ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 12 JUNI 1986. - HORST MIETHE TEGEN BUNDESANSTALT FUER ARBEIT. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET BUNDESSOZIALGERICHT. - VERORDENING NR 1408/71 - WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN. - ZAAK 1/85.
Jurisprudentie 1986 bladzijde 01837
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - WERKLOOSHEID - VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER - RECHT OP UITKERINGEN VAN LID-STAAT WAAR HIJ WOONT - WERKNEMER DIE PRIVE EN BEROEPSMATIG BIJZONDERE BANDEN HEEFT BEHOUDEN IN LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST - STATUUT VAN , WERKNEMER DIE GEEN GRENSARBEIDER IS ' - TOEPASSING VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 1408/71 .
( VERORDENING VAN DE RAAD NR . 1408/71 , ARTIKEL 1 , SUB B EN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II EN SUB B )
ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING NR . 1408/71 MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT EEN VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER DIE ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DEZE BEPALINGEN VALT , UITSLUITEND AANSPRAAK HEEFT OP DE UITKERINGEN VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ WOONT , OOK WANNEER HIJ ZOU VOLDOEN AAN DE VOORWAARDEN DIE DE WETGEVING VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , STELT VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN RECHT OP UITKERINGEN .
EEN VOLLEDIG WERKLOZE WERKNEMER DIE WEL BEANTWOORDT AAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 1 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , DOCH IN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , PRIVE EN BEROEPSMATIG ZODANIGE BANDEN HEEFT , DAT HIJ DAAR DE BESTE KANSEN OP REINTEGRATIE IN HET BEROEPSLEVEN HEEFT , DIENT ALS EEN , WERKNEMER DIE GEEN GRENSARBEIDER IS ' TE WORDEN BESCHOUWD EN VALT ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B . HET STAAT BIJ UITSLUITING AAN DE NATIONALE RECHTER OM TE BEPALEN , OF DE WERKNEMER ZICH IN EEN DERGELIJKE SITUATIE BEVINDT .
IN ZAAK 1/85 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET BUNDESSOZIALGERICHT IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
HORST MIETHE
EN
BUNDESANSTALT FUR ARBEIT , TE NEURENBERG ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD VAN 14 JUNI 1971 BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE SOCIALE-ZEKERHEIDSREGELINGEN OP LOONTREKKENDEN EN HUN GEZINNEN , DIE ZICH BINNEN DE GEMEENSCHAP VERPLAATSEN ( PB 1971 , L 149 , BLZ . 2 ),
1 BIJ BESCHIKKING VAN 25 OKTOBER 1984 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 3 JANUARI 1985 , HEEFT HET BUNDESSOZIALGERICHT KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG TWEE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD VAN 14 JUNI 1971 BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE SOCIALE-ZEKERHEIDSREGELINGEN OP LOONTREKKENDEN EN HUN GEZINNEN , DIE ZICH BINNEN DE GEMEENSCHAP VERPLAATSEN ( PB 1971 , L 149 , BLZ . 2 ).
2 DEZE VRAGEN ZIJN GESTELD IN EEN GEDING TUSSEN H . MIETHE ( HIERNA : VERZOEKER ) EN DE BUNDESANSTALT FUR ARBEIT .
3 VERZOEKER , DIE DE DUITSE NATIONALITEIT BEZIT , HEEFT ALTIJD IN DE DUITSE BONDSREPUBLIEK GEWOOND EN GEWERKT . TERWIJL HIJ ZIJN WERK ALS HANDELSVERTEGENWOORDIGER VAN EEN DUITSE FIRMA TE AKEN BLEEF VERRICHTEN , VERHUISDE HIJ OP 19 NOVEMBER 1976 OM GEZINSREDENEN MET ZIJN ECHTGENOTE NAAR EYNATTEN ( LIMBUSCH ) IN BELGIE OMDAT HUN KINDEREN , DIE EEN BELGISCH INTERNAAT BEZOCHTEN , ZO IEDERE AVOND WEER BIJ HET GEZIN KONDEN VERBLIJVEN .
