61986C0079

Conclusie van advocaat-generaal Mischo van 10 maart 1987. - R. T. HAMILTON (PROCURATOR FISCAL) TEGEN JOSEPH STANLEY WILSON WHITELOCK. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE HIGH COURT OF JUSTICIARY, EDINBURGH. - BEGRIP VOERTUIG DAT SPECIAAL IS UITGERUST VOOR REPARATIES EN WEGSLEPEN. - ZAAK 79/86.

Jurisprudentie 1987 bladzijde 02363


Conclusie van de advocaat generaal


++++

Mijnheer de President,

mijne heren Rechters,

1 . In deze zaak verzoekt de High Court of Justiciary te Edinburgh om een prejudiciële beslissing over de vraag, of een vrachtwagen die is aangepast voor gebruik als takelwagen, omdat hij is uitgerust met een elektrische lier en een demonteerbare kraan, waarvoor zich twee oprijplanken bevinden, en met een katrol boven de voorzijde van de carosserie, is vrijgesteld van het vereiste van artikel 3, lid 1, van verordening nr . 1463/70 ( 1 ) betreffende de invoering en het gebruik van een controle-apparaat, als voertuig dat speciaal is uitgerust voor reparaties en wegslepen als bedoeld in artikel 4, punt 9, van verordening nr . 543/69 ( 2 ), wanneer deze door de eigenaar bij de uitoefening van zijn garagebedrijf wordt gebruikt om door de eigenaar gekochte, niet voor het verkeer geschikte voertuigen voor reparatie en verkoop van de plaats van aankoop naar zijn bedrijf te vervoeren .

2 . Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag zelf alsmede uit de feiten van de zaak in het hoofdgeding en de bij het Hof ingediende schriftelijke opmerkingen blijkt dat niet echt wordt betwist dat een voertuig als bovenomschreven voor reparaties en wegslepen kan worden gebruikt .

3 . Bovendien blijkt uit de verwijzingsbeschikking dat verdachte in het hoofdgeding permanent door de politie kan worden opgeroepen om te helpen bij het wegslepen van bij ongevallen betrokken voertuigen en dat hij in het bezit is van een document, afgegeven door het "Department of Transport Goods Vehicle Testing Station", waarin wordt verklaard dat zijn voertuig een takelwagen ( voertuig voor reparaties en wegslepen ) is .

4 . De bewoordingen van de prejudiciële vraag wettigen eveneens de veronderstelling dat de verwijzende rechter ervan overtuigd is dat het aan het eind van de vraag omschreven bijzondere gebruik van het voertuig geen echte "reparatie of wegsleep"-operatie is . Ik deel deze mening .

5 . Evenals het Verenigd Koninkrijk ben ik van mening dat "reparatie en wegslepen" bestaat in het van de openbare weg ( of terrein van een particulier ) verwijderen van recent bij een ongeluk betrokken of defect geraakte voertuigen ( 3 ). Ook de Commissie erkent trouwens dat "het karakteristieke kenmerk" van een voertuig bestemd voor reparaties en wegslepen bestaat in "het verwijderen van recent defect geraakte voertuigen", ook al verklaart zij later dat "men inderdaad zou kunnen stellen dat het betrokken voertuig inderdaad werd gebruikt als voertuig voor reparaties en wegslepen, aangezien het diende voor het vervoer van voertuigen die niet voor het verkeer geschikt waren, dat wil zeggen die inderdaad bij een ongeluk betrokken waren ".

6 . Ik wil er voorts op wijzen dat er ook sprake is van reparatie en wegslepen wanneer de ondernemer eigenaar van het voertuig wordt, mits hij het koopt van degene die eigenaar van het voertuig was toen het defect raakte of bij een ongeval betrokken was .

7 . Ook lijdt het geen twijfel dat een voertuig als in de vraag omschreven, als "speciaal uitgerust" in de technische zin van het woord kan worden beschouwd, daar het is voorzien van de nodige uitrusting om defecte voertuigen op het voertuig te laden of te hijsen .

