61986J0046

ARREST VAN HET HOF VAN 16 JUNI 1987. - ALBERT ROMKES TEGEN OFFICIER VAN JUSTITIE. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZWOLLE. - GELDIGHEID VAN EEN VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN VANGSTQUOTA VOOR SCHOL. - ZAAK 46/86.

Jurisprudentie 1987 bladzijde 02671


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


++++

1.*LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID - VERORDENINGEN - TOTSTANDKOMINGSPROCEDURE - ONDERSCHEID TUSSEN BASISVERORDENINGEN EN UITVOERINGSVERORDENINGEN - UITVOERINGSVERORDENING VASTGESTELD ZONDER RAADPLEGING VAN PARLEMENT - GEVOLGEN

( EEG-VERDRAG, ARTIKEL*43, LID*2, DERDE ALINEA )

2.*VISSERIJ - INSTANDHOUDING RIJKDOMMEN VAN DE ZEE - STELSEL VAN VANGSTQUOTA - VERDELING VAN BESCHIKBARE VANGSTHOEVEELHEID OVER LID-STATEN - VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT - UITWERKING - VASTE VERDEELSLEUTEL - VERENIGBAARHEID MET DOELSTELLINGEN VAN GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID EN NON-DISCRIMINATIEBEGINSEL

( EEG-VERDRAG, ARTIKELEN*7 EN*39; VERORDENINGEN VAN DE RAAD NRS.*170/83 EN*1/85 )

Samenvatting


1.*NIET MAG WORDEN VERLANGD, DAT DE VERORDENINGEN BETREFFENDE HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN AL HUN ONDERDELEN DOOR DE RAAD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL*43 EEG-VERDRAG WORDEN VASTGESTELD . AAN DIT VOORSCHRIFT IS VOLDAAN ZODRA DE HOOFDZAKEN VAN DE TE REGELEN MATERIE OVEREENKOMSTIG DE ALDAAR VOORZIENE PROCEDURE ZIJN VASTGELEGD . VOORSCHRIFTEN TER UITVOERING VAN BASISVERORDENINGEN DAARENTEGEN KUNNEN DOOR DE RAAD VOLGENS EEN ANDERE PROCEDURE DAN DIE VAN ARTIKEL*43 WORDEN VASTGESTELD . EEN UITVOERINGSVERORDENING DIE IS VASTGESTELD ZONDER RAADPLEGING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, MAG EVENWEL NIET IN STRIJD KOMEN MET DE HOOFDZAKEN VAN DE MATERIE ZOALS DEZE NA RAADPLEGING VAN HET PARLEMENT IN DE BASISVERORDENING ZIJN GEREGELD .

2.*HET IN ARTIKEL*4, LID*1, VAN VERORDENING NR.*170/83 NEERGELEGDE VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT MET BETREKKING TOT DE VERDELING VAN DE VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE VANGSTHOEVEELHEDEN IN GEVAL VAN BEPERKING VAN DE VISSERIJACTIVITEITEN HOUDT IN, DAT ELKE LID-STAAT BIJ DEZE VERDELING STEEDS EEN VAST PERCENTAGE KRIJGT .

VERORDENING NR.*1/85 BEANTWOORDT AAN DIT VEREISTE, AANGEZIEN DE DAARBIJ VASTGESTELDE VERDELING PERCENTUEEL GELIJK IS AAN DIE WELKE EERDER WAS VASTGESTELD BIJ DE VERORDENINGEN NRS.*172/83, 3624/83 EN 320/84 .

