61985O0089(04)

BESCHIKKING VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 20 JANUARI 1994. - A. AHLSTROEM OSAKEYHTIOE EN ANDEREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - KOSTEN - RECTIFICATIE VAN ARREST. - GEVOEGDE ZAKEN C-89/85, C-104/85, C-114/85, C-116/85, C-117/85, C-125/85, C-126/85, C-127/85, C-128/85 EN C-129/85.

Jurisprudentie 1994 bladzijde I-00099


Partijen
Overwegingen van het arrest
Dictum

Trefwoorden


++++

Procedure - Kosten - Rectificatie van arrest

(Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 66 en 67)

Partijen


In de gevoegde zaken C-89/85,

1) A. Ahlstroem Osakeyhtioe, te Helsinki,

2) United Paper Mills Ltd, te Valkeakoski, als rechtsopvolgster van Joutseno-Pulp Osakeyhtioe, te Joutseno,

3) Kaukas Oy, te Lappeenranta, als rechtsopvolgster van Oy Kaukas AB, te Lappeenranta,

4) Oy Metsae-Botnia AB, te Espoo, als rechtsopvolgster van Kemi Oy, te Kemi,

5) Oy Metsae-Botnia AB, te Espoo,

6) Metsae-Serla Oy, te Helsinki, als rechtsopvolgster van Metsaeliiton Teollisuus Oy, te Espoo,

7) Veitsiluoto Oy, te Kemi, als rechtsopvolgster van Oulu Oy, te Oulu,

8) Wisaforest Oy AB, te Pietarsaari, als rechtsopvolgster van Oy Wilh. Schauman AB, te Helsinki,

9) Sunilà Osakeyhtioe, te Sunila,

10) Veitsiluoto Oy, te Kemi,

11) Finncell, te Helsinki,

12) Enso-Gutzeit Oy, te Helsinki,

alle ondernemingen naar Fins recht, vertegenwoordigd door A. von Winterfeld, advocaat te Keulen, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van E. Arendt, advocaat aldaar, Rue Mathias Hardt 8-10,

verzoeksters,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. McClellan en G. zur Hausen, juridisch adviseurs, en P. J. Kuyper, lid van haar juridische dienst, als gemachtigden, bijgestaan door S. Boese van het Belmont European Community Law Office te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

C-104/85,

Bowater Inc., te Darien, Connecticut, USA, vertegenwoordigd door D. Vaughan, QC, en D. F. Hall, Solicitor van Linklaters & Paines te Londen, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. McClellan en H. P. Hartvig, juridisch adviseurs, en B. Clarke-Smith en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

C-114/85,

The Pulp, Paper and Paperboard Export Association, te Bethlehem, Pennsylvania, USA, waarvan deel uitmaken de Amerikaanse ondernemingen

1) The Chesapeake Corporation, te West Point, Virginia,

2) Crown Zellerbach Corporation, te San Francisco, Californië,

3) Federal Paperboard Co. Inc., te Montvale, New Jersey,

4) Georgia-Pacific Corporation, te Atlanta, Georgia,

5) Scott Paper Co., te Delaware County, Pennsylvania,

6) Weyerhaeuser Co., te Tacoma, Washington,

vertegenwoordigd door M. Waelbroeck en A. Vandencasteele, advocaten te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van E. Arendt, advocaat aldaar, Rue Mathias Hardt 8-10,

verzoeksters,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. McClellan en H. P. Hartvig, juridisch adviseurs, en B. Clarke-Smith en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door T. Pratt, Principal Assistant Treasury Solicitor, en L. Hudson, van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigden, bijgestaan door R. Higgins, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Britse ambassade, Boulevard Roosevelt 14,

interveniënte,

C-116/85,

St Anne-Nackawic Pulp and Paper Co. Ltd, te Nackawic, New Brunswick, Canada, vertegenwoordigd door D. Voillemot, advocaat te Parijs, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij J. Loesch, advocaat aldaar, Rue Goethe 11,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. McClellan en H. P. Hartvig, juridisch adviseurs, en B. Clarke-Smith en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