8 . Zo gezien is het voornaamste probleem in de onderhavige zaak, of een voor reparaties en wegslepen uitgerust voertuig nog kan worden geacht daartoe "speciaal" te zijn uitgerust in de zin van de gemeenschapsregeling inzake het gebruik van een controle-apparaat bij het wegvervoer, wanneer dit ook voor andere doeleinden dan reparaties en wegslepen wordt gebruikt .

9 . Voor het antwoord op deze vraag moet zowel met de bewoordingen van artikel 4, punt 9, van verordening nr . 543/69 als met de doelstellingen en de juridische context van deze verordening te rade worden gegaan .

10 . Artikel 4 van de gecodificeerde versie van de verordening ( PB 1979, C 73, blz . 1 ) luidt als volgt : "Deze verordening is niet van toepassing op vervoer met :

...

9 . voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen ."

11 . Deze woorden wekken de indruk, dat ieder vervoer, van welke aard ook, dat wordt verricht met een voertuig dat speciaal is uitgerust voor reparaties en wegslepen, is vrijgesteld .

12 . Mijns inziens had de Raad, wanneer hij dat had gewild, zeer wel een uitdrukking kunnen gebruiken als "speciaal uitgeruste voertuigen die voor reparaties en wegslepen worden gebruikt" of "wanneer zij worden gebruikt in het kader van reparatie - en sleepoperaties ". In dat geval was duidelijk aangetoond dat de Raad de takelwagens slechts wilde vrijstellen voor zover zij inderdaad voor reparaties of wegslepen werden gebruikt .

13 . Zo spreekt de Raad in artikel 4, punt 1, van "voertuigen die volgens hun bouwtype en uitrusting ten hoogste negen personen, de bestuurder daaronder begrepen, kunnen vervoeren en die daartoe zijn bestemd ". In punt 7 wordt verwezen naar "trekkers en andere machines die uitsluitend bestemd zijn voor plaatselijke bos - en landbouwwerkzaamheden ".

14 . Aangezien de Raad dergelijke bewoordingen in casu juist niet heeft gebruikt, moet de conclusie luiden dat de Raad werkelijk de bedoeling had bepaalde voertuigen vrij te stellen wegens hun bijzondere kenmerken .

15 . Het Hof heeft dit erkend in het arrest van 28 maart 1985 in de gevoegde zaken 91 en 92/84 ( Director of Public Prosecutions/Hackett, Jurispr . 1985, blz . 1148 ), waarin het verklaart :

"16 . Artikel 14 bis staat de Lid-Staten toe, bepaalde soorten vervoer vrij te stellen van het verplichte gebruik van de tachograaf; het betreft hier transporten die worden gekenmerkt door de beperkte straal van de verrichte diensten of door geregelde onderbrekingen, dan wel door de bijzondere aard van de vervoersoperaties of de gebruikte voertuigen ".

16 . Aangezien in artikel 4 hetzelfde onderscheid wordt gemaakt als in artikel 14 bis, geldt de redenering van het Hof uiteraard ook voor dit artikel .

17 . Dat de Raad voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen als zodanig heeft vrijgesteld, is ongetwijfeld gebeurd, omdat hij meende dat door een dergelijke afwijking de doeleinden van verordening nr . 543/69 niet ernstig in gevaar zouden worden gebracht .

18 . Welke zijn de doeleinden van deze verordening? Het Hof heeft ze opgesomd in rechtsoverweging 16 van het arrest van 11 juli 1984 ( zaak 133/83, Scott, Jurispr . 1984, blz . 2863, inzonderheid blz . 2877 ): sociale bescherming van de bestuurders, verkeersveiligheid en opheffing van verschillen die de mededinging in de vervoerssector kunnen vervalsen .

19 . Onder de middelen die de Raad heeft gebruikt om deze doeleinden te bereiken, nemen de bepalingen tot beperking van de rijtijd een belangrijke plaats in .

20 . Zoals advocaat-generaal Lenz in zijn conclusie van 29 mei 1984 in genoemde zaak 133/83 ( Scott ) heeft opgemerkt, "moest ... door middel van tachografen een uitzondering mogelijk worden gemaakt voor ... voertuigen ... waarbij reeds op grond van hun specialisatie niet behoeft te worden gevreesd voor overschrijding van de rijtijden" ( blz . 2884 ).