HET VERDELINGSSYSTEEM VAN GENOEMDE VERORDENING IS VERENIGBAAR ZOWEL MET DE DOELSTELLINGEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID, OMDAT HET BIJDRAAGT TOT DE STABILISATIE VAN DE MARKTEN OP LANGE TERMIJN EN TOT EEN OPTIMAAL GEBRUIK VAN DE VISBESTANDEN, ALS MET HET NON-DISCRIMINATIEBEGINSEL, AANGEZIEN DE BEPERKINGEN DIE AAN DE VISSERS VAN ELKE LID-STAAT WORDEN OPGELEGD, EVENREDIG ZIJN AAN HUN VANGSTEN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN DE COMMUNAUTAIRE REGELING VOOR DE INSTANDHOUDING VAN DE VISBESTANDEN .

Partijen


IN ZAAK 46/86,

BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL*177 EEG-VERDRAG VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZWOLLE, IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN

A.*ROMKES

EN

OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT ZWOLLE,

OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 VAN DE RAAD VAN 19*DECEMBER*1984 INZAKE DE VASTSTELLING VAN DE VOOR 1985 GELDENDE VOORLOPIGE TOTAAL TOEGESTANE VANGSTEN VOOR BEPAALDE VISBESTANDEN OF GROEPEN VISBESTANDEN EN BEPAALDE BIJ DE VISSERIJ IN HET KADER VAN DE TOTAAL TOEGESTANE VANGSTEN IN ACHT TE NEMEN VOORSCHRIFTEN ( PB*1985, L*1, BLZ.*1 ),

WIJST

()

HET HOF VAN JUSTITIE,

ADVOCAAT-GENERAAL : C.*O.*LENZ

GRIFFIER : H.*A.*RUEHL, HOOFDADMINISTRATEUR

GELET OP DE OPMERKINGEN INGEDIEND DOOR :

- A.*ROMKES, VERZOEKER IN HET HOOFDGEDING, VERTEGENWOORDIGD DOOR H.*J.*BRONKHORST, ADVOCAAT TE 'S-GRAVENHAGE;

- DE NEDERLANDSE REGERING, VERTEGENWOORDIGD DOOR G.*BORCHARDT ALS GEMACHTIGDE;

- DE BRITSE REGERING, VOOR DE SCHRIFTELIJKE BEHANDELING VERTEGENWOORDIGD DOOR S.*RICHARDS, BARRISTER VAN GRAY' S INN, EN R.*N.*RICKS VAN HET TREASURY SOLICITOR' S DEPARTMENT, ALS GEMACHTIGDEN, EN TER TERECHTZITTING DOOR H.*R.*PURSE ALS GEMACHTIGDE;

- DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR R.*C.*FISCHER;

- DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR J.*DELMOLY ALS GEMACHTIGDE, BIJGESTAAN DOOR M.*BRAUTIGAM, HOOFDADMINISTRATEUR BIJ DE JURIDISCHE DIENST VAN DE RAAD;

GEZIEN HET RAPPORT TER TERECHTZITTING ZOALS AANGEVULD NA DE MONDELINGE BEHANDELING OP 12*MAART*1987,

GEHOORD DE CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL TER TERECHTZITTING VAN DEZELFDE DATUM,

HET NAVOLGENDE

ARREST

Overwegingen van het arrest


1 BIJ BESCHIKKING VAN 17*DECEMBER*1985, INGEKOMEN TEN HOVE OP 18*FEBRUARI*1986, HEEFT DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZWOLLE KRACHTENS ARTIKEL*177 EEG-VERDRAG EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 VAN DE RAAD VAN 19*DECEMBER*1984 INZAKE DE VASTSTELLING VAN DE VOOR 1985 GELDENDE VOORLOPIGE TOTAAL TOEGESTANE VANGSTEN VOOR BEPAALDE VISBESTANDEN OF GROEPEN VISBESTANDEN EN BEPAALDE BIJ DE VISSERIJ IN HET KADER VAN DE TOTAAL TOEGESTANE VANGSTEN IN ACHT TE NEMEN VOORSCHRIFTEN ( PB*1985, L*1, BLZ.*1 ).