C-117/85,

International Pulp Sales Co., te New York, vertegenwoordigd door I. Van Bael en J. F. Bellis, advocaten te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. McClellan en H. P. Hartvig, juridisch adviseurs, en B. Clarke-Smith en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

C-125/85,

Westar Timber Ltd, Canada, vertegenwoordigd door C. Stanbrook, QC, en M. Siragusa, advocaat te Rome, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur A. McClellan, en K. Banks en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door T. Pratt, Principal Assistant Treasury Solicitor, en L. Hudson, van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigden, bijgestaan door R. Higgins, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Britse ambassade, Boulevard Roosevelt 14,

interveniënte,

C-126/85,

Weldwood of Canada Ltd, Canada, vertegenwoordigd door C. Prout en A. Robinson, Barristers, en J. M. Cochran, van Wilkie Farr & Gallagher, te Parijs, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur A. McClellan, en K. Banks en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door T. Pratt, Principal Assistant Treasury Solicitor, en L. Hudson, van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigden, bijgestaan door R. Higgins, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Britse ambassade, Boulevard Roosevelt 14,

interveniënte,

C-127/85,

MacMillan Bloedel Ltd, Canada, vertegenwoordigd door C. Stanbrook, QC, P. Sambuc en Dr. D. Schroeder, advocaten te Keulen, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur A. McClellan, en K. Banks en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door T. Pratt, Principal Assistant Treasury Solicitor, en L. Hudson, van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigden, bijgestaan door R. Higgins, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Britse ambassade, Boulevard Roosevelt 14,

interveniënte,

C-128/85,

Canadian Forest Products Ltd, Canada, vertegenwoordigd door C. Stanbrook, QC, en M. Siragusa, advocaat te Londen, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur A. McClellan, en K. Banks en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door T. Pratt, Principal Assistant Treasury Solicitor, en L. Hudson, van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigden, bijgestaan door R. Higgins, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Britse ambassade, Boulevard Roosevelt 14,

interveniënte,

en C-129/85,

Fletcher Challenge Canada Ltd, voorheen British Columbia Forest Products Ltd, Canada, vertegenwoordigd door C. Stanbrook, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van Elvinger & Hoss, advocaten aldaar, Côte d' Eich 15,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur A. McClellan, en K. Banks en P. J. Kuyper, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden, en N. Forwood, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door T. Pratt, Principal Assistant Treasury Solicitor, en L. Hudson, van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigden, bijgestaan door R. Higgins, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Britse ambassade, Boulevard Roosevelt 14,

interveniënte,

betreffende een beroep tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 19 december 1984 inzake een procedure op grond van artikel 85 EEG-Verdrag (IV/29.725 - Houtslijp) (PB 1985, L 85, blz. 1),

geeft

HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),

samengesteld als volgt: J. C. Moitinho de Almeida, kamerpresident, R. Joliet (rapporteur), G. C. Rodríguez Iglesias, F. Grévisse en M. Zuleeg, rechters,

advocaat-generaal: M. Darmon

griffier: J.-G. Giraud

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- A. Ahlstroem Osakeyhtioe, United Paper Mills Ltd, Kaukas Oy, Oy Metsae-Botnia AB, Oy Metsae-Botnia AB, Metsae-Serla Oy, Veitsiluoto Oy, Wisaforest Oy AB, Sunilà Osakeyhtioe, Veitsiluoto Oy, Finncell, Enso-Gutzeit Oy, vertegenwoordigd door A. von Winterfeld,

- Bowater Inc., vertegenwoordigd door D. Vaughan en D. F. Hall,

- The Pulp, Paper and Paperboard Export Association, St Anne-Nackawic Pulp and Paper Company Ltd, International Pulp Sales Company, Westar Timber Ltd, MacMillan Bloedel Ltd en Canadian Forest Products Ltd, vertegenwoordigd door J. F. Bellis,

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. zur Hausen, H. P. Hartvig en K. Banks,

de advocaat-generaal gehoord,

de navolgende

Beschikking

Overwegingen van het arrest


1 Op 31 maart 1993 heeft het Hof (Vijfde kamer) een arrest gewezen in de gevoegde zaken C-89/85, C-104/85, C-114/85, C-116/85, C-117/85, C-125/85, C-126/85, C-127/85, C-128/85 en C-129/85, Ahlstroem Osakeyhtioe e.a./Commissie (Jurispr. 1993, blz. I-1307).

2 Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het Hof op 6 april 1993, hebben de Finse ondernemingen A. Ahlstroem Osakeyhtioe, United Paper Mills Ltd, in de rechten getreden van Joutseno-Pulp Osakeyhtioe, Kaukas Oy, in de rechten getreden van Oy Kaukas AB, Oy Metsae-Botnia AB, in de rechten getreden van Kemi Oy, Oy Metsae-Botnia AB, Metsae-Serla Oy, in de rechten getreden van Metsaeliiton Teollisuus Oy, Veitsiluoto Oy, in de rechten getreden van Oulu Oy, Wisaforest Oy AB, in de rechten getreden van Oy Wilh. Schauman AB, Sunilà Osakeyhtioe, Veitsiluoto Oy, Finncell en Enso-Gutzeit Oy (hierna: de "Finse verzoeksters") verzocht overeenkomstig artikel 67 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof te beslissen over de kosten. Bij verzoekschriften neergelegd op respectievelijk 9 en 21 april 1993 hebben de Amerikaanse ondernemingen The Chesapeake Corporation, Crown Zellerbach Corporation, Federal Paperboard Co. Inc., Georgia-Pacific Corporation, Scott Paper Co. en Weyerhaeuser Co. (hierna: de "KEA-leden"), en de Canadese onderneming St Anne-Nackawic Pulp and Paper Co. Ltd (hierna: "St Anne") het Hof verzocht de kosten te rectificeren dan wel de desbetreffende rechtsoverweging 204 van het arrest uit te leggen. Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het Hof op 6 april 1993 heeft de Amerikaanse onderneming International Pulp Sales Co. (hierna: "IPS") krachtens artikel 66 van het Reglement voor de procesvoering om rectificatie verzocht van een schrijffout in bedoelde rechtsoverweging 204. Bij verzoekschriften neergelegd ter griffie van het Hof tussen 3 mei en 11 juni 1993, hebben de Canadese ondernemingen Westar Timber Ltd (hierna: "Westar") en Forest Products Ltd (hierna: "Canfor"), de onderneming British Columbia Forest Products Ltd, thans Fletcher Challenge Canada Ltd (hierna: "British Columbia"), en de Canadese onderneming Weldwood of Canada Ltd (hierna: "Weldwood") krachtens de artikelen 67 en 102 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof verzocht over de kosten te beslissen, wat het Hof ten aanzien van bepaalde partijen zou hebben verzuimd, of, voor zover het Hof deze kosten in aanmerking zou hebben genomen, de desbetreffende punten van het dictum van het arrest te interpreteren.

3 In het kader van zijn verzoekschrift krachtens artikel 66 van het Reglement voor de procesvoering, verzoekt IPS het Hof de door de verzoekende partijen, Mead Corporation uitgezonderd, gemaakte kosten voor twee derde door de Commissie te doen dragen.

4 Tot staving van de vorderingen krachtens voormeld artikel 67, voeren verzoeksters aan, dat het Hof heeft verzuimd in de eerste plaats een beslissing te nemen over de kosten van de verzoeksters die volledig in het gelijk zijn gesteld, en in de tweede plaats de Commissie te veroordelen tot betaling van een deel van de kosten van de verzoeksters die gedeeltelijk in het gelijk zijn gesteld. In dit verband vorderen de leden van The Pulp Paper and Paperboard Export Association (hierna: "KEA"), St Anne en Westar, dat de Commissie twee derde van hun kosten zou dragen.

5 In dit verband moet in de eerste plaats worden erkend, dat het Hof rechtsoverweging 204 te bondig heeft geformuleerd en daarin de kosten van de Finse verzoeksters, Finncell uitgezonderd, niet uitdrukkelijk heeft vermeld, evenmin als die van Bowater Inc., en die van KEA als zodanig, IPS, Weldwood, en British Columbia.

6 Bovendien moet worden erkend, dat rechtsoverweging 204 van het arrest een kennelijke onnauwkeurigheid bevat. Het Hof heeft namelijk nooit de bedoeling gehad de verzoeksters die volledig in het gelijk zijn gesteld, te dwingen hun kosten deels te verhalen op de Commissie en voor het overige op de andere verzoeksters.

7 Uit rechtsoverweging 205 van het arrest volgt namelijk, dat het Hof overeenkomstig artikel 69, lid 2, van zijn Reglement voor de procesvoering, in de eerste plaats de bedoeling had de kosten van de partijen die volledig in het gelijk zijn gesteld, te doen dragen door de Commissie, en in de tweede plaats te bepalen welk deel van de kosten de partijen die gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, hebben te dragen, naargelang van de mate waarin hun vordering is afgewezen dan wel toegewezen.

8 Mitsdien moet overeenkomstig artikel 67 van het Reglement voor de procesvoering het verzuim over de kosten van bepaalde partijen te beslissen, worden hersteld, en ingevolge artikel 66 is een rectificatie nodig van de kennelijke onnauwkeurigheid inzake de verwijzing in de kosten.

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer)

beschikt:

1) Rechtsoverweging 204 en punt 10 van het dictum van het arrest worden vervangen door de volgende tekst:

"Verstaat dat de overige kosten als volgt worden verdeeld:

- in zaak C-89/85 wordt de Commissie verwezen in de kosten van de Finse verzoeksters, Finncell uitgezonderd; Finncell zal haar eigen kosten dragen alsmede die van de Commissie ter zake van haar beroep;

- in zaak C-104/85 (Bowater Inc.) wordt de Commissie in de kosten verwezen;

- in zaak C-114/85 wordt de Commissie verwezen in de kosten van KEA en in haar eigen kosten ter zake van het beroep van deze vereniging; The Chesapeake Corporation, Crown Zellerbach Corporation, Federal Paperboard Co. Inc., Georgia-Pacific Corporation, Scott Paper Co. en Weyerhaeuser Co. zullen elk een derde van hun kosten dragen alsmede een derde van de kosten van de Commissie ter zake van hun beroep; de Commissie zal twee derde van de kosten van deze zes vennootschappen dragen alsmede twee derde van haar eigen kosten ter zake van hun beroepen;

- in zaak C-116/85 zal St Anne een derde van haar eigen kosten dragen alsmede een derde van de kosten van de Commissie ter zake van dit beroep; de Commissie zal twee derde van de kosten van St Anne dragen alsmede twee derde van haar eigen kosten ter zake van dit beroep;

- in zaak C-117/85 zal IPS een derde van haar eigen kosten dragen alsmede een derde van de kosten van de Commissie ter zake van dit beroep; de Commissie zal twee derde van de kosten van IPS dragen alsmede twee derde van haar eigen kosten ter zake van dit beroep;

- in zaak C-125/85 zal Westar een derde van haar eigen kosten dragen alsmede een derde van de kosten van de Commissie ter zake van haar beroep; de Commissie zal twee derde van de kosten van Westar dragen alsmede twee derde van haar eigen kosten ter zake van dit beroep;

- in zaak C-126/85 (Weldwood) wordt de Commissie verwezen in de kosten;

- in zaak C-127/85 zal MacMillan Bloedel Ltd een derde van haar eigen kosten dragen alsmede een derde van de kosten van de Commissie ter zake van haar beroep; de Commissie zal twee derde van de kosten van MacMillan Bloedel Ltd dragen alsmede twee derde van haar eigen kosten ter zake van dit beroep;

- in zaak C-128/85 zal Canfor een derde van haar eigen kosten dragen alsmede een derde van de kosten van de Commissie ter zake van haar beroep; de Commissie zal twee derde van de kosten van Canfor dragen alsmede twee derde van haar eigen kosten ter zake van dit beroep;

- in zaak C-129/85 (British Columbia) wordt de Commissie in de kosten verwezen."

2) De minuut van de onderhavige beschikking wordt aan de minuut van het gerectificeerde arrest gehecht; hiervan wordt in margine van de minuut van het arrest aantekening gedaan.

Luxemburg, 20 januari 1994.