4 VERZOEKER , DIE EEN WERKKAMER AANHIELD TE AKEN , WAAR HIJ OOK DE NACHT KON DOORBRENGEN , MELDDE ZICH OP 20 DECEMBER 1977 IN DEZE STAD BIJ DE POLITIE AAN OM ZIJN ' ' REISEGEWERBEKARTE ' ' ( VERGUNNING VOOR HET BEROEP VAN HANDELSREIZIGER ) TE BEHOUDEN . ZIJN ECHTGENOTE DEED DIT ENIGE WEKEN LATER OOK , MAAR HET ECHTPAAR BLEEF IN BELGIE IN HET BEVOLKINGSREGISTER INGESCHREVEN .
5 TOEN HIJ EIND SEPTEMBER 1979 WERKLOOS WERD , STELDE VERZOEKER ZICH TER BESCHIKKING VAN HET ARBEIDSBUREAU IN AKEN EN VROEG HIJ BIJ HET ARBEITSAMT ALDAAR WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN AAN ; BIJ BESLUIT VAN 17 DECEMBER 1979 WEES HET ARBEITSAMT DE AANVRAGE AF , OP GROND DAT HIJ IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND NOCH ZIJN WOONPLAATS NOCH ZIJN NORMALE VERBLIJFPLAATS HAD . VERZOEKERS BEZWAARSCHRIFT WERD OP 7 DECEMBER 1980 AFGEWEZEN . VERZOEKER VROEG GEEN WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN BIJ DE BELGISCHE DIENSTEN AAN ; OP 1 MEI 1980 VOND HIJ IN DUITSLAND OPNIEUW WERK .
6 TEGEN HET BESLUIT VAN HET ARBEITSAMT STELDE VERZOEKER BEROEP IN BIJ HET SOZIALGERICHT AKEN , DAT ZIJN BEROEP VERWIERP . HET LANDESSOZIALGERICHT FUR DAS LAND NORDRHEIN-WESTFALEN , DAT IN HOGER BEROEP MET DE ZAAK WAS BELAST , VERNIETIGDE BIJ ARREST VAN 15 DECEMBER 1982 HET VONNIS VAN HET SOZIALGERICHT EN VEROORDEELDE DE BUNDESANSTALT FUR ARBEIT OM VERZOEKER VANAF 3 OKTOBER 1979 DE GEVRAAGDE WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN TE BETALEN . DIT ARREST WAS GEGROND OP DE OVERWEGING DAT BETROKKENE WELISWAAR KRACHTENS ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN GENOEMDE VERORDENING NR . 1408/71 JEGENS HET BELGISCHE ORGAAN RECHT HAD OP WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN , DOCH DAT DEZE BEPALING DE TOEPASSING VAN HET NATIONALE RECHT NIET UITSLOOT . VERZOEKER VOLDEED AAN DE DESBETREFFENDE DUITSE WETGEVING , DOORDAT HIJ TER BESCHIKKING BLEEF VAN DE BUNDESANSTALT FUR ARBEIT EN ZIJN NORMALE VERBLIJFPLAATS IN DUITSLAND HAD BEHOUDEN .
7 NA DE DOOR DE BUNDESANSTALT FUR ARBEIT TEGEN DIT ARREST INGESTELDE REVISION HEEFT HET BUNDESSOZIALGERICHT AAN HET HOF VAN JUSTITIE DE VOLGENDE PREJUDICIELE VRAGEN VOORGELEGD :
' ' 1 ) BRENGT DE IN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1408/71 NEERGELEGDE BEVOEGDHEID VAN HET ORGAAN VAN DE WOONPLAATS VOOR UITKERINGEN AAN GRENSARBEIDERS IN GEVAL VAN VOLLEDIGE WERKLOOSHEID MEE , DAT EEN AANSPRAAK OP UITKERING JEGENS HET BEVOEGDE ORGAAN VAN DE STAAT VAN TEWERKSTELLING IS UITGESLOTEN , OOK WANNEER VOLGENS DE WETTELIJKE BEPALINGEN VAN DIE STAAT , ONDANKS DE AANWEZIGHEID VAN EEN WOONPLAATS IN HET BUITENLAND , EEN DERGELIJKE AANSPRAAK BESTAAT , IN HET BIJZONDER OMDAT DE WERKLOZE GRENSARBEIDER ZICH TER BESCHIKKING STELT VAN DE ARBEIDSBEMIDDELINGSINSTANTIES VAN HET LAND VAN TEWERKSTELLING ?