2 OP DE GRONDSLAG VAN ARTIKEL*43 EEG-VERDRAG HEEFT DE RAAD, OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE EN NA RAADPLEGING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, BIJ VERORDENING NR.*170/83 VAN 25*JANUARI*1983 EEN COMMUNAUTAIRE REGELING VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN INGEVOERD ( PB*1983, L*24, BLZ.*1 ). DEZE REGELING VOORZIET MET NAME IN DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN, DIE VOLGENS ARTIKEL*2 VAN VERORDENING NR.*170/83 WORDEN UITGEWERKT OP GROND VAN WETENSCHAPPELIJKE ADVIEZEN EN IN HET BIJZONDER OP GROND VAN HET VERSLAG VAN HET BIJ DE COMMISSIE INGESTELDE WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH COMITE VOOR DE VISSERIJ . VOLGENS DIT ARTIKEL*2 KUNNEN DEZE INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN ONDER MEER BESTAAN IN DE BEPERKING VAN DE VISSERIJACTIVITEIT, MET NAME DOOR VANGSTBEPERKING .

3 DIENAANGAANDE BEPAALT ARTIKEL*3 VAN VERORDENING NR.*170/83, DAT WANNEER HET NOODZAKELIJK BLIJKT DE VANGSTEN VAN EEN SOORT OF AANVERWANTE SOORTEN TE BEPERKEN, ELK JAAR WORDT OVERGEGAAN TOT DE VASTSTELLING VAN HET TOTALE QUOTUM DAT PER BESTAND OF GROEP BESTANDEN MAG WORDEN GEVANGEN ( HIERNA : TAC ), HET GEDEELTE DAARVAN DAT VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBAAR IS, ALSMEDE IN VOORKOMEND GEVAL HET TOTAAL VAN DE VANGSTEN DIE AAN DERDE LANDEN ZIJN TOEGEKEND, EN DE BIJZONDERE VOORWAARDEN DIE DAARBIJ IN ACHT MOETEN WORDEN GENOMEN .

4 VOORTS IS IN ARTIKEL*4, LID*1, VAN DEZELFDE VERORDENING BEPAALD, DAT "HET ... GEDEELTE DAT VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBAAR IS, ZO ONDER DE LID-STATEN (( WORDT )) VERDEELD DAT ELKE LID-STAAT EEN RELATIEVE STABILITEIT WORDT GEWAARBORGD IN DE VISSERIJACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT ELK VAN DE BETROKKEN BESTANDEN ". VOLGENS ARTIKEL*5, LID*1, MOGEN DE LID-STATEN, "MITS DE COMMISSIE HIERVAN VOORAF IN KENNIS WORDT GESTELD, QUOTA VOOR EEN SOORT OF EEN GROEP SOORTEN WELKE HEN OP GROND VAN ARTIKEL*4 ZIJN TOEGEKEND GEHEEL OF GEDEELTELIJK UITWISSELEN ".

5 VOLGENS ARTIKEL*11 TEN SLOTTE WORDEN DE TE TREFFEN INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN, DE TAC' S EN HET VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE GEDEELTE DAARVAN ALSMEDE DE VERDELING VAN DIT GEDEELTE ONDER DE LID-STATEN DOOR DE RAAD OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE EN MET GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID VAN STEMMEN VASTGESTELD .

