ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 23 OKTOBER 1986. - LOUIS VAYSSE TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - AMBTENAAR - NIETIGVERKLARING VAN EEN AANSTELLINGSBESLUIT. - ZAAK 26/85.
Jurisprudentie 1986 bladzijde 03131
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . AMBTENAREN - TEWERKSTELLING - A2- EN A3-AMBTEN - TUSSENKOMST VAN IN STATUUT NIET VOORZIENE RAADGEVENDE INSTANTIE - VRIJHEID VAN ADMINISTRATIE TER ZAKE VAN SAMENSTELLING EN TAAK DAARVAN
2 . AMBTENAREN - BEVORDERING - BEOORDELINGSBEVOEGDHEID VAN ADMINISTRATIE - RECHTERLIJKE TOETSING - GRENZEN
( AMBTENARENSTATUUT , ARTIKEL 45 )
1 . DE BESLISSINGEN INZAKE BEVORDERING , OVERPLAATSING EN OVERGANG BEHOREN TOT DE UITSLUITENDE VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG . WANNEER DAT OP EIGEN INITIATIEF EN ZONDER DAARTOE KRACHTENS HET STATUUT VERPLICHT TE ZIJN , TIJDENS DE VOORBEREIDENDE FASE VAN SOMMIGE VAN ZIJN BESLISSINGEN EEN RAADGEVENDE INSTANTIE ALS HET COMITE BELAST MET HET ONDERZOEK VAN SOLLICITATIES NAAR AMBTEN VAN DE RANGEN A2 EN A3 INSCHAKELT , MAG HET DE SAMENSTELLING EN DE TAAK DAARVAN NAAR EIGEN GOEDDUNKEN REGELEN . HET KAN DUS MET NAME BEPALEN DAT DIE INSTANTIE BESTAAT UIT VERTEGENWOORDIGERS VAN DE ADMINISTRATIE EN NIET UIT VERTEGENWOORDIGERS VAN HET PERSONEEL .
2 . BIJ DE BEOORDELING VAN HET DIENSTBELANG EN VAN DE VERDIENSTEN WAARMEE IN HET KADER VAN EEN BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 45 VAN HET STATUUT REKENING MOET WORDEN GEHOUDEN , BESCHIKT HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG OVER EEN RUIME DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID EN OP DIT GEBIED MOET DE CONTROLE VAN HET HOF ZICH BEPERKEN TOT DE VRAAG OF DE ADMINISTRATIE , GELET OP DE WIJZE WAAROP ZIJ TOT HAAR OORDEEL HEEFT KUNNEN KOMEN , BINNEN REDELIJKE GRENZEN IS GEBLEVEN EN NIET OP KENNELIJK ONJUISTE WIJZE VAN HAAR BEVOEGDHEID GE BRUIK HEEFT GEMAAKT . IN HET KADER VAN HAAR DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID IS DE INSTELLING IMMERS BIJ UITSLUITING BEVOEGD OM TE BEOORDELEN OF DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE GEKOZEN SOLLICITANT HEM TOELAAT ZIJN FUNCTIE NAAR BEHOREN UIT TE OEFENEN .
IN ZAAK 26/85 ,
LOUIS VAYSSE , AMBTENAAR VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , WONENDE TE 1630 LINKEBEEK , ESSELAAR 23 , VERTEGENWOORDIGD DOOR J.-N . LOUIS , ADVOCAAT TE BRUSSEL , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN N . DECKER , ADVOCAAT ALDAAR , 16 , AVENUE MARIE-THERESE ,
VERZOEKER ,
TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR D . GOULOUSSIS ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G . KREMLIS , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,
VERWEERSTER ,
BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN AANSTELLINGSBESLUIT ,
1 BIJ VERZOEKSCHRIFT NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 31 JANUARI 1985 , HEEFT LOUIS VAYSSE , JURIST-VERTALER BIJ DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , BEROEP INGESTELD TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 16 MEI 1984 WAARBIJ H . DUBOIS IS AANGESTELD TOT HOOFD VAN DE AFDELING ' ' FRANSE VERTALINGEN ' ' , ALSMEDE TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESLUITEN VAN DE COMMISSIE VAN 24 OKTOBER EN 7 NOVEMBER 1984 WAARBIJ DIE AANSTELLING IS BEVESTIGD , RESPECTIEVELIJK ZIJN KLACHT IS AFGEWEZEN .
2 VAYSSE WERKT SINDS 1958 BIJ DE DIENST ' ' VERTALING ' ' VAN DE IN 1962 WERD HIJ BEVORDERD NAAR DE RANG LA 4 EN PER 1 FEBRUARI 1981 AANGESTELD TOT HOOFD VAN EEN GROEP VERTALERS . VAN 1 MEI TOT 30 SEPTEMBER 1981 EN VAN 1 JUNI TOT 24 OKTOBER 1982 VERVULDE HIJ AD INTERIM HET AMBT VAN HOOFD VAN DE AFDELING ' ' FRANSE VERTALINGEN ' ' ; BOVENDIEN WAS HIJ VAN 20 JANUARI TOT 16 MEI 1984 PLAATSVERVANGEND HOOFD VAN DIE AFDELING .
3 OP 17 FEBRUARI 1984 PUBLICEERDE DE COMMISSIE DE KENNISGEVING VAN VACATURE COM/407/84 BETREFFENDE HET AMBT VAN HOOFD VAN DE AFDELING ' ' FRANSE VERTALINGEN ' ' . VAYSSE EN TIEN ANDEREN SOLLICITEERDEN NAAR DIE POST . OP 16 MEI 1984 BESLOOT DE COMMISSIE BIJ WEGE VAN BEVORDERING IN DE VACATURE TE VOORZIEN EN STELDE ZIJ EEN VAN DE SOLLICITANTEN , H . DUBOIS , OP DAT OGENBLIK EVENEENS HOOFD VAN EEN GROEP VERTALERS , AAN TOT AFDELINGSHOOFD .
4 OP 25 JUNI 1984 DIENDE VAYSSE EEN KLACHT IN OP GROND VAN ARTIKEL 90 , LID 2 , AMBTENARENSTATUUT ; DAARIN VERZOCHT HIJ OM ONGEDAANMAKING VAN HET AANSTELLINGSBESLUIT WAARBIJ ZIJN SOLLICITATIE WAS AFGEWEZEN , MET NAME OP GROND DAT OP HET MOMENT VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN DE VERDIENSTEN VAN DE SOLLICITANTEN ZIJN LAATSTE BEOORDELINGSRAPPORT IN ZIJN PERSOONSDOSSIER HAD ONTBROKEN .
5 BIJ BRIEF VAN 7 NOVEMBER 1984 LIET DE COMMISSIE VAYSSE WETEN , DAT ZIJ OP 24 OKTOBER 1984 DE VERDIENSTEN VAN DE SOLLICITANTEN OPNIEUW HAD ONDERZOCHT EN DAARBIJ OOK BEDOELD BEOORDELINGSRAPPORT IN AANMERKING HAD GENOMEN . NA DIT NIEUWE ONDERZOEK WAS ZIJ TOT DE CONCLUSIE GEKOMEN , DAT ER INDERDAAD AANLEIDING BESTOND OM DOOR BEVORDERING VAN DUBOIS IN DE VACATURE TE VOORZIEN ; MITSDIEN HAD ZIJ HAAR BESLUIT VAN 16 MEI 1984 BEVESTIGD EN BESLOTEN DE AANSTELLING VAN DE GEKOZEN SOLLICITANT NIET ONGEDAAN TE MAKEN . DAAROP HEEFT VAYSSE HET ONDERHAVIGE BEROEP INGESTELD .
DE ONTVANKELIJKHEID
6 DE COMMISSIE BETWIST DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP . ZIJ VOERT IN WEZEN AAN , DAT DE KLACHT VAN 25 JUNI 1984 BETREKKING HAD OP HET FEIT DAT OP HET OGENBLIK VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN DE SOLLICITATIES DOOR HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG HET LAATSTE BEOORDELINGSRAPPORT VAN VERZOEKER ZICH NIET IN DIENS PERSOONSDOSSIER HAD BEVONDEN . DAAR DE COMMISSIE DE VERDIENSTEN VAN DE SOLLICITANTEN NADIEN OPNIEUW HAD ONDERZOCHT EN DAARBIJ OOK DIT BEOORDELINGSRAPPORT IN AANMERKING HAD GENOMEN , ZOU DE KLACHT ZONDER VOORWERP ZIJN GERAAKT . ONDER DIE OMSTANDIGHEDEN ZOU VERZOEKER ZICH ENKEL BEZWAARD KUNNEN ACHTEN DOOR HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 , WAARTEGEN HIJ ECHTER GEEN KLACHT HEEFT INGEDIEND .
7 DIENAANGAANDE KAN WORDEN VOLSTAAN MET VAST TE STELLEN , DAT UIT DE KLACHT VAN 25 JUNI 1984 TEGEN HET BESLUIT VAN 16 MEI 1984 DUIDELIJK BLIJKT DAT VAYSSE DE COMMISSIE VERWIJT , DUBOIS OP DE VACANTE POST TE HEBBEN AANGESTELD EN DAARMEE ZIJN EIGEN SOLLICITATIE NAAR DIE POST STILZWIJGEND TE HEBBEN AFGEWEZEN . NU DE COMMISSIE HET BETWISTE AANSTELLINGSBESLUIT NIET HEEFT GEWIJZIGD , MAAR HET JUIST HEEFT BEVESTIGD , BLIJFT DIE GRIEF BESTAAN EN KAN VERZOEKER HET BESLUIT VAN 16 MEI 1984 , BEVESTIGD DOOR HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 , TERECHT BEZWAREND ACHTEN IN DE ZIN VAN DE ARTIKELEN 90 EN 91 AMBTENARENSTATUUT . HIJ WAS DUS NIET VERPLICHT OM MET HET OOG OP DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET ONDERHAVIGE BEROEP EERST EEN KLACHT IN TE DIENEN TEGEN HET BEVESTIGENDE BESLUIT .
8 HET BEROEP IS MITSDIEN ONTVANKELIJK .
TEN GRONDE
9 TOT STAVING VAN ZIJN CONCLUSIES BEROEPT VERZOEKER ZICH OP SCHENDING VAN ARTIKEL 45 VAN HET STATUUT - BETREFFENDE DE BEVORDERING VAN AMBTENAREN - ALSOOK OP WILLEKEUR EN MISBRUIK VAN BEVOEGDHEID . DEZE MIDDELEN KUNNEN IN WEZEN WORDEN SAMENGEVAT TOT TWEE GRIEVEN , TE WETEN ONREGELMATIGHEDEN IN DE PROCEDURE DIE TOT DE BESTREDEN BESLUITEN HEEFT GELEID , EN EEN BEOORDELINGSFOUT , DOORDAT DE COMMISSIE NIET DE VOOR HET TE BEGEVEN AMBT MEEST GESCHIKTE AMBTENAAR HEEFT GEKOZEN .
DE ONREGELMATIGHEDEN IN DE PROCEDURE
10 VOOREERST MOET WORDEN ONDERZOCHT OF , GELIJK VERZOEKER BEWEERT , DE BESTREDEN BESLUITEN ZIJN VASTGESTELD ZONDER VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN TE ZIJN VOORGELEGD AAN HET RAADGEVEND COMITE BELAST MET HET ONDERZOEK VAN SOLLICITATIES NAAR AMBTEN VAN DE RANGEN A 2 EN A 3 ( ' ' GROEP NOEL ' ' ).
11 VERZOEKER VOERT IN DIT VERBAND AAN , DAT DIT COMITE , TOEN HET OP 10 MEI 1984 BIJEENKWAM IN HET KADER VAN DE PROCEDURE DIE TOT HET BESLUIT VAN 16 MEI DAARAANVOLGENDE HEEFT GELEID , NIET REGELMATIG WAS SAMENGESTELD . VOLGENS VERZOEKER IMMERS BESTAAT DIT COMITE UIT DRIE PERSONEN , TE WETEN DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE COMMISSIE , DE DIRECTEUR-GENERAAL PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER , EN DE DIRECTEUR-GENERAAL VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL WAARONDER DE VACANTE POST VALT . DAAR HET IN HET ONDERHAVIGE GEVAL GING OM EEN VACATURE BIJ HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER , HAD DE DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEZE DIENST ZITTING IN EEN DUBBELE HOEDANIGHEID , NAMELIJK ALS HOOFD VAN DE ALGEMENE ADMINISTRATIE EN TEVENS ALS HOOFD VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL WAARONDER DE TE BEGEVEN POST VIEL . VOORTS VERWIJT HIJ DE COMMISSIE DAT ZIJ GEEN VERTEGENWOORDIGER VAN HET PERSONEEL AAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DAT COMITE HEEFT LATEN DEELNEMEN . TEN SLOTTE WIJST HIJ EROP , DAT DIT COMITE NIET EEN TWEEDE MAAL IS GEHOORD BIJ DE VOORBEREIDING VAN HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 .
12 UIT HET DOSSIER EN MET NAME UIT DE INLICHTINGEN DIE DE COMMISSIE OP VERZOEK VAN HET HOF HEEFT VERSTREKT , BLIJKT DAT DE KRACHTENS EEN PRINCIPEBESLUIT VAN 1980 INGESTELDE ' ' GROEP NOEL ' ' IN FEITE VIER LEDEN TELT DIE A TITRE PERSONNEL ZIJN BENOEMD , TE WETEN DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE COMMISSIE , DE DIRECTEUR-GENERAAL PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER , EEN DIRECTEUR-GENERAAL OF EEN DIENSTHOOFD DIE DOOR DE VOORZITTER VAN DE COMMISSIE VOOR EEN PERIODE VAN TWEE JAAR WORDT AANGEWEZEN , EN EEN VERTEGENWOORDIGER VAN HET LID VAN DE COMMISSIE BELAST MET PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER . DIT COMITE HEEFT TOT TAAK , IN HET KADER VAN HET ONDERZOEK VAN SOLLICITATIES NAAR AMBTEN VAN DE RANGEN A 2 EN A 3 , BIJ WEGE VAN BEVORDERING , OVERPLAATSING OF OVERGANG VAN EEN ANDERE INSTELLING , DE BEKWAAMHEID EN DE GESCHIKTHEID VAN DE SOLLICITANTEN AAN DE VOOR HET TE BEGEVEN AMBT VEREISTE KUNDIGHEDEN TE TOETSEN . HET BRENGT DAAROVER ADVIES UIT AAN HET MET DE BETROKKEN SECTOR BELASTE LID VAN DE COMMISSIE EN AAN HET LID VAN DE COMMISSIE BELAST MET PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER .
13 MET BETREKKING TOT HET ONDERHAVIGE GEVAL HEEFT DE COMMISSIE VERKLAARD , DAT DE ' ' GROEP NOEL ' ' TIJDENS ZIJN BIJEENKOMST VAN 10 MEI 1984 BESTOND UIT DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE COMMISSIE , DE DIRECTEUR-GENERAAL PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER , DE DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE DIENST DOUANE-UNIE EN EEN VERTEGENWOORDIGER VAN HET LID VAN DE COMMISSIE BELAST MET PERSONEELSZAKEN . DIT COMITE HEEFT OP 10 MEI 1984 VAN DE ELF AMBTENAREN DIE NAAR HET AMBT HADDEN GESOLLICITEERD , ER VIJF - IN ALFABETISCHE VOLGORDE - AANGEWEZEN ' ' DIE BIJZONDER IN AANMERKING MOESTEN WORDEN GENOMEN . ' ' TOT DIE VIJF KANDIDATEN BEHOORDEN VERZOEKER EN DEGENE DIE NADIEN ZOU WORDEN AANGESTELD . HET COMITE HEEFT DE GESCHIKT BEVONDEN SOLLICITANTEN EVENWEL NIET GERANGSCHIKT EN OP GEEN ENKELE WIJZE EEN VOORKEUR VOOR EEN VAN HEN LATEN BLIJKEN .
14 IN DEZE OMSTANDIGHEDEN KAN HET ARGUMENT DAT VERZOEKER ONTLEENT AAN DE ONREGELMATIGE SAMENSTELLING VAN DE ' ' GROEP NOEL ' ' TIJDENS DE BIJEENKOMST VAN 10 MEI 1984 , NIET WORDEN AANVAARD . DAAR DE LEDEN VAN DIE GROEP A TITRE PERSONNEL WORDEN BENOEMD EN NIET IS VOORZIEN DAT OOK DE DIENST WAARTOE DE TE BEGEVEN POST BEHOORT , DAARIN MOET ZIJN VERTEGENWOORDIGD , KAN DE REGELMATIGHEID VAN DE PROCEDURE NIET WORDEN AANGETAST DOOR HET FEIT DAT DE VACANTE POST IN CASU ONDER HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER VIEL EN BIJGEVOLG DE DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEZE DIENST TEGELIJKERTIJD HET HOOFD WAS VAN DE DIENST WAARBIJ DE VACATURE BESTOND .
15 DE COMMISSIE VALT OOK NIET TE VERWIJTEN , DAT ZIJ NIET HEEFT VOORZIEN IN DE DEELNEMING VAN EEN VERTEGENWOORDIGER VAN HET PERSONEEL AAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE ' ' GROEP NOEL ' ' . IN DIT VERBAND ZIJ EROP GEWEZEN , DAT BESLISSINGEN INZAKE BEVORDERING , OVERPLAATSING EN OVERGANG TOT DE UITSLUITENDE VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG BEHOREN . WANNEER DAT DERHALVE OP EIGEN INITIATIEF EN ZONDER DAARTOE KRACHTENS HET STATUUT VERPLICHT TE ZIJN , TIJDENS DE VOORBEREIDENDE FASE VAN SOMMIGE VAN ZIJN BESLISSINGEN EEN RAADGEVENDE INSTANTIE ALS DE ' ' GROEP NOEL ' ' INSCHAKELT , MAG HET DE SAMENSTELLING EN DE TAAK DAARVAN NAAR EIGEN GOED DUNKEN REGELEN . HET KAN DUS MET NAME BEPALEN DAT DIE INSTANTIE BESTAAT UIT VERTEGENWOORDIGERS VAN DE ADMINISTRATIE EN NIET UIT VERTEGENWOORDIGERS VAN HET PERSONEEL .
16 VERZOEKER KAN DE COMMISSIE EVENMIN VERWIJTEN , DAT ZIJ DE ' ' GROEP NOEL ' ' NIET EEN TWEEDE MAAL HEEFT GEHOORD BIJ DE VOORBEREIDING VAN HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 . ZOALS UIT DE OPMERKINGEN VAN DE COMMISSIE BLIJKT , HAD DIT COMITE IMMERS ENKEL TOT TAAK DE BEKWAAMHEID EN DE GESCHIKTHEID VAN DE KANDIDATEN TE TOETSEN AAN DE VOOR DE BETROKKEN POST VEREISTE KUNDIGHEDEN . NIETS WIJST EROP , DAT HET DE GESELECTEERDE SOLLICITANTEN OP ENIGERLEI WIJZE MOEST RANGSCHIKKEN OF ER EEN MOEST VOORDRAGEN ALS DE MEEST GESCHIKTE VOOR HET AMBT . BIJGEVOLG HEEFT DIT COMITE , DOOR IN MEI 1984 VERZOEKER TE NOEMEN BIJ DE SOLLICITANTEN DIE BIJZONDER IN AANMERKING MOESTEN WORDEN GENOMEN , TE ZIJNEN AANZIEN HET GUNSTIGST MOGELIJKE ADVIES UITGEBRACHT . DE RECHTSPOSITIE VAN VERZOEKER KON DAN OOK NIET ONGUNSTIG WORDEN BEINVLOED DOOR HET FEIT DAT HET COMITE NIET EEN TWEEDE MAAL WERD GERAADPLEEGD , AANGEZIEN IN OKTOBER 1984 SLECHTS OP BASIS VAN GENOEMD ADVIES OPNIEUW WERD ONDERZOCHT OF , GELET OP DE VERDIENSTEN VAN VAYSSE , DE AANSTELLING VAN DUBOIS GERECHTVAARDIGD WAS .
17 DE GRIEF ONTLEEND AAN ONREGELMATIGHEDEN BIJ HET CONSULTEREN VAN DE ' ' GROEP NOEL ' ' , MOET DERHALVE WORDEN AFGEWEZEN .
18 VERDER STELT VERZOEKER , DAT DE COMMISSIE DE INGESCHREVEN SOLLICITATIES IN MEI 1984 NIET AAN EEN VOLLEDIG EN OBJECTIEF ONDERZOEK HEEFT KUNNEN ONDERWERPEN , DAAR ZIJN LAATSTE TWEEJAARLIJKS BEOORDELINGSRAPPORT OVER DE PERIODE VAN 1 JULI 1981 TOT 30 JUNI 1983 ZICH OP DAT OGENBLIK NIET IN ZIJN PERSOONSDOSSIER BEVOND . BIJGEVOLG ZOUDEN DE AANSTELLING - BIJ WEGE VAN BEVORDERING - VAN DUBOIS OP DE VACANTE POST EN DE DAARUIT VOLGENDE AFWIJZING VAN VERZOEKERS SOLLICITATIE ZIJN GESCHIED IN STRIJD MET ARTIKEL 45 AMBTENARENSTATUUT , VOLGENS HETWELK BEVORDERING SLECHTS KAN GESCHIEDEN NA EEN VOORAFGAAND ONDERZOEK ' ' WAARBIJ DE VERDIENSTEN DER AMBTENAREN DIE VOOR BEVORDERING IN AANMERKING KOMEN , ALSMEDE DE BEOORDELINGSRAPPORTEN DIE OVER HEN ZIJN UITGEBRACHT , ONDERLING WORDEN VERGELEKEN ' ' . AANGEZIEN HET BESLUIT VAN 16 MEI 1984 DUS ONWETTIG WAS , HAD DE COMMISSIE HET LATER NIET KUNNEN BEVESTIGEN .
19 DE COMMISSIE GEEFT TOE , DAT TEN TIJDE VAN DE VOORBEREIDING VAN HET BESLUIT VAN 16 MEI 1984 HET LAATSTE BEOORDELINGSRAPPORT VAN VERZOEKER ZICH NIET IN ZIJN PER SOONSDOSSIER BEVOND . DIT RAPPORT ZOU EVENWEL LATER ZIJN OVERGELEGD EN IN AANMERKING ZIJN GENOMEN BIJ HET NIEUWE ONDERZOEK VAN DE VERDIENSTEN VAN DE SOLLICITANTEN , VOORAFGAANDE AAN DE VASTSTELLING VAN HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 . DE WETTIGHEID VAN DIT BESLUIT ZOU NIET IN GEDING KUNNEN WORDEN GEBRACHT OP DE ENKELE GROND , DAT HET ALS EEN BEVESTIGING IS GEKWALIFICEERD , TERWIJL HET IN FEITE OM EEN NIEUW BESLUIT GING .
20 VASTGESTELD MOET WORDEN DAT HET BESLUIT VAN 16 MEI 1984 INDERDAAD ONGELDIG WAS ALS GEVOLG VAN EEN PROCEDUREFOUT , DOORDAT BIJ DE ONDERLINGE VERGELIJKING VAN DE VERDIENSTEN VAN DE SOLLICITANTEN HET LAATSTE BEOORDELINGSRAPPORT VAN VERZOEKER NIET IN AANMERKING WAS GENOMEN . DEZE ONREGELMATIGHEID KON EVENWEL DOOR EEN HERNIEUWD ONDERZOEK VAN HET DOSSIER WORDEN HERSTELD . MITSDIEN MOET WORDEN NAGEGAAN OF DE COMMISSIE , GELIJK ZIJ BEWEERT , IN OKTOBER 1984 HET DOSSIER OPNIEUW HEEFT ONDERZOCHT EN DAARBIJ ALLE RELEVANTE GEGEVENS IN AANMERKING HEEFT GENOMEN , MET DIEN VERSTANDE DAT DE WETTIGHEID VAN HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 NIET IN TWIJFEL KAN WORDEN GETROKKEN OP DE ENKELE GROND DAT HET PRECIES DEZELFDE INHOUD HEEFT ALS HET EERSTE , NA EEN ONREGELMATIGE PROCEDURE GENOMEN BESLUIT .
21 DIENAANGAANDE HEEFT VERWEERSTER IN ANTWOORD OP EEN VRAAG VAN HET HOF VERKLAARD , DAT DE LEDEN VAN DE COMMISSIE EN HUN KABINETTEN GEDURENDE ENKELE DAGEN VOOR 24 OKTOBER 1984 DE PERSOONSDOSSIERS VAN DE SOLLICITANTEN HEBBEN KUNNEN INZIEN EN DAT HET SECRETARIAAT-GENERAAL DIE DAG ZELF ALLE BETROKKEN DOSSIERS TE HUNNER BESCHIKKING HEEFT GEHOUDEN . VOORTS HEEFT ZIJ VERZEKERD DAT ZIJ TIJDENS DE BIJEENKOMST VAN 24 OKTOBER 1984 , NA TE HEBBEN VASTGESTELD DAT HET BEOORDELINGSRAPPORT VAN VERZOEKER ZICH THANS WEL IN ZIJN PERSOONSDOSSIER BEVOND , HET GEHELE DOSSIER OPNIEUW HEEFT ONDERZOCHT EN VERVOLGENS OP VOORSTEL VAN HET LID VAN DE COMMISSIE BELAST MET PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER , DE AANSTELLING VAN DUBOIS HEEFT BEVESTIGD .
22 GELET OP DEZE INLICHTINGEN , KAN NIET WORDEN GECONCLUDEERD DAT AAN HET BESLUIT VAN 24 OKTOBER 1984 GEEN NIEUW ONDERZOEK VAN HET DOSSIER VOORAF ZOU ZIJN GEGAAN EN DAT HET DERHALVE OP ONREGELMATIGE WIJZE TOT STAND ZOU ZIJN GEKOMEN .
23 DEZE GRIEF MOET DUS EVENEENS WORDEN AFGEWEZEN .
DE BEOORDELINGSFOUT
24 MET BETREKKING TOT DE GRIEF DAT DE COMMISSIE EEN BEOORDELINGSFOUT HEEFT GEMAAKT , STELT VERZOEKER DAT DE IN DE VACATURE AANGESTELDE AMBTENAAR NOCH IN DE DIENST NOCH IN DE RANG EEN GROTERE ANCIENNITEIT DAN HIJZELF BEZAT EN OOK GEEN BETERE BEOORDELINGEN HAD GEKREGEN . VOORTS ZOU DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DIE AMBTENAAR VAN DIEN AARD ZIJN , DAT HIJ GEREGELD ABSENT IS , WAT TOT DE CONCLUSIE ZOU MOETEN LEIDEN DAT BIJ ZIJN AANSTELLING GEEN REKENING IS GEHOUDEN MET HET BELANG VAN DE DIENST .
25 DE COMMISSIE WERPT TEGEN , DAT ZIJ ALLE VOOR DE BETROKKEN FUNCTIE VEREISTE KUNDIGHEDEN HEEFT BEOORDEELD , EN MET NAME DE LEIDINGGEVENDE KWALITEITEN , DE ZIN VOOR INITIATIEF EN HET ORGANISATIETALENT VAN DE SOLLICITANTEN . OP GROND VAN DEZE BEOORDELING ZOU ZIJ VOOR DUBOIS HEBBEN GEKOZEN , DIE EVEN GOEDE BEOORDELINGSRAPPORTEN EN SLECHTS WEINIG MINDER ANCIENNITEIT DAN VERZOEKER HAD . TEN SLOTTE BETWIST DE COMMISSIE DAT DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DUBOIS VAN DIEN AARD IS , DAT ZIJ HEM BELET ZIJN FUNCTIE VAN AFDELINGSHOOFD TE VERVULLEN .
26 ER ZIJ AAN HERINNERD DAT , GELIJK HET HOF OVERWOOG IN ZIJN ARREST VAN 3 DECEMBER 1981 ( ZAAK 280/80 , BAKKE-D ' ALOYA , JURISPR . 1981 , BLZ . 2887 ), HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG BIJ DE BEOORDELING VAN HET DIENSTBELANG EN VAN DE VERDIENSTEN WAARMEE IN HET KADER VAN EEN BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 45 VAN HET STATUUT REKENING MOET WORDEN GEHOUDEN , OVER EEN RUIME DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID BESCHIKT EN DAT DE CONTROLE VAN HET HOF OP DIT GEBIED ZICH MOET BEPERKEN TOT DE VRAAG OF DE ADMINISTRATIE , GELET OP DE WIJZE WAAROP ZIJ TOT HAAR OORDEEL HEEFT KUNNEN KOMEN , BINNEN REDELIJKE GRENZEN IS GEBLEVEN EN NIET OP KENNELIJK ONJUISTE WIJZE VAN HAAR BEVOEGDHEID GEBRUIK HEEFT GEMAAKT .
27 DE ANCIENNITEIT VAN DE SOLLICITANTEN , HUN BEOORDELINGSRAPPORTEN EN HUN GESCHIKTHEID VOOR HET VERVULLEN VAN LEIDINGGEVENDE FUNCTIES IN AANMERKING GENOMEN , BLIJKT NIET DAT DE COMMISSIE HUN VERDIENSTEN KENNELIJK VERKEERD HEEFT BEOORDEELD .
28 VERZOEKERS ARGUMENTEN BETREFFENDE DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE AANGESTELDE AMBTENAAR LATEN GEEN TEGENOVERGESTELDE CONCLUSIE TOE . IN HET KADER VAN DE RUIME DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID WAAROVER ZIJ OP DIT GEBIED BESCHIKT , IS DE INSTELLING IMMERS BIJ UITSLUITING BEVOEGD OM TE BEOORDELEN OF DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE GEKOZEN SOLLICITANT HEM TOELAAT ZIJN FUNCTIE NAAR BEHOREN UIT TE OEFENEN .
29 DAAR VERZOEKER IN GEEN VAN ZIJN MIDDELEN IS GESLAAGD , MOET HET BEROEP ONGEGROND WORDEN VERKLAARD .
KOSTEN
30 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN , VOOR ZOVER ZULKS IS GEVORDERD . VOLGENS ARTIKEL 70 VAN DIT REGLEMENT BLIJVEN ECHTER DE KOSTEN DOOR DE INSTELLINGEN TER ZAKE VAN BEROEPEN VAN PERSONEELSLEDEN DER GEMEENSCHAPPEN GEMAAKT , TE HAREN LASTE .
HET HOF VAN JUSTITIE ( DERDE KAMER ),
RECHTDOENDE :
1 ) VERWERPT HET BEROEP .
2 ) VERSTAAT DAT ELK DER PARTIJEN DE EIGEN KOSTEN ZAL DRAGEN .