21 . Deze redenering heeft de Raad mijns inziens gevolgd met betrekking tot voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen .

22 . Daarmee heeft de Raad echter een zeker risico genomen, want het staat niet vast, dat de bestuurder van een dergelijk voertuig nimmer te veel arbeidsuren zal maken .

23 . Van de bestuurder van een takelwagen die midden in het toeristenseizoen permanent bereikbaar is op een gedeelte van een van de belangrijkste autosnelwegen in Zuid-Europa of een ander gebied met veel toeristenverkeer, kan op bepaalde dagen worden verlangd dat hij zonder onderbreking tien tot twaalf uur werkt . Een takelwagen die in een uitzonderlijk geval een voertuig dat in Zuid-Engeland bij een ongeluk betrokken is geweest of defect is geraakt, naar Schotland moet vervoeren of omgekeerd, kan zich meer dan acht uur op de weg bevinden .

24 . Ten slotte kan een voertuig dat speciaal is uitgerust voor reparaties en wegslepen soms, zoals het geval was met gedaagde in het hoofdgeding, worden gebruikt wanneer er geen sprake is van reparatie of wegslepen bij panne in eigenlijke zin, namelijk voor het vervoer van één of meer voertuigen die niet die dag zelf defect zijn geraakt, die zich niet meer op de openbare weg bevinden en die moeten worden gehaald op een plaats die op meerdere uren rijden van het bedrijf van de eigenaar van de takelwagen is gelegen .

25 . Men mag daarom aannemen dat de Raad ervan uitgegaan is dat dergelijke gevallen zich slechts bij uitzondering zouden voordoen en dat bedoelde voertuigen juist wegens hun bouw of uitrusting hoofdzakelijk zouden worden gebruikt voor reparaties en wegslepen in eigenlijke zin, zulks met redelijke tussenpauzen en in een beperkte straal rondom het bedrijf van de garagehouder .

26 . Deze uitlegging wordt mijns inziens ook bevestigd in het reeds genoemd arrest in de zaak-Scott .

27 . De bepaling die in die zaak moest worden uitgelegd, namelijk artikel 14 bis van verordening nr . 543/69, luidt als volgt :

"De Lid-Staten kunnen, na machtiging van de Commissie, afwijkingen toestaan van deze verordening voor de volgende vorm van binnenlands vervoer :

a ) gebruik van voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor ... de verkoop aan huis ..."

28 . De door de nationale rechter aan het Hof voorgelegde vraag luidde als volgt :

"Moeten de woorden 'die speciaal zijn uitgerust' in de afwijkingsbepaling worden geacht enkel betrekking te hebben op de eigenschappen van het betrokken voertuig, of enkel op de verkoop aan huis, of op een combinatie van beide; indien deze laatste uitlegging juist is, hoever moet de correlatie dan gaan?"

29 . Het feit dat in artikel 14 bis, lid 3, meer nadruk wordt gelegd op de woorden "vervoer en gebruik" en minder op het woord "voertuigen", zoals in artikel 4, punt 9, had voor het Hof aanleiding kunnen zijn om de afwijking te beperken tot de gevallen waarin bedoelde voertuigen daadwerkelijk voor de verkoop aan huis worden gebruikt .

30 . In plaats daarvan verwees het Hof naar de kenmerken van de voertuigen en het sloot niet uit dat zij soms voor andere doeleinden werden gebruikt, aangezien het de vraag beantwoordde als volgt :

"De term 'voertuigen die speciaal zijn uitgerust' voor bepaalde vormen van vervoer, zoals gebezigd in artikel 14 bis, lid 3, sub a, van verordening nr . 543/69, ziet enkel op voertuigen waarvan de bouw, de uitrusting of andere permanente kenmerken waarborgen, dat zij hoofdzakelijk voor één van die vervoersvormen, zoals verkoop aan huis, worden gebruikt ."