6 OP BASIS HIERVAN ZIJN SEDERT*1983 JAARLIJKS VERORDENINGEN VASTGESTELD TER REGELING VAN DE VOOR BEPAALDE TE BESCHERMEN VISSOORTEN GELDENDE TAC' S EN DE VERDELING VAN DE VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE VANGSTEN OVER DE LID-STATEN . EEN VAN DEZE VERORDENINGEN IS DE REEDS GENOEMDE VERORDENING NR.*1/85, DIE VOOR 1985 GOLD . BIJ VERGELIJKING VAN DE VERSCHILLENDE VERORDENINGEN BLIJKT, DAT DE LID-STATEN IEDER JAAR VOOR ELKE VISSOORT HETZELFDE PERCENTUELE AANDEEL IN DE BESCHIKBARE VANGSTEN KREGEN . DEZE PERCENTAGES ZIJN VOOR HET EERST VASTGELEGD IN VERORDENING NR.*172/83 VAN DE RAAD VAN 25*JANUARI*1983 ( PB*1983, L*24, BLZ.*30 ), WAARBIJ DE IN 1982 VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE VANGSTHOEVEELHEID ACHTERAF WERD VERDEELD . BLIJKENS HET DOSSIER ZIJN DEZE PERCENTAGES BEREKEND OP GROND VAN DE IN DE JAREN 1973-1978 DOOR DE VISSERSVLOTEN VAN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN GEMIDDELD GEVANGEN HOEVEELHEDEN . VOLGENS ARTIKEL*4, LID*2, VAN VERORDENING NR.*170/83 ZAL DE RAAD EVENWEL OVEREENKOMSTIG DE PROCEDURE VAN ARTIKEL*43 EEG-VERDRAG TOT AANPASSINGEN MOETEN OVERGAAN, INDIEN DAARTOE OP GROND VAN HET INGEVOLGE ARTIKEL*8 VAN DEZELFDE VERORDENING DOOR DE COMMISSIE VOOR 31*DECEMBER*1991 UIT TE BRENGEN VERSLAG AANLEIDING BESTAAT .

7 VERORDENING NR.*1/85 VAN DE RAAD LEGDE MET BETREKKING TOT VERSCHEIDENE VISSOORTEN DE VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE VANGSTHOEVEELHEDEN VOOR 1985 VAST . VOOR DE SCHOLVISSERIJ IN DE NOORDZEE BEDROEG DE VASTGESTELDE HOEVEELHEID 186*000*TON, WAARVAN 71*540*TON ( OFWEL 38,4 %) AAN NEDERLAND WERD TOEGEWEZEN .

8 HET NEDERLANDSE QUOTUM WERD OVER DE VERSCHILLENDE NEDERLANDSE VISSERSVERENIGINGEN VERDEELD BIJ DE DOOR DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW EN VISSERIJ VASTGESTELDE BESCHIKKING REGELING CONTINGENTERING TONG EN SCHOL NOORDZEE 1985 ( STAATSCOURANT*1984, 254 ). ZOALS IN DEZE BESCHIKKING UITDRUKKELIJK WORDT VERMELD, BEOOGT ZIJ UITVOERING TE GEVEN AAN DE BIJ OF KRACHTENS VERORDENING NR.*170/83 VASTGESTELDE BEPALINGEN . EEN VAN DE VERENIGINGEN DIE BIJ DEZE VERDELING BETROKKEN WAREN, WAS DE PRODUCENTENORGANISATIE OOST ( HIERNA : PO*OOST ), WAARBIJ ROMKES IS AANGESLOTEN .

9 OFSCHOON ROMKES HET HEM TOEGEKENDE GEDEELTE VAN HET CONTINGENT VAN PO*OOST OP 12*OKTOBER*1985 REEDS HAD OPGEVIST, BLEEF HIJ DOORGAAN MET IN DE NOORDZEE OP SCHOL TE VISSEN . NAAR HET OORDEEL VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE TE ZWOLLE OVERTRAD HIJ HIERMEE DE ARTIKELEN*7, LID*1, EN 8, LID*2, VAN BOVENGENOEMDE BESCHIKKING . OP 14*NOVEMBER 1985 LEGDE DE OFFICIER VAN JUSTITIE HEM EEN VOORLOPIGE MAATREGEL OP ALS BEDOELD IN DE WET OP DE ECONOMISCHE DELICTEN, VOLGENS WELKE HIJ ZICH DIENDE TE ONTHOUDEN VAN DE VISSERIJ OP SCHOL IN DE ICES-SECTOREN*II*A EN*IV ( DAT WIL ZEGGEN DE NOORDZEE ).

