE MAATREGELEN DIE MOETEN WORDEN GENOMEN TEGEN DEGENEN DIE BEPAALDE VOORSCHRIFTEN INZAKE VISSERIJACTIVITEITEN WELKE ZIJN VERVAT IN DE AKTE VAN TOETREDING VAN SPANJE EN PORTUGAL, NIET IN ACHT NEMEN ( PB 1985, L 363, BLZ . 26 ), ZICH BIJ DE OPSTELLING VAN DIE ONTWERPEN AAN BEPAALDE REGELS HOUDEN .
21 ZO MOETEN DE UITGEKOZEN VAARTUIGEN ZIJN INGESCHREVEN OP DE BASISLIJST . AFHANKELIJK VAN HUN MOTORVERMOGEN MOETEN ZIJ WORDEN GEREKEND ALS STANDAARDVAARTUIG OF ALS MEER OF MINDER DAN EEN EENHEID . DE ONTWERPLIJST MAG NIET MEER DAN 150 STANDAARDVAARTUIGEN VERMELDEN . DEZE MOETEN WORDEN VERDEELD OVER BEPAALDE VISSERIJZONES, WAARBIJ REKENING MOET WORDEN GEHOUDEN MET DE TE VANGEN VISSOORTEN . AAN IEDER VAARTUIG MOETEN TEN MINSTE ZES OPEENVOLGENDE VISDAGEN WORDEN TOEGEKEND . ER MOGEN GEEN VAARTUIGEN OP DE LIJST WORDEN VERMELD WAARMEE DE REGELS AL EENS ZIJN OVERTREDEN . DE ONTWERPLIJSTEN MOETEN BOVENDIEN EEN AANTAL GEGEVENS VERMELDEN, ZOALS DE NAUWKEURIGE AANDUIDING VAN DE NAAM VAN HET VAARTUIG EN VAN DE EIGENAARS OF HUURDERS, DE PER VAARTUIG TOEGEKENDE VISDAGEN EN DE TE GEBRUIKEN VISSERIJMETHODE .
22 NOCH DE TOETREDINGSAKTE NOCH EERDERGENOEMDE VERORDENINGEN GEVEN DE CRITERIA AAN OP GROND WAARVAN DE SPAANSE AUTORITEITEN MOETEN BESLISSEN, WELKE VAN DE SCHEPEN DIE AAN DE HIERBOVEN GENOEMDE VOORWAARDEN VOLDOEN, OP DE ONTWERPLIJSTEN ZULLEN WORDEN GEPLAATST .
23 BIJGEVOLG MOETEN DE SPAANSE AUTORITEITEN BIJ DEZE SELECTIE DE REGELS VAN NATIONAAL RECHT TOEPASSEN . DAARBIJ MOETEN ZIJ EVENWEL REKENING HOUDEN MET HET IN ARTIKEL 40, LID 3, EEG-VERDRAG NEERGELEGDE GELIJKHEIDSBEGINSEL DAT, GELIJK HET HOF OORDEELDE IN ZIJN ARREST VAN 25 NOVEMBER 1986 ( GEVOEGDE ZAKEN 201 EN 202/85, KLENSCH, JURISPR . 1986, BLZ . 3477 ), DE LID-STATEN BINDT WANNEER ZIJ TER UITVOERING VAN EEN GEMEENSCHAPSVERORDENING MAATREGELEN TREFFEN IN VERBAND MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER LANDBOUWMARKTEN . HET IS DE TAAK VAN DE COMMISSIE OM NA TE GAAN, OF DE TER ZAKE GELDENDE NATIONALE REGELS IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET GELIJKHEIDSBEGINSEL EN, WANNEER DIT NIET HET GEVAL MOCHT ZIJN, OM DE IN ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG VOORZIENE PROCEDURE IN TE LEIDEN .
24 ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN MOET HET EERSTE MIDDEL WORDEN VERWORPEN .
25 IN HET TWEEDE MIDDEL BETOOGT APESCO, DAT DE COMMISSIE HET GELIJKHEIDSBEGINSEL HEEFT GESCHONDEN DOOR HAAR GOEDKEURING TE HECHTEN AAN EEN ONTWERPLIJST WAARIN AAN SOMMIGE VAARTUIGEN MEER VISRECHTEN WERDEN TOEGEKEND DAN AAN ANDERE .
26 GELIJK HIERBOVEN IS UITEENGEZET, SCHRIJFT DE TOETREDINGSAKTE DE SPAANSE AUTORITEITEN VOOR OM BIJ DE OPSTELLING VAN DE ONTWERPEN VAN DE PERIODIEKE LIJSTEN EEN AANTAL REGELS IN ACHT TE NEMEN, EN MOET DE COMMISSIE BIJ DE GOEDKEURING VAN DE LIJSTEN NAGAAN, OF DEZE REGELS ZIJN GERESPECTEERD . VOLGENS DE TOETREDINGSAKTE HOEVEN DE ONTWERPLIJSTEN ECHTER NIET TE VERMELDEN, WAAROM SOMMIGE VAARTUIGEN MINDER VISRECHTEN DAN ANDERE OF HELEMAAL GEEN VISRECHTEN KRIJGEN, NOCH TOT WELKE ORGANISATIE DE EXPLOITANTEN VAN DE VERSCHILLENDE VAARTUIGEN BEHOREN .
27 HET BIJ DE TOETREDINGSAKTE INGEVOERDE SYSTEEM STELT DE COMMISSIE DERHALVE NIET IN STAAT OM TE BEOORDELEN, OF DE SPAANSE AUTORITEITEN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN BEPAALDE ONTWERPLIJST HET BEGINSEL VAN GELIJKE BEHANDELING VAN REDERS OF REDERSVERENIGINGEN IN ACHT HEBBEN GENOMEN .
28 HIERUIT VOLGT, DAT DE COMMISSIE WELISWAAR MOET ONDERZOEKEN OF DE NATIONALE RECHTSREGELS DIE DE SPAANSE AUTORITEITEN BIJ DE OPSTELLING VAN DE ONTWERPLIJSTEN TOEPASSEN, VERENIGBAAR ZIJN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT, DOCH NIET OF IN ELK INDIVIDUEEL GEVAL HET GELIJKHEIDSBEGINSEL IN ACHT IS GENOMEN . DIE CONTROLE BEHOORT TOT DE BEVOEGDHEID VAN DE NATIONALE RECHTER, DIE HET HOF EVENTUEEL KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING KAN VERZOEKEN .
29 HET TWEEDE MIDDEL MOET DUS EVENEENS WORDEN VERWORPEN .
30 BLIJKENS HET VOORGAANDE IS HET VERZOEK OM NIETIGVERKLARING ONGEGROND .
OVERIGE VORDERINGEN
31 HET VERZOEK AAN HET HOF OM TE VERKLAREN, DAT DE DISCRIMINATIE VAN DE AAN DE LEDEN VAN APESCO TOEBEHORENDE VAARTUIGEN MOETEN WORDEN BEEINDIGD, EN OM DE COMMISSIE TE GELASTEN, DE LEDEN VAN DEZE VERENIGING OP TOEKOMSTIGE PERIODIEKE LIJSTEN TE COMPENSEREN VOOR DE VISDAGEN DIE HUN ZIJN ONTHOUDEN, MOET NIET-ONTVANKELIJK WORDEN VERKLAARD . TOT DERGELIJKE BEVELEN IS HET HOF IN HET KADER VAN EEN BEROEP OP GROND VAN ARTIKEL 173 EEG-VERDRAG NIET BEVOEGD .
KOSTEN
32 INGEVOLGE ARTIKEL 69, PARAGRAAF 2, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN APESCO IN HET ONGELIJK IS GESTELD, DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN, DAARONDER BEGREPEN DIE VAN INTERVENIENTEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( VIJFDE KAMER ),
RECHTDOENDE :
1 ) VERWERPT HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING .
2 ) VERKLAART HET BEROEP VOOR HET OVERIGE NIET-ONTVANKELIJK .
3 ) VERWIJST APESCO IN DE KOSTEN, DAARONDER BEGREPEN DIE VAN INTERVENIENTEN .