31 . In het feit dat een voertuig dat van vaste schappen voor de verkoop van brood is voorzien, door zijn eigenaar eventueel ook kan worden gebruikt om zakken meel in een molen te gaan halen, zag het Hof dus niet voldoende reden om aan een dergelijk voertuig het karakter van voertuig dat speciaal is uitgerust voor de verkoop aan huis te ontzeggen en om de Lid-Staat het recht te onthouden, daarvoor vrijstelling te verlenen van de verplichting een tachograaf te installeren .

32 . Evenzo moet een voertuig dat is uitgerust voor reparaties en wegslepen soms in niet dringende gevallen defect geraakte voertuigen kunnen ophalen van een andere plaats dan die waar zij defect geraakt zijn of bij een ongeluk betrokken waren .

33 . Hetzelfde moet a fortiori gelden, wanneer de uit te leggen bepaling niet naar het gebruik doch alleen naar de aard van het betrokken voertuig verwijst .

34 . In het onderhavige geval rijst echter een bijzondere vraag, daar een vrachtwagen die is uitgerust met een lier, een kraan en oprijplanken dusdanige afmetingen kan hebben dat er geen zekerheid meer bestaat dat hij hoofdzakelijk voor reparaties - en sleepoperaties dient .

35 . Zodra met een dergelijk voertuig een groter aantal voertuigen tegelijk kan worden vervoerd, wordt namelijk het risico veel groter, dat het hoofdzakelijk dient voor het "ophalen" van defecte voertuigen bij een aantal garagehouders om deze bij voorbeeld naar autokerkhoven te vervoeren . Dan zou het om klassiek vervoer gaan, dat voor de bestuurder grote afstanden en lange rijtijden kan meebrengen . Boven bepaalde afmetingen zouden dergelijke voertuigen trouwens niet meer in de nauwe stadsstraten zijn te manoeuvreren en daardoor hun karakter van voertuig voor reparaties en wegslepen verliezen .

36 . Een voorbeeld van een extreem geval van deze aard is te vinden in het arrest van 2 december 1983 van de Queen' s Bench Division van de Engelse High Court in de zaak-Universal Salvage Ltd/Boothby, als bijlage bij de opmerkingen van de Britse regering gevoegd . In die zaak ging het om een voertuig van een type dat dient voor het vervoer van nieuwe voertuigen van de fabriek naar de autodealer, doch dat bovendien was uitgerust met een lier en andere uitrusting voor het opladen en vervoer van defecte voertuigen ( in totaal zeven ).

37 . Niet werd betwist dat het betrokken voertuig uitsluitend werd gebruikt voor het ophalen van motorvoertuigen van bepaalde verzamelpunten, gewoonlijk garages, en nimmer vanaf de plaats waar het voertuig bij een ongeluk betrokken was of defect was geraakt .

38 . Niemand kan bezwaren hebben tegen de uitspraak van de Queen' s Bench Division dat een dergelijk voertuig geen speciaal voor reparaties en wegslepen uitgerust voertuig is .

39 . Uit dit voorbeeld blijkt dat in dit verband van belang is aan te geven vanaf welke grenzen een vrachtwagen voorzien van een uitrusting voor het opladen of op het voertuig hijsen van niet voor het verkeer geschikte voertuigen niet meer kan worden beschouwd als een voertuig dat speciaal is uitgerust voor reparaties en wegslepen in de zin van artikel 4, punt 9, van verordening nr . 543/69 .

40 . Aangezien deze bepaling naar het soort voertuig verwijst en niet naar het gebruik ervan, kunnen de aanwijzingen die het Hof in dit verband zou kunnen geven, mijns inziens evenmin slaan op het feitelijk gebruik van die voertuigen, tenzij dit impliciet uit de speciale uitrusting ervan kan worden afgeleid . De aanwijzingen zouden daarentegen gebaseerd moeten zijn op objectieve criteria die verband houden met de kenmerken van het voertuig .