10 OP 29*NOVEMBER*1985 WAS HET TOTALE NEDERLANDSE QUOTUM OPGEVIST . MET INGANG VAN 30*NOVEMBER 1985 WERD DE VISSERIJ OP SCHOL VOOR ALLE NEDERLANDSE VISSERS GESLOTEN VERKLAARD .

11 DAAROP DIENDE ROMKES BIJ DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZWOLLE EEN VERZOEK IN TOT OPHEFFING VAN DE VOORLOPIGE MAATREGEL VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE . TOT STAVING VAN ZIJN VERZOEK STELDE HIJ, DAT BOVENGENOEMDE BESCHIKKING ONGELDIG WAS, DAAR ZIJ WAS VASTGESTELD TER UITVOERING VAN DE ZELF OOK ONGELDIGE VERORDENING NR.*1/85 .

12 DIT BETOOG WAS VOOR DE NATIONALE RECHTER AANLEIDING OM HET HOF DE VRAAG TE STELLEN, OF VERORDENING NR.*1/85 GELDIG WAS VOOR ZOVER ZIJ DE VERDELING OVER DE LID-STATEN BETROF VAN DE TOTALE HOEVEELHEID TOEGESTANE VANGSTEN OP SCHOL IN DE ICES-SECTOREN*II*A EN*IV .

13 VOOR EEN SAMENVATTING VAN DE BESCHOUWINGEN VAN DE NATIONALE RECHTER EN VAN DE BIJ HET HOF INGEDIENDE SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN VAN ROMKES, DE NEDERLANDSE EN DE BRITSE REGERING ZOMEDE VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING .

14 IN ZIJN VERWIJZINGSBESCHIKKING MERKT DE NATIONALE RECHTER IN DE EERSTE PLAATS OP, DAT HET VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT NIET MAG WORDEN OPGEVAT ALS EEN WAARBORG VOOR ELKE VLOOT OM STEEDS OVER EEN AAN ZIJN CAPACITEIT BEANTWOORDEND QUOTUM TE BESCHIKKEN . HIJ HERINNERT ER EVENWEL AAN, DAT VOLGENS DE ZESDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS VAN VERORDENING NR.*170/83 HET VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT MEEBRENGT, DAT BIJ DE QUOTAVASTSTELLING REKENING MOET WORDEN GEHOUDEN MET DE ACTUELE BIOLOGISCHE SITUATIE VAN DE VISBESTANDEN . TUSSEN 1983 EN 1986 NU ZOUDEN DE TOEGESTANE VANGSTEN VOOR SCHOL ZIJN GESTEGEN MET 56*000*TON . BOVENDIEN ZOU ZIJN GEBLEKEN, DAT IN TEGENSTELLING TOT NEDERLAND ANDERE LID-STATEN HUN QUOTUM NIET GEHEEL OPVISTEN . ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN VRAAGT DE NATIONALE RECHTER ZICH AF, OF DE RAAD HET VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT NIET HEEFT MISKEND DOOR ONDANKS DE UITEENLOPENDE BEHOEFTEN VAN DE LID-STATEN HUN QUOTA ONGEWIJZIGD TE HANDHAVEN .

15 ER ZIJ OP GEWEZEN, DAT DEZE VRAAG UITGAAT VAN DE ONDERSTELLING, DAT DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 VAN DE RAAD EN DE DAARBIJ BEVESTIGDE PRAKTIJK KAN WORDEN GETOETST AAN DE IN VERORDENING NR.*170/83 VAN DE RAAD NEERGELEGDE BEGINSELEN .

16 GELIJK HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 17*DECEMBER*1970 ( ZAAK*25/70, KOESTER, JURISPR.*1970, BLZ.*1161 ) HEEFT BESLIST, BEHOEVEN DE VERORDENINGEN BETREFFENDE HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID NIET IN AL HUN ONDERDELEN DOOR DE RAAD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL*43 EEG-VERDRAG TE WORDEN VASTGESTELD, IS AAN DIT VOORSCHRIFT VOLDAAN ZODRA DE HOOFDZAKEN VAN DE TE REGELEN MATERIE OVEREENKOMSTIG DE ALDAAR VOORZIENE PROCEDURE ZIJN VASTGELEGD, EN KUNNEN VOORSCHRIFTEN TER UITVOERING VAN BASISVERORDENINGEN DOOR DE RAAD VOLGENS EEN ANDERE PROCEDURE WORDEN VASTGESTELD, ZOALS IN ARTIKEL*11 VAN VERORDENING NR.*170/83 IS VOORZIEN . HIERBIJ MOET EVENWEL WORDEN AANGETEKEND, DAT EEN UITVOERINGSVERORDENING ALS VERORDENING NR.*1/85, DIE IS VASTGESTELD ZONDER RAADPLEGING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, NIET IN STRIJD MAG KOMEN MET DE HOOFDZAKEN VAN DE MATERIE ZOALS DEZE NA RAADPLEGING VAN HET PARLEMENT IN DE BASISVERORDENING, IN CASU VERORDENING NR.*170/83, ZIJN GEREGELD .

17 MET BETREKKING TOT DE VERENIGBAARHEID VAN DE IN VERORDENING NR.*1/85 VASTGELEGDE VERDELING MET HET IN VERORDENING NR.*170/83 NEERGELEGDE VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT MOET ER IN DE EERSTE PLAATS OP WORDEN GEWEZEN, DAT VOLGENS ARTIKEL*4, LID*1, VAN VERORDENING NR.*170/83 IN GEVAL VAN VANGSTBEPERKING DE VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE HOEVEELHEID OVER DE LID-STATEN WORDT VERDEELD . HET BEHEER VAN DEZE HOEVEELHEID VINDT DUS PLAATS OP BASIS VAN NATIONALE QUOTA . ARTIKEL*4, LID*1, BEPAALT VERDER, DAT DEZE VERDELING ZODANIG MOET GESCHIEDEN, DAT "ELKE LID-STAAT EEN RELATIEVE STABILITEIT WORDT GEWAARBORGD IN DE VISSERIJACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT ELK VAN DE BETROKKEN BESTANDEN ". DIT VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT HOUDT IN, DAT ELKE LID-STAAT BIJ DEZE VERDELING STEEDS EEN VAST PERCENTAGE KRIJGT . UIT DE BEPALING VAN ARTIKEL*4, LID*2, DAT DE RAAD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL*43 EEG-VERDRAG DE AANPASSINGEN VASTSTELT WELKE NODIG ZOUDEN KUNNEN BLIJKEN IN DE VERDELING VAN DE BESTANDEN OVER DE LID-STATEN, VOLGT IMMERS DAT DE INGEVOLGE ARTIKEL*4, LID*1, EN OP BASIS VAN ARTIKEL*11 AANVANKELIJK VASTGESTELDE VERDEELSLEUTEL BLIJFT GELDEN ZOLANG NIET VOLGENS DE VOOR VERORDENING NR.*170/83 GEVOLGDE PROCEDURE EEN WIJZIGINGSVERORDENING IS VASTGESTELD .

18 IN AFWACHTING VAN EEN DERGELIJKE HERZIENING HEEFT DE RAAD VOORZIENINGEN GETROFFEN OM EEN ZEKERE FLEXIBILITEIT VAN HET STELSEL TE VERZEKEREN . ARTIKEL*5, LID*1, VAN VERORDENING NR.*170/83 STAAT DE LID-STATEN IMMERS TOE, DE HUN TOEGEKENDE QUOTA GEHEEL OF GEDEELTELIJK UIT TE WISSELEN . VAN DEZE MOGELIJKHEID IS REEDS GEBRUIK GEMAAKT; ZO HEEFT HET VERENIGD KONINKRIJK IN 1985 EN 1986 EEN GEDEELTE VAN ZIJN SCHOLQUOTUM AAN NEDERLAND OVERGEDRAGEN .

19 WANNEER VOORTS DE QUOTA VAN DE ANDERE LID-STATEN GROTER WAREN DAN HUN BEHOEFTEN EN NIET GEHEEL ZIJN OPGEVIST, DAN IS DAT, VOLGENS HETGEEN DE COMMISSIE ONWEERSPROKEN VOOR HET HOF HEEFT VERKLAARD, OMDAT DE SCHOL-TAC VOOR 1985 IN WERKELIJKHEID IS VASTGESTELD BOVEN HET BIOLOGISCH WENSELIJKE NIVEAU; DAARDOOR KONDEN DANKZIJ DE TOEPASSING VAN HET PERCENTAGE DAT OP GROND VAN HET VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT AAN NEDERLAND TOEKOMT, EXTRA HOEVEELHEDEN TER BESCHIKKING VAN DE NEDERLANDSE VISSERVLOOT WORDEN GESTELD .

20 ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN MOET WORDEN AANGENOMEN DAT DE RAAD HET IN VERORDENING NR.*170/83 GEFORMULEERDE VEREISTE VAN RELATIEVE STABILITEIT NIET HEEFT MISKEND DOOR DE LID-STATEN IN VERORDENING NR.*1/85 HETZELFDE AANDEEL IN DE VOOR DE GEMEENSCHAP BESCHIKBARE VANGSTEN TOE TE KENNEN ALS IN DE VERORDENINGEN NRS.*172/83 VAN 25*JANUARI*1983 ( PB*1983, L*24, BLZ.*30 ), 3624/83 VAN 20*DECEMBER*1983 ( PB*1983, L*365, BLZ.*10 ) EN 320/84 VAN 31*JANUARI*1984 ( PB*1984, L*37, BLZ.*11 ).

21 NA HET BETOOG VAN ROMKES TE HEBBEN WEERGEGEVEN, DAT VERORDENING NR.*1/85 IN STRIJD ZOU ZIJN MET DE ARTIKELEN*39, 7 EN*30 EEG-VERDRAG, VRAAGT DE NATIONALE RECHTER ZICH VERVOLGENS AF, OF DE VERDELING IN VERORDENING NR.*1/85 GEEN BEPERKINGEN VOOR DE NEDERLANDSE VISSERS BEVAT, DIE HET HANDELSVERKEER BELEMMEREN EN DIE NIET NOODZAKELIJK ZIJN VOOR DE INSTANDHOUDING VAN DE BIOLOGISCHE RIJKDOMMEN VAN DE ZEE .

22 WAT DE VERENIGBAARHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 MET ARTIKEL*39 EEG-VERDRAG BETREFT, ZIJ EROP GEWEZEN, DAT EEN VAN DE IN DIT ARTIKEL GENOEMDE DOELSTELLINGEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID HET STABILISEREN VAN DE MARKTEN IS . DOOR OP KORTE TERMIJN BEPERKINGEN TE STELLEN AAN DE HOEVEELHEID VIS DIE GEVANGEN MAG WORDEN, MAAKT DE VASTSTELLING VAN VANGSTQUOTA HET MOGELIJK BEPAALDE VISSOORTEN IN STAND TE HOUDEN, WAT ERTOE BIJDRAAGT, DE MARKTEN OP LANGE TERMIJN TE STABILISEREN . BOVENDIEN VERZEKERT EEN DERGELIJK STELSEL EEN OPTIMAAL GEBRUIK VAN DE PRODUKTIEFACTOREN, HETGEEN EEN ANDERE IN ARTIKEL*39 EEG-VERDRAG GENOEMDE DOELSTELLING IS; ZONDER EEN DERGELIJK STELSEL ZOUDEN SOMMIGE VISBESTANDEN IMMERS SNEL UITGEPUT RAKEN EN ZOU OP LANGE TERMIJN EEN OPTIMAAL GEBRUIK VAN DE PRODUKTIEFACTOREN NIET MEER TE VERWEZENLIJKEN ZIJN .

23 MET BETREKKING TOT DE VERENIGBAARHEID VAN HET STELSEL VAN VERORDENING NR.*1/85 MET ARTIKEL*7 EEG-VERDRAG BLIJKT UIT HET DOSSIER, DAT DE AAN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN TOEGEWEZEN PERCENTAGES ZIJN VASTGESTELD OP BASIS VAN DE DOOR HUN RESPECTIEVE VISSERSVLOTEN IN EEN BEPAALDE REFERENTIEPERIODE GEVANGEN HOEVEELHEDEN, WAARIN HUN VANGSTCAPACITEIT IN DIE PERIODE TOT UITDRUKKING KWAM . EEN DERGELIJKE METHODE IS NIET IN STRIJD MET HET DISCRIMINATIEVERBOD VAN ARTIKEL*7 EEG-VERDRAG, AANGEZIEN DE BEPERKINGEN DIE AAN DE VISSERS VAN ELKE LID-STAAT WORDEN OPGELEGD, EVENREDIG ZIJN AAN HUN VANGSTEN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN DE COMMUNAUTAIRE REGELING VOOR DE INSTANDHOUDING VAN DE VISBESTANDEN .

24 WAT TEN SLOTTE DE VERENIGBAARHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 MET ARTIKEL*30 EEG-VERDRAG BETREFT, ZIJ ERAAN HERINNERD, DAT HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 14*JULI*1976 ( GEVOEGDE ZAKEN*3, 4 EN*6/76, KRAMER, JURISPR.*1976, BLZ.*1279 ) HEEFT GEOORDEELD, DAT NATIONALE MAATREGELEN TOT BEPERKING VAN DE VISSERIJ GEEN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN ZIJN, ZULKS OP GROND DAT DIE NATIONALE MAATREGELEN, HOEWEL OP KORTE TERMIJN LEIDEND TOT EEN VERMINDERING VAN DE HOEVEELHEDEN VIS DIE TUSSEN DE LID-STATEN KUNNEN WORDEN VERHANDELD, BEDOELD ZIJN OM OP LANGE TERMIJN EEN OPTIMALE OPBRENGST VAN DE VISSERIJ TE VERZEKEREN EN DUS DAT HANDELSVERKEER TE BEVORDEREN . BIJGEVOLG KAN WORDEN VOLSTAAN MET VAST TE STELLEN, DAT MAATREGELEN ALS DIE WELKE HIER IN GEDING ZIJN, IN GEEN GEVAL ONDER DE WERKINGSSFEER VAN ARTIKEL*30 EEG-VERDRAG VALLEN, WAARBIJ IN HET MIDDEN KAN BLIJVEN OF DIT ARTIKEL WEL VAN TOEPASSING KAN ZIJN OP MAATREGELEN VAN DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN .

25 MITSDIEN MOET WORDEN VASTGESTELD, DAT BIJ ONDERZOEK VAN DE GESTELDE VRAAG NIET IS GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 KUNNEN AANTASTEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

26 DE KOSTEN DOOR DE NEDERLANDSE EN DE BRITSE REGERING ZOMEDE DOOR DE RAAD EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT, KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN, ZODAT DE NATIONALE RECHTER OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE,

UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZWOLLE BIJ BESCHIKKING VAN 17*DECEMBER*1985 GESTELDE VRAAG, VERKLAART VOOR RECHT :

BIJ ONDERZOEK VAN DE GESTELDE VRAAG IS NIET GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR.*1/85 VAN DE RAAD KUNNEN AANTASTEN .