2 ) ZO JA ,
A ) GELDT DEZE EXCLUSIEVE BEVOEGDHEID VAN HET ORGAAN VAN DE WOONPLAATS INGEVOLGE ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1408/71 OOK WANNEER DE GRENSARBEIDER
- TOT NU TOE ALTIJD UITSLUITEND HEEFT GEWERKT IN DE STAAT VAN TEWERKSTELLING , WAARVAN HIJ EEN ONDERDAAN IS , EN HIJ DAAR TOT VOOR ENKELE JAREN OOK HEEFT GEWOOND ,
- HIJ IN DE PLAATS VAN TEWERKSTELLING EEN WERKKAMER BEZIT , VAN WAARUIT HIJ ZOWEL ZIJN WERKZAAMHEDEN ALS WERKNEMER VERRICHT ALS , TIJDENS ZIJN WERKLOOSHEID , TOT DE STAAT VAN TEWERKSTELLING BEPERKTE POGINGEN ONDERNEEMT OM WERK TE VINDEN ,
- HIJ IN CONNECTIE MET DEZE WERKKAMER OVER SLAAPMOGELIJKHEDEN BESCHIKT , WAARVAN HIJ , WANNEER HIJ WERK HEEFT , REGELMATIG EEN TOT TWEEMAAL PER WEEK GEBRUIK MAAKT EN TIJDENS HET ZOEKEN NAAR WERK ZELFS NOG VAKER ,
- HIJ , INDIEN HIJ VAN ZIJN WERKKAMER AFWEZIG IS , VIA EEN TUSSENPERSOON TELEFONISCH OP DE HOOGTE WORDT GESTELD VAN VERZOEKEN VAN KLANTEN OF VAN HET ARBEIDSBUREAU ,
- HIJ TEN SLOTTE ZOWEL VANUIT ZIJN DICHT BIJ DE GRENS GELEGEN WONING ALS VANUIT ZIJN WERKKAMER UITSLUITEND PROFESSIONELE EN PERSOONLIJKE CONTACTEN ONDERHOUDT IN DE STAAT VAN TEWERKSTELLING , ALWAAR ZICH OOK ZIJN GEHELE VRIENDEN- EN KENNISSENKRING BEVINDT ?
B ) KOMT VOOR EEN DERGELIJKE ' ' ATYPISCHE ' ' GRENSARBEIDER EEN ANALOGE TOEPASSING VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B-I VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1408/71 IN AANMERKING ?
' '
DE EERSTE VRAAG 8 DE BUNDESANSTALT FUR ARBEIT EN DE COMMISSIE ZIJN HET EROVER EENS , DAT ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING NR . 1408/71 EEN UITZONDERINGSBEPALING IS DIE AFWIJKT VAN HET IN ARTIKEL 13 VAN DEZE VERORDENING NEERGELEGDE ALGEMENE BEGINSEL , VOLGENS HETWELK DE VERZEKERDE IS ONDERWORPEN AAN DE WETGEVING VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ WERKZAAM IS , ONAFHANKELIJK VAN ZIJN WOONPLAATS EN ZIJN NATIONALITEIT . ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VOLGENS HETWELK DE VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER RECHT HEEFT OP UITKERING VOLGENS DE WETTELIJKE REGELING VAN DE LID-STAAT OP HET GRONDGEBIED WAARVAN HIJ WOONT , ZOU AAN WERKNEMERS DIE ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DIE BEPALING VALLEN , GEEN KEUZERECHT GEVEN EN ZOU ERAAN IN DE WEG STAAN DAT DEZE WERKNEMERS AANSPRAAK KUNNEN MAKEN OP UITKERINGEN UIT HOOFDE VAN DE WETTELIJKE REGELING VAN DE LID-STAAT WAAR ZIJ LAATSTELIJK WERKZAAM ZIJN GEWEEST .