41 . In dit verband zou rekening kunnen worden gehouden met het aantal auto' s dat met één en hetzelfde voertuig kan worden vervoerd, en zou als criterium kunnen worden gesteld een vervoerscapaciteit van één enkele - grote of middelgrote - auto ( of als alternatief twee zeer kleine auto' s van het type "mini ").

42 . Doch wat zou er gebeuren bij een ongeval waarbij twee grote of middelgrote auto' s betrokken zijn? Is het in dat geval uitgesloten dat er nog sprake is van een voertuig dat speciaal is uitgerust voor reparaties en wegslepen, wanneer de garagehouder een aanhanger heeft gebruikt om de beide voertuigen gelijktijdig van de openbare weg af te voeren? Deze opvatting lijkt mij te eng .

43 . Bij nader inzien en gelet op de verschillende situaties die zich in de werkelijkheid kunnen voordoen, zou ik het Hof niet willen voorstellen een criterium te kiezen dat is gebaseerd op het aantal vervoerde voertuigen . Mij dunkt dat het aan de nationale rechter moet worden overgelaten om van geval tot geval te beoordelen, of het gaat om een voertuig of een voertuig met aanhanger ( indien de eigenaar ook een aanhanger bezit ), dat wegens zijn permanente kenmerken en in het bijzonder zijn afmetingen hoofdzakelijk kan dienen voor reparaties en wegslepen in eigenlijke zin, dat wil zeggen voor het van de openbare weg afvoeren van bij een ongeval betrokken of defect geraakte voertuigen .

44 . Met andere woorden, in de door mij voorgestelde oplossing wordt de formulering van het arrest-Scott overgenomen, met dien verstande, dat met betrekking tot de permanente kenmerken van het voertuig in het bijzonder moet worden gelet op de afmetingen en de vervoerscapaciteit en dat voorts moet worden omschreven wat onder "reparatie en wegslepen" (" dépannage ") moet worden verstaan .

Conclusie

45 . Concluderend geef ik het Hof in overweging, de door de High Court of Justiciary te Edinburgh gestelde vraag te beantwoorden als volgt :

46 . "Een vrachtwagen die is aangepast voor gebruik als takelwagen, moet worden beschouwd als een 'voertuig speciaal uitgerust voor reparaties en wegslepen' in de zin van artikel 4, punt 9, van verordening nr . 543/69 van de Raad, en is derhalve vrijgesteld van het vereiste van artikel 3, lid 1, van verordening nr . 1463/70 van de Raad, ook wanneer deze door de eigenaar bij de uitoefening van zijn garagebedrijf wordt gebruikt om door de eigenaar gekochte, niet voor het verkeer geschikte voertuigen voor reparaties en verkoop van de plaats van aankoop naar zijn bedrijf te vervoeren, mits de bouw, de uitrusting, de afmetingen en andere permanente kenmerken waarborgen, dat het voertuig hoofdzakelijk wordt gebruikt om bij een ongeval betrokken of defect geraakte voertuigen van de openbare weg af te voeren .

47 . Wanneer de eigenaar ook beschikt over een aanhanger, dient de nationale rechter te beoordelen of, gezien de afmetingen van de vrachtwagen met aanhanger, nog een redelijke waarborg bestaat dat deze combinatie hoofdzakelijk voor deze werkzaamheden wordt gebruikt ."

(*) Vertaald uit het Frans .

( 1 ) Verordening ( EEG ) nr . 1463/70 van de Raad van 20 juli 1970 betreffende de invoering van een controle-apparaat bij het wegvervoer ( PB 1970, L 164, blz . 1 ), gewijzigd bij verordening ( EEG ) nr . 2828/77 van 12 december 1977 ( PB 1977, L 334, blz . 5 ).

( 2 ) Verordening ( EEG ) nr . 543/69 van de Raad van 25 maart 1969 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer ( PB 1969, L 77, blz . 49 ), gewijzigd bij verordening ( EEG ) nr . 2827/77 van 12 december 1977 ( PB 1977, L 334, blz . 1 ).

( 3 ) In dit verband kunnen reparaties waarbij het voertuig ter plaatse waar het defect is geraakt, worden gerepareerd buiten beschouwing blijven .