++++
1 . Ambtenaren - Aanwerving - Vacature - Voorziening - Modaliteiten - Beoordelingsbevoegdheid van instellingen - Grenzen - Ambt met beslissingsbevoegdheid - Keuze van één van de rechtsregelingen voorzien in Statuut of Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen
2 . Ambtenaren - Beroep - Procesbelang - Direct betrokkenen bij arrest houdende nietigverklaring - Beroep tegen handeling van instelling ter uitvoering van arrest van Hof - Ontvankelijkheid
( Ambtenarenstatuut, artikel 91 )
3 . Ambtenaren - Aanwerving - Aanstelling van tijdelijk functionaris - Aanstelling ter regularisering van situatie van betrokkene na nietigverklaring van aanstelling als ambtenaar - Misbruik van bevoegdheid - Onwettigheid
4 . Ambtenaren - Aanwerving - Procedures - Keuze - Beoordelingsbevoegdheid van administratie - Aanstelling van tijdelijk functionaris om vast ambt te vervullen - Toelaatbaarheid
( Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, artikel 2, sub b )
5 . Ambtenaren - Aanwerving - Kennisgeving van vacature - Procedure van algemeen vergelijkend onderzoek - Noodzaak van overeenstemming tussen kennisgeving van vacature en aankondiging van vergelijkend onderzoek
( Ambtenarenstatuut, artikel 29, lid 1 )
1 . De instellingen beschikken over een ruime discretionaire bevoegdheid bij de keuze van de meest geschikte middelen om in hun personeelsbehoeften te voorzien, doch dienen zich, wanneer het gaat om ambten waaraan beslissingsbevoegdheid verbonden is, te houden aan een van de rechtsregelingen die limitatief zijn voorzien in het Statuut of in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen .
Daaruit volgt, dat de instellingen, wanneer zij iemand niet als ambtenaar of personeelslid kunnen aanstellen, zelfs voorlopig niet anders dan door plaatsvervanging of aanstelling ad interim kunnen voorzien in een dergelijk vacant ambt .
Van dat beginsel mag in voorkomend geval slechts worden afgeweken in geval van dwingende redenen, met name wanneer met grote spoed in de vacature moet worden voorzien .
2 . De direct betrokkenen bij een arrest houdende nietigverklaring van een besluit van een instelling, worden rechtstreeks geraakt door de wijze waarop die instelling aan het arrest uitvoering geeft, en kunnen dus beroep instellen tegen een naar aanleiding van dat arrest genomen besluit, ook al heeft het bestreden besluit inmiddels opgehouden rechtsgevolg te sorteren .
3 . Een instelling mag enkel een tijdelijk functionaris aanstellen om in de behoeften van de dienst te voorzien, en niet om een feitelijke situatie te regulariseren . De aanstelling met terugwerkende kracht van een tijdelijk functionaris ter regularisatie van de situatie van de betrokkene, wiens aanstelling als ambtenaar bij arrest van het Hof is nietig verklaard, welk arrest niet de nietigheid van de door de betrokkenen in de uitoefening van zijn functie verrichte handelingen tot gevolg had, daar het de schijn had dat hij die functie op reguliere wijze had verworven, noch hem - wegens zijn goede trouw - de bedragen ontnam die hij als vergoeding voor zijn diensten had ontvangen, levert bijgevolg misbruik van bevoegdheid op .
4 . Het tot aanstelling bevoegd gezag heeft een ruime beoordelingsbevoegdheid wanneer het in een post moet voorzien, en mag krachtens artikel 2, sub b, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen een tijdelijk functionaris aanwerven om een vast ambt te vervullen, alvorens een ambtenaar aan te stellen om de met dat ambt overeenstemmende functies uit te oefenen .
5 . Wanneer het tot aanstelling bevoegd gezag in een vacante post voorziet, beschikt het weliswaar bij de vergelijking van de titels van de kandidaten over een ruime beoordelingsmarge, doch dient het die bevoegdheid uit te oefenen binnen het kader dat in de kennisgeving van vacature is vastgesteld, hetgeen betekent dat het, wanneer bij het onderzoek van de sollicitaties de in die kennisgeving gestelde eisen strenger blijken te zijn dan voor de behoeften van de dienst noodzakelijk, de procedure opnieuw moet beginnen door de oorspronkelijke kennisgeving door een nieuwe kennisgeving van vacature te vervangen .
Deze beginselen moeten met des te meer gestrengheid worden toegepast wanneer het gaat om de overeenstemming tussen de kennisgeving van vacature en de aankondiging van een vergelijkend onderzoek . Immers, indien het tot aanstelling bevoegd gezag in het stadium van het algemeen vergelijkend onderzoek de voorwaarden van de kennisgeving van vacature zou mogen wijzigen, dan zou het in feite - in strijd met de krachtens artikel 29, lid 1, van het Statuut op hem rustende verplichting om de mogelijkheden van interne aanwerving te onderzoeken alvorens een algemeen vergelijkend onderzoek te organiseren - de vrije hand hebben om externe-aanwervingsprocedures te organiseren zonder interne sollicitaties te moeten onderzoeken .