9 VOLGENS ARTIKEL 71 , SUB B , VAN DE VERORDENING NR . 1408/71 KAN EEN VOLLEDIG WERKLOZE WERKNEMER DIE GEEN GRENSARBEIDER IS , KIEZEN TUSSEN EEN UITKERING VAN DE STAAT WAAR HIJ WERKZAAM IS GEWEEST EN EEN UITKERING VAN DE STAAT WAAR HIJ WOONT . DIT KEUZERECHT OEFENT HIJ UIT DOOR ZICH TER BESCHIKKING TE STELLEN VAN DE DIENSTEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING VAN DE STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST ( ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B-I ), OF VAN DE DIENSTEN VAN ARBEIDSBEMIDDELING VAN DE STAAT WAAR HIJ WOONT ( ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B-II ).
10 DEZE KEUZEMOGELIJKHEID HEEFT EEN VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER NIET ; KRACHTENS HET ONDUBBELZINNIGE ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , HEEFT HIJ UITSLUITEND RECHT OP UITKERING IN DE STAAT WAAR HIJ WOONT .
11 DE LOUTERE OMSTANDIGHEID DAT DE WETGEVING VAN EEN LID-STAAT WAAR DE WERKNEMER WERKZAAM IS GEWEEST , OP ZICHZELF , ZONDER VERWIJZING NAAR DE BEPALING VAN GENOEMDE VERORDENING NR . 1408/71 BESCHOUWD , EEN VOLLEDIGE WERKLOZE GRENSARBEIDER DIE IN EEN ANDERE LID-STAAT WOONT , RECHT OP UITKERING VERLEENT , KAN NIET ERTOE LEIDEN DAT EEN DERGELIJKE WERKNEMER EEN KEUZERECHT TOEKOMT , DAT HEM BIJ ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , WORDT GEWEIGERD . DOOR VERLENING VAN EEN DERGELIJK RECHT ZOU DE STREKKING VAN DE VERORDENING WORDEN MISKEND : VOLGENS DE VIJFDE OVERWEGING , DE COORDINATIE VAN DE NATIONALE WETGEVINGEN INZAKE DE SOCIALE ZEKERHEID IN HET KADER VAN HET VRIJ VERKEER VAN WERKNEMERS DIE ONDERDANEN ZIJN VAN EEN LID-STAAT .
12 MITSDIEN MOET OP DE EERSTE VRAAG WORDEN GEANTWOORD DAT ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING NR . 1408/71 ALDUS MOET WORDEN UITGELEGD , DAT EEN VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER DIE ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DEZE BEPALINGEN VALT , UITSLUITEND AANSPRAAK HEEFT OP DE UITKERINGEN VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ WOONT , OOK WANNEER HIJ ZOU VOLDOEN AAN DE VOORWAARDEN DIE DE WETGEVING VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , STELT VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN RECHT OP UITKERINGEN .
DE TWEEDE VRAAG 13 MET DEZE VRAAG WENST HET BUNDESSOZIALGERICHT IN WEZEN TE VERNEMEN OF EEN VOLLEDIG WERKLOZE WERKNEMER DIE , OFSCHOON BEANTWOORDEND AAN DE CRITERIA VAN GRENSARBEIDER IN ARTIKEL 1 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , IN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST PRIVE EN BEROEPSMATIG BIJZONDER NAUWE BANDEN HEEFT , MOET WORDEN GEACHT TE VALLEN ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , OF VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B , VAN DEZE VERORDENING .
14 VOLGENS DE BUNDESANSTALT FUR ARBEIT VALT EEN VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER , ZODRA HIJ AAN DE CRITERIA VAN GRENSARBEIDER IN ARTIKEL 1 , SUB B , VOLDOET , ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , EN KAN HIJ SLECHTS AANSPRAAK MAKEN OP UITKERINGEN VAN DE STAAT WAAR HIJ WOONT . HET IN DE VERWIJZINGSBESCHIKKING GEMAAKTE ONDERSCHEID TUSSEN ' ' ECHTE GRENSARBEIDERS ' ' , DIE ONDER ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , ZOUDEN VALLEN , EN ' ' ATYPISCHE GRENSARBEIDERS ' ' , DIE ONDER ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B , ZOUDEN VALLEN , VINDT HAARS INZIENS GEEN STEUN IN DE TEKST VAN ARTIKEL 71 . HET ZOU VOOR DE ADMINISTRATIE DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 71 VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEMOEILIJKEN EN ZOU TOT MISBRUIK KUNNEN LEIDEN , OMDAT HET HET ORGAAN VAN SOCIALE ZEKERHEID VAN DE STAAT WAAR DE WERKNEMER IS WERKZAAM GEWEEST , EEN ONGERECHTVAARDIGDE FINANCIELE LAST OPLEGT , INDIEN DE UITKERINGEN VAN DIE STAAT HOGER ZIJN DAN DE UITKERINGEN VAN DE STAAT WAAR DE WERKNEMER WOONT .
15 VOLGENS DE COMMISSIE HEEFT ARTIKEL 71 VAN VERORDENING NR . 1408/71 TOT DOEL , DE BETROKKEN MIGRERENDE WERKNEMERS IN STAAT TE STELLEN DE WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN DAAR TE VERKRIJGEN WAAR ZIJ IN HET ALGEMEEN HET GUNSTIGST VOOR HEN ZIJN . IN HET NORMALE GEVAL HEEFT EEN ' ' ECHTE ' ' GRENSARBEIDER ZIJN WOONPLAATS IN DE STAAT WAAR HIJ ZIJN GEZIN EN ZIJN VRIENDEN HEEFT , EN WAAR HIJ ZIJN SOCIALE EN POLITIEKE ACTIVITEITEN UITOEFENT . HET IS DERHALVE NORMAAL , DAT ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , BEPAALT DAT VOOR DE VOLLEDIG WERKLOZE ARBEIDER DE ORGANEN VAN DE STAAT WAAR DE WERKNEMER WOONT , BEVOEGD ZIJN . DIT ZOU EVENWEL ANDERS ZIJN VOOR BEPAALDE WERKNEMERS DIE VEEL NAUWERE BANDEN HEBBEN MET DE STAAT WAAR ZIJ LAATSTELIJK WERKZAAM ZIJN GEWEEST , EN DIE IN WERKELIJKHEID ' ' ATYPISCHE ' ' GRENSARBEIDERS ZIJN . DEZE WERKNEMERS ZOU DE MOGELIJKHEID MOETEN WORDEN GEBODEN OM EEN BEROEP TE DOEN OP ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B-I , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , DAT HEN RECHT GEEFT OP UITKERINGEN VAN DE STAAT WAAR ZIJ LAATSTELIJK WERKZAAM ZIJN GEWEEST .
16 ER ZIJ OP GEWEZEN , DAT , GELIJK HET HOF REEDS HEEFT OVERWOGEN ( ARRESTEN VAN 15 DECEMBER 1976 , ZAAK 39/76 , BESTUUR DER BEDRIJFSVERENIGING VOOR DE METAALNIJVERHEID , JURISPR . 1976 , BLZ . 1901 , EN VAN 27 MEI 1982 , ZAAK 227/81 , AUBIN , JURISPR . 1982 , BLZ . 1991 ), ARTIKEL 71 VAN VERORDENING NR . 1408/71 MOET WAARBORGEN DAT AAN MIGRERENDE WERKNEMERS WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN WORDEN UITGEKEERD ONDER VOORWAARDEN DIE HET GUNSTIGST ZIJN VOOR HET ZOEKEN VAN NIEUW WERK . HIERBIJ WORDT NIET ALLEEN GEDACHT AAN UITKERINGEN IN GELD , DOCH OOK AAN ONDERSTEUNING BIJ REINTEGRATIE IN HET BEROEPSLEVEN DIE HET ARBEIDSBUREAU GARANDEERT AAN ARBEIDERS DIE ZICH TER BESCHIKKING VAN DE DIENSTEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING HEBBEN GESTELD .
17 ALDUS OPGEVAT , WORDT IN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , DAT ALS REGELT STELT DAT EEN VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER DIE AAN DE DEFINITIE VAN ARTIKEL 1 , SUB B , BEANTWOORDT , UITSLUITEND RECHT HEEFT OP DE UITKERINGEN VAN DE STAAT WAAR HIJ WOONT , STILZWIJGEND ONDERSTELD , DAT IN DIE STAAT DE VOORWAARDEN VOOR HET ZOEKEN VAN NIEUW WERK VOOR EEN DERGELIJKE WERKNEMER HET GUNSTIGST ZIJN .
18 HET DOEL VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING NR . 1408/71 KAN EVENWEL NIET WORDEN BEREIKT , WANNEER EEN VOLLEDIG WERKLOZE ARBEIDER WEL BEANTWOORDT AAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 1 , SUB B , VAN DIE VERORDENING , DOCH IN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , BIJ WIJZE VAN UITZONDERING PRIVE EN BEROEPSMATIG NOG STEEDS ZODANIGE BANDEN HEEFT DAT HIJ DAAR DE BESTE KANSEN OP REINTEGRATIE IN HET BEROEPSLEVEN HEEFT . EEN DERGELIJKE WERKNEMER MOET DERHALVE WORDEN BESCHOUWD ALS ' ' EEN WERKNEMER , DIE GEEN GRENSARBEIDER IS ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 71 , ZODAT HIJ ONDER LID 1 , SUB B , VAN DEZE BEPALING VALT .
19 IN EEN DERGELIJK GEVAL STAAT HET BIJ UITSLUITING AAN DE NATIONALE RECHTER OM TE BEPALEN , OF EEN WERKNEMER DIE IN EEN ANDERE STAAT WOONT DAN IN DE STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , IN DIE LAATSTE STAAT NIETTEMIN DE BESTE KANSEN OP REINTEGRATIE IN HET BEROEPSLEVEN HEEFT , ZODAT HIJ ONDER ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , VALT .
20 MITSDIEN MOET OP DE TWEEDE VRAAG WORDEN GEANTWOORD DAT EEN VOLLEDIG WERKLOZE WERKNEMER DIE WEL BEANTWOORDT AAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 1 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , DOCH IN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , PRIVE EN BEROEPSMATIG ZODANIGE BANDEN HEEFT , DAT HIJ DAAR DE BESTE KANSEN OP REINTEGRATIE IN HET BEROEPSLEVEN HEEFT , ALS EEN ' ' WERKNEMER DIE GEEN GRENSARBEIDER IS ' ' DIENT TE WORDEN BESCHOUWD EN ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B , VALT . HET STAAT BIJ UITSLUITING AAN DE NATIONALE RECHTER OM TE BEPALEN , OF DE WERKNEMER ZICH IN EEN DERGELIJKE SITUATIE BEVINDT .
KOSTEN
21 DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HARER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( DERDE KAMER ),
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET BUNDESSOZIALGERICHT BIJ BESCHIKKING VAN 25 OKTOBER 1984 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :
1 ) ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB A-II , VAN VERORDENING NR . 1408/71 MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT EEN VOLLEDIG WERKLOZE GRENSARBEIDER DIE ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DEZE BEPALINGEN VALT , UITSLUITEND AANSPRAAK HEEFT OP DE UITKERINGEN VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ WOONT , OOK WANNEER HIJ ZOU VOLDOEN AAN DE VOORWAARDEN DIE DE WETGEVING VAN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , STELT VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN RECHT OP UITKERINGEN .
2 ) EEN VOLLEDIG WERKLOZE WERKNEMER DIE WEL BEANTWOORDT AAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 1 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , DOCH IN DE LID-STAAT WAAR HIJ LAATSTELIJK WERKZAAM IS GEWEEST , PRIVE EN BEROEPSMATIG ZODANIGE BANDEN HEEFT DAT HIJ DAAR DE BESTE KANSEN OP REINTEGRATIE IN HET BEROEPSLEVEN HEEFT , DIENT ALS EEN , WERKNEMER DIE GEEN GRENSARBEIDER IS ' TE WORDEN BESCHOUWD EN VALT ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 71 , LID 1 , SUB B . HET STAAT BIJ UITSLUITING AAN DE NATIONALE RECHTER OM TE BEPALEN , OF DE WERKNEMER ZICH IN EEN DERGELIJKE SITUATIE BEVINDT . EVERLING GALMOT KAKOURIS UITGESPROKEN TER OPENBARE TERECHTZITTING TE LUXEMBURG OP 12 JUNI 1986 .