Zaak 141/86

The Queen

tegen

HM Customs and Excise ex parte Imperial Tobacco Ltd

verzoek van de High Court of Justice van Engeland en Wales, Queen's Bench Division, Divisional Court, om een prejudiciële beslissing

„Gemeenschappelijk douanetarief — indeling van nerven van tabaksbladeren”

Rapport ter terechtzitting

Conclusie van advocaatgeneraal C. O. Lenz van 22 september 1987   67

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 januari 1988   75

Samenvatting van het arrest

Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten – Indeling van goederen – Indeling door Commissie van nerven van tabaksbladeren als „afvallen” in zin van post 24.01 B – Wettigheid

(Verordening nr. 97/69 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2055/84; Verordening nr. 3517/84 van de Commissie)

Gelet op de ruime beoordelingsvrijheid die verordening nr. 97/69 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief haar laat, heeft de Commissie, door bij haar verordening nr. 3517/87 nerven van tabaksbladeren van de soort Virginia „flue-cured” in te delen als afvallen van tabak die vallen onder post 24.01 B, de grenzen van haar bevoegdheid niet overschreden. Met het woord „afvallen” in het gemeenschappelijk douanetarief worden immers geen voorwerpen bedoeld die generlei waarde hebben, aangezien deze hoe dan ook niet behoeven te worden ingedeeld, maar bijprodukten van geringere waarde dan andere produkten.