ARREST VAN HET HOF VAN 11 JULI 1985. - SOCIETE CINETHEQUE S. A. EN ANDEREN FEDERATION NATIONALE DES CINEMAS FRANCAIS. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIS. - VERBREIDING VAN FILMS OP VIDEOBANDEN EN -PLATEN - NATIONALE VERBODSBEPALINGEN. - GEVOEGDE ZAKEN 60 EN 61/84.
Jurisprudentie 1985 bladzijde 02605
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00909
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00295
Finse bijz. uitgave bladzijde 00305
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - VERBOD VAN GELIJKTIJDIGE EXPLOITATIE VAN FILMS DOOR VERTONING IN BIOSCOOP EN VERBREIDING OP VIDEOCASSETTES - TOELAATBAARHEID - VOORWAARDEN
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 30 )
2 . GEMEENSCHAPSRECHT - BEGINSELEN - GRONDRECHTEN - EERBIEDIGING VERZEKERD DOOR HOF VAN JUSTITIE - VERENIGBAARHEID NATIONALE WET MET EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN RECHTEN VAN DE MENS - BEOORDELING DOOR HOF VAN JUSTITIE - NEEN
1 . ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG IS NIET VAN TOEPASSING OP EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING DIE DE VERBREIDING VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN IN DIER VOEGE REGELT , DAT EERST NA VERLOOP VAN TIJD TOT EEN ANDERE VERBREIDINGSWIJZE KAN WORDEN OVERGEGAAN DOORDAT GEDURENDE EEN BEPERKTE PERIODE DE GELIJKTIJDIGE EXPLOITATIE IN DE VORM VAN VERTONING IN DE BIOSCOOP EN VAN VERBREIDING OP VIDEOCASSETTES VERBODEN IS , WANNEER DIT VERBOD ZONDER ONDERSCHEID GELDT VOOR ALLE , ZOWEL BINNENSLANDS VERVAARDIGDE ALS INGEVOERDE VIDEOCASSETTES EN DE EVENTUEEL DOOR DE TOEPASSING VAN DAT VERBOD VEROORZAAKTE BELEMMERINGEN VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER NIET VERDER GAAN DAN NOODZAKELIJK IS OM DE BIOSCOOPEXPLOITATIE VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN VAN WELKE OORSPRONG OOK , GEDURENDE EEN EERSTE PERIODE VOORRANG TE GEVEN BOVEN ANDERE WIJZEN VAN VERBREIDING .
2 . WELISWAAR HEEFT HET HOF TOT TAAK , DE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN OP DE DOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT GEREGELDE GEBIEDEN TE VERZEKEREN , DOCH HET IS NIET BEVOEGD OM DE VERENIGBAARHEID MET HET EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS EN DE FUNDAMENTELE VRIJHEDEN TE BEOORDELEN VAN EEN NATIONALE WET DIE BETREKKING HEEFT OP EEN GEBIED DAT ONDER DE BEVOEGDHEID VAN DE NATIONALE WETGEVER VALT .
IN DE GEVOEGDE ZAKEN 60 EN 61/84 ,
BETREFFENDE VERZOEKEN AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIJS , IN DE ALDAAR AANHANGIGE GEDINGEN TUSSEN
1 ) CINETHEQUE SA , TE PARIJS ,
2)GLINWOOD FILMS LTD , TE LONDEN ,
3)DISCOPHILE CLUB DE FRANCE , TE PARIJS ,
4)TELEFRANCE SA , TE PARIJS ,
EN
FEDERATION NATIONALE DES CINEMAS FRANCAIS , TE PARIJS ( ZAAK 60/84 ),
EN
1)EDITIONS RENE CHATEAU SARL , TE PARIJS ,
2)HOLLYWOOD BOULEVARD DIFFUSION-MICHEL FABRE , TE PARIJS ,
3)SPRL-DGD , TE CHARLEROI ( BELGIE ),
EN
FEDERATION NATIONALE DES CINEMAS FRANCAIS , TE PARIJS ( ZAAK 61/84 ),
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 30 , 34 , 36 EN 59 EEG-VERDRAG , TEN EINDE DE NATIONALE RECHTER IN STAAT TE STELLEN ZICH UIT TE SPREKEN OVER DE VERENIGBAARHEID MET DEZE ARTIKELEN VAN SOMMIGE BEPALINGEN VAN DE FRANSE WETTELIJKE REGELING BETREFFENDE DE EXPLOITATIE , IN DE VORM VAN VIDEOCASSETTES OF BEELDPLATEN , VAN FILMS DIE TEGELIJKERTIJD IN BIOSCOPEN WORDEN VERTOOND ,
1 BIJ TWEE BESCHIKKINGEN VAN 15 FEBRUARI 1984 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 7 MAART DAARAANVOLGEND , HEEFT HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIJS KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG DRIE IN BEIDE GEVALLEN GELIJKLUIDENDE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 30 , 34 , 36 EN 59 EEG-VERDRAG , TEN EINDE TE KUNNEN BEOORDELEN OF DE FRANSE WETTELIJKE REGELING BETREFFENDE DE VERBREIDING VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN MET DEZE BEPALINGEN VERENIGBAAR ZIJN .
2 VOLGENS ARTIKEL 89 VAN DE FRANSE WET NR . 82-652 VAN 29 JULI 1982 OP DE AUDIOVISUELE COMMUNICATIE ( JORF VAN 20 JULI 1982 , BLZ . 2431 ) MAG EEN CINEMATOGRAFISCH WERK DAT IN DE BIOSCOPEN WORDT VERTOOND , NIET VOOR AFLOOP VAN EEN BIJ DECREET NADER VAST TE STELLEN TERMIJN VAN MINIMAAL ZES EN MAXIMAAL 18 MAANDEN , TEGELIJKERTIJD WORDEN GEEXPLOITEERD DOOR MIDDEL VAN BEELDDRAGERS BESTEMD VOOR DE VERKOOP OF DE VERHUUR VOOR PARTICULIER GEBRUIK , MET NAME VIDEOCASSETTES EN BEELDPLATEN . LUIDENS DIT ARTIKEL GAAT DIE TERMIJN IN BIJ DE AFGIFTE VAN DE VERGUNNING VOOR BIOSCOOPEXPLOITATIE EN KAN VAN DEZE TERMIJN WORDEN AFGEWEKEN ONDER BIJ DECREET VAST TE STELLEN VOORWAARDEN .
3 BEDOELDE TERMIJN IS BIJ UITVOERINGSDECREET VAN 4 JANUARI 1983 VASTGESTELD OP EEN JAAR . VOLGENS DE VERWIJZINGSBESCHIKKINGEN WORDEN DOOR DEZE WETTELIJKE REGELING , IN VERBAND MET DE EERDER VASTGESTELDE BEPALINGEN INZAKE DE PROGRAMMERING VAN FILMS OP DE TELEVISIE , DE VERBREIDINGSWIJZEN VAN FILMS CHRONOLOGISCH ALS VOLGT GERANGSCHIKT : EERST DE BIOSCOPEN , DAN VIDEOCASSETTES EN BEELDPLATEN , EN TEN SLOTTE DE TELEVISIE . DAARBIJ WORDT GEPRECISEERD , DAT DEZE REGELING WORDT VERSOEPELD DOOR DE AAN DE MINISTER VAN CULTUUR VERLEENDE BEVOEGDHEID OM AFWIJKINGEN VAN DE TERMIJN VAN EEN JAAR TOE TE STAAN , NA ADVIES VAN EEN COMMISSIE BESTAANDE UIT ACHT LEDEN , WAARONDER TWEE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE UITGEVERS VAN VIDEOCASSETTES EN BEELDPLATEN . OF EEN AFWIJKING WORDT TOEGESTAAN , HANGT BLIJKENS HET UITVOERINGSDECREET AF VAN DE RESULTATEN VAN DE COMMERCIELE EXPLOITATIE VAN DE FILM IN DE BIOSCOPEN .
4 IN ZAAK 60/84 GAAT HET IN HET HOOFDGEDING OM DE VERBREIDING VAN DE FILM ' ' FURYO ' ' , DIE GEPRODUCEERD IS DOOR DE ENGELSE VENNOOTSCHAP GLINWOOD FILMS LTD . TE LONDEN . IN MAART 1983 DROEG DEZE HET ALLEENRECHT VOOR DE DISTRIBUTIE EN BIOSCOOPEXPLOITATIE VAN DEZE FILM OVER AAN DE FRANSE VENNOOTSCHAP AAA . OP 28 JUNI 1983 WERD VOOR DE FILM DE IN ARTIKEL 89 VAN WET NR . 82-652 BEDOELDE VERGUNNING VOOR BIOSCOOPEXPLOITATIE AFGEGEVEN . EEN MAAND LATER VERLEENDE GLINWOOD AAN EEN ANDERE FRANSE VENNOOTSCHAP , CINETHEQUE SA , EEN EXCLUSIEVE LICENTIE VOOR DE PRODUKTIE EN VERKOOP VAN VIDEOCASSETTES VAN DEZE FILM VANAF 1 OKTOBER 1983 IN BELGIE , FRANKRIJK EN ZWITSERLAND . CINETHEQUE VERBOND ZICH , AAN GLINWOORD EEN VERGOEDING TEN BELOPE VAN FF 500 000 TE BETALEN . NADAT OOK DE VENNOOTSCHAP AAA ZICH AKKOORD HAD VERKLAARD , BEGON CINETHEQUE OP DE OVEREENGEKOMEN DATUM METTERDAAD MET DE PRODUKTIE EN VERKOOP VAN CASSETTES VAN DE FILM . IN OKTOBER 1983 WERDEN DEZE ACTIVITEITEN STOPGEZET ALS GEVOLG VAN EEN BESCHIKKING IN KORT GEDING , WAARBIJ AAN DE FEDERATION NATIONALE DES CINEMAS FRANCAIS HET DOOR DEZE GEVRAAGDE VERLOF WERD VERLEEND OM BESLAG TE LEGGEN OP ALLE DOOR CINETHEQUE OP DE MARKT GEBRACHTE EN DOOR WEDERVERKOPERS EN KLEINHANDELAARS TE KOOP AANGEBODEN BEELDDRAGERS VAN DE FILM ' ' FURYO ' ' . DAAROP WENDDE CINETHEQUE EN GLINWOOD ZICH TOT HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIJS MET HET VERZOEK , DE GETROFFEN MAATREGELEN OP TE HEFFEN EN TE VERKLAREN DAT ARTIKEL 89 VAN WET NR . 82-652 EN HET UITVOERINGSDECREET VAN 4 JANUARI 1983 IN STRIJD ZIJN MET DE ARTIKELEN 30 TOT EN MET 36 EN 59 EEG-VERDRAG .
5 IN ZAAK 61/84 GAAT HET IN HET HOOFDGEDING OM DE VERBREIDING VAN DE FILM ' ' LE MARGINAL ' ' , GEPRODUCEERD DOOR TWEE FRANSE VENNOOTSCHAPPEN , CERITO FILMS EN FILMS ARIANE . DE UITGAVE , EXPLOITATIE EN DISTRIBUTIE OP VIDEOCASSETTE VAN DEZE FILM HADDEN DEZE VENNOOTSCHAPPEN MET INGANG VAN UITERLIJK 15 JANUARI 1984 OVERGEDRAGEN AAN DE FRANSE VENNOOTSCHAP EDITIONS RENE CHATEAU SARL TEGEN EEN VERGOEDING VAN FFR 1,5 MILJOEN VOOR DE EERSTE 20 000 EXEMPLAREN , BENEVENS 20% ROYALTY OVER ELK MEER VERKOCHT EXEMPLAAR . DEZE OVEREENKOMST GOLD VOOR BELGIE , FRANKRIJK , LUXEMBURG EN ZWITSERLAND . OP 27 OKTOBER 1983 WERD DE FILM EXCLUSIEF UITGEBRACHT IN DRIE PARIJSE BIOSCOPEN , DIE EIGENDOM ZIJN VAN DE VENNOOTSCHAP HOLLYWOOD BOULEVARD DIFFUSION-MICHEL FABRE , NADAT OP DEZELFDE DAG EEN EXPLOITATIEVERGUNNING VOOR DE FILM WAS AFGEGEVEN . OP 20 DECEMBER 1983 GAF CERITO FILMS EVENWEL TOESTEMMING AAN EDITIONS RENE CHATEAU OM DE VIDEOCASSETTE VAN DE FILM TERSTOND UIT TE BRENGEN , AANGEZIEN ER IN FRANKRIJK ROOFKOPIEEN VAN DE FILM OP CASSETTE IN OMLOOP WAREN GEBRACHT . EDITIONS RENE CHATEAU IS TOEN SAMEN MET HOLLYWOOD BOULEVARD ONMIDDELLIJK MET DE EXPLOITATIE VAN DE CASSETTES BEGONNEN . OP VERZOEK VAN DE FEDERATION NATIONALE DES CINEMAS FRANCAIS WERD AAN BEIDE VENNOOTSCHAPPEN BIJ BESCHIKKING IN KORT GEDING VAN 27 DECEMBER 1983 OP STRAFFE VAN EEN DWANGSOM VERBODEN , DE FILM NOG LANGER IN DE VORM VAN VOOR DE VERKOOP OF VERHUUR VOOR PARTICULIER GEBRUIK BESTEMDE BEELDDRAGERS TE VERBREIDEN . EDITIONS RENE CHATEAU EN HOLLYWOOD BOULEVARD HEBBEN ZICH DAAROP TOT HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIJS GEWEND MET HET VERZOEK , DE GETROFFEN MAATREGELEN OP TE HEFFEN EN TE VERKLAREN DAT ARTIKEL 89 VAN WET NR . 82-652 EN HET UITVOERINGSDECREET VAN 4 JANUARI 1983 IN STRIJD ZIJN MET DE ARTIKELEN 30 TOT EN MET 36 EN 59 EEG-VERDRAG .
6 OM DEZE PROBLEMEN TE KUNNEN OPLOSSEN , HEEFT HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIJS HET HOF VAN JUSTITIE IN BEIDE ZAKEN DE NAVOLGENDE PREJUDICIELE VRAGEN VOORGELEGD :
' ' 1 ) ZIJN DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 89 VAN DE FRANSE WET VAN 29 JULI 1982 , AANGEVULD BIJ DECREET VAN 4 JANUARI 1983 , WAARBIJ DE VERBREIDING VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN IN DIER VOEGE IS GEREGELD , DAT EEN FASERING VAN DE VERBREIDINGSWIJZEN WORDT INGEVOERD DOORDAT GELIJKTIJDIGE EXPLOITATIE VAN FILMS IN BIOSCOPEN EN IN DE VORM VAN VIDEOCASSETTES GEDURENDE EEN TERMIJN VAN EEN JAAR - BEHOUDENS UITZONDERINGEN - IS VERBODEN , VERENIGBAAR MET DE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 30 EN 34 EEG-VERDRAG INZAKE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN ?
2)ZIJN VOORNOEMDE BEPALINGEN VAN NATIONAAL RECHT VERENIGBAAR MET ARTIKEL 59 EEG-VERDRAG BETREFFENDE HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN ?
3)INGEVAL EEN VAN DE EERSTE TWEE VRAGEN ONTKENNEND WORDT BEANTWOORD , IS DAN DE REGELING VAN ARTIKEL 89 VAN DE WET VAN 29 JULI 1982 EN HET DECREET VAN 4 JANUARI 1983 VERENIGBAAR MET ARTIKEL 36 EEG-VERDRAG , WAARIN AFWIJKINGEN VAN DE ARTIKELEN 30 EN 34 VAN DAT VERDRAG ZIJN VOORZIEN ?
' '
7 MET DEZE VRAGEN WENST DE VERWIJZENDE RECHTER TE VERNEMEN , HOE DE ARTIKELEN 30 , 34 , 36 EN 59 EEG-VERDRAG MOETEN WORDEN UITGELEGD , TEN EINDE DE VERENIGBAARHEID MET DEZE ARTIKELEN TE KUNNEN BEOORDELEN VAN NATIONALE BEPALINGEN DIE DE VERBREIDING VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN IN DIER VOEGE REGELEN , DAT EERST NA VERLOOP VAN TIJD TOT EEN ANDERE VERBREIDINGSWIJZE MAG WORDEN OVERGEGAAN , DOORDAT GEDURENDE EEN JAAR DE GELIJKTIJDIGE EXPLOITATIE IN DE BIOSCOPEN EN IN DE VORM VAN VIDEOCASSETTES IS VERBODEN .
8 IN DE EERSTE PLAATS MOET WORDEN ONDERZOCHT , OF DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN , INZONDERHEID ARTIKEL 59 EEG-VERDRAG , RELEVANT ZIJN VOOR DE BEOORDELING VAN DE VERENIGBAARHEID VAN EEN DERGELIJKE NATIONALE WETTELIJKE REGELING MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .
9 CINEMATOGRAFISCHE WERKEN BEHOREN TOT DE CATEGORIE KUNSTWERKEN WAARVAN DE OPENBAARMAKING HETZIJ RECHTSTREEKS KAN GESCHIEDEN , ZOALS IN HET GEVAL DAT EEN FILM OP DE TELEVISIE OF IN DE BIOSCOOP WORDT VERTOOND ; HETZIJ INDIRECT DOOR MIDDEL VAN BEELDDRAGERS ZOALS VIDEOCASSETTES . IN HET TWEEDE GEVAL VALT DE OPENBAARMAKING SAMEN MET HET IN OMLOOP BRENGEN VAN DE BEELDDRAGER .
10 DE BEPALING VAN DE FRANSE WET , DIE DE AANLEIDING VORMT TOT DE TWEE HOOFDGEDINGEN , VERBIEDT ' ' DE EXPLOITATIE ' ' VAN EEN CINEMATOGRAFISCH WERK DOOR MIDDEL VAN BEELDDRAGERS , INZONDERHEID VIDEOCASSETTES . MEN ZOU ZICH DERHALVE KUNNEN AFVRAGEN OF DIT VERBOD , OOK AL GELDT HET NIET VOOR HET ENKELE VERLENEN VAN EEN LICENTIE ZONDER DAT DE BETROKKEN VIDEOCASSETTES OOK METEEN IN PRODUKTIE WORDEN GENOMEN , TOCH NIET MEDE VAN TOEPASSING IS OP DE OPDRACHT TOT VERVAARDIGING VAN DERGELIJKE CASSETTES . DIENAANGAANDE ZIJ ER EVENWEL OP GEWEZEN , DAT HET VERVAARDIGEN VAN VIDEOCASSETTES NIET ALS ' ' DIENST ' ' IN DE ZIN VAN HET VERDRAG KAN WORDEN AANGEMERKT , AANGEZIEN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE FABRIKANT VAN ZULK EEN PRODUKT RECHTSTREEKS LEIDEN TOT HET ONTSTAAN VAN EEN MATERIEEL VOORWERP , WAARVOOR IN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF BOVENDIEN EEN TARIEFPOST IS OPGENOMEN ( POST 37.07 ). VOLGENS ARTIKEL 60 EEG-VERDRAG NU WORDEN ALS DIENSTEN BESCHOUWD DE DIENSTVERRICHTINGEN WELKE TEGEN VERGOEDING GESCHIEDEN , ' ' VOOR ZOVER DE BEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN ( DAAROP ) NIET VAN TOEPASSING ZIJN ' ' .
11 UIT EEN EN ANDER VOLGT , DAT DE DOOR DE VERWIJZENDE RECHTER AAN DE ORDE GESTELDE PROBLEMEN UITSLUITEND MOETEN WORDEN BEOORDEELD AAN DE HAND VAN DE ARTIKELEN 30 TOT EN MET 36 EEG-VERDRAG .
12 DE DISCUSSIE TUSSEN PARTIJEN HEEFT ZICH TOEGESPITST OP DE GEVOLGEN DIE DE LITIGIEUZE NATIONALE WETTELIJKE REGELING HEEFT VOOR DE INVOER VAN VIDEOCASSETTES EN VOOR DE VERHANDELING VAN INGEVOERDE VIDEOCASSETTES IN FRANKRIJK . DE FRANSE REGERING HEEFT VERKLAARD , DAT HET IN DE FRANSE WET NEERGELEGDE VERBOD NIET GELDT VOOR DE UITVOER VAN VIDEOCASSETTES , AANGEZIEN HET DOEL VAN DE WET NIET IN HET GEDRANG KOMT WANNEER VIDEOCASSETTES VAN FILMS DIE IN DE FRANSE BIOSCOPEN DRAAIEN , NAAR ANDERE LID-STATEN WORDEN UITGEVOERD . VOOR ZOVER DE NATIONALE RECHTER IN EEN DER HOOFDGEDINGEN VERLOF ZOU HEBBEN VERLEEND OM BESLAG TE LEGGEN OP VOOR UITVOER BESTEMDE VIDEOCASSETTES , HEEFT HIJ VOLGENS DE FRANSE REGERING DE WET ONJUIST TOEGEPAST . IN DIT VERBAND HERINNERT ZIJ ERAAN , DAT DE WET VAN RECENTE DATUM IS .
13 ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN MOET HET ONDERZOEK VAN DE BETROKKEN NATIONALE REGELING WORDEN BEPERKT TOT DE GEVOLGEN DIE ZIJ VOOR DE INVOER VAN VIDEOCASSETTES EN VOOR DE VERHANDELING VAN INGEVOERDE VIDEOCASSETTES KAN HEBBEN .
14 DIENAANGAANDE STELLEN VERZOEKSTERS EN INTERVENIENTEN IN HET HOOFDGEDING , DE VENNOOTSCHAPPEN CINETHEQUE EN GLINWOOD FILMS , EDITIONS RENE CHATEAU EN HOLLYWOOD BOULEVARD , TELEFRANCE SA EN SOCIETE DISCOPHILE CLUB DE FRANCE , DAT EEN WETTELIJKE REGELING ALS DIE WELKE IN FRANKRIJK GELDT , EEN BEPERKING VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER TOT GEVOLG HEEFT , AANGEZIEN DE TOEPASSING VAN DIE REGELING VERHINDERT DAT BEPAALDE PRODUKTEN OP HET NATIONALE GRONDGEBIED TEN VERKOOP KUNNEN WORDEN AANGEBODEN , OOK AL ZIJN ZIJ IN ANDERE LID-STATEN VRIJ IN DE HANDEL . EEN DERGELIJKE BELEMMERING VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER ZOU NIET INGEVOLGE ARTIKEL 36 EEG-VERDRAG GERECHTVAARDIGD ZIJN UIT HOOFDE VAN DE BESCHERMING VAN DE INDUSTRIELE EN COMMERCIELE EIGENDOM , EN INZONDERHEID VAN HET AUTEURSRECHT , AANGEZIEN DE LITIGIEUZE WETTELIJKE REGELING HET DEGENE DIE HET AUTEURSRECHT OP HET CINEMATOGRAFISCH WERK BEZIT , JUIST ONMOGELIJK MAAKT OM DE UIT DAT RECHT VOORTVLOEIENDE BEVOEGDHEDEN UIT TE OEFENEN .
15 DE FEDERATION NATIONALE DES CINEMAS FRANCAIS , VERWEERSTER IN HET HOOFDGEDING , VOERT AAN DAT DE BETROKKEN REGELING ZONDER ONDERSCHEID VAN TOEPASSING IS OP INGEVOERDE EN OP BINNENLANDSE PRODUKTEN , DAT ZIJ BETREKKING HEEFT OP EEN GEBIED DAT TOT DE UITSLUITENDE BEVOEGDHEID VAN DE LID-STATEN BEHOORT EN WAARVOOR GEEN COMMUNAUTAIRE REGELING BESTAAT , EN DAT ZIJ HAAR RECHTVAARDIGING VINDT IN DWINGENDE EISEN VAN ALGEMEEN BELANG . HET ZOU HIER IMMERS GAAN OM DE - WEGENS DE SNELLE ONTWIKKELING VAN ANDERE VERBREIDINGSWIJZEN VAN FILMS - NOODZAKELIJKE BESCHERMING VAN DE BIOSCOOP ALS CULTUURUITING .
16 ZICH OP EEN OVEREENKOMSTIG STANDPUNT STELLEND , MERKT DE FRANSE REGERING OP , DAT DE BETROKKEN REGELING DEEL UITMAAKT VAN EEN PAKKET VAN MAATREGELEN DIE DE VOLGORDE VAN DE VERSCHILLENDE VORMEN WAARIN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN WORDEN GEEXPLOITEERD , VASTLEGGEN EN DIE TOT DOEL HEBBEN DE VOORRANG VAN DE EXPLOITATIE IN DE BIOSCOOP VEILIG TE STELLEN . DE EXPLOITATIE VAN FILMS OP DE TELEVISIE WAS IN FRANKRIJK REEDS GEREGELD IN DE AAN DE NATIONALE TELEVISIEMAATSCHAPPIJEN OPGELEGDE CONCESSIEVOORWAARDEN , EN ARTIKEL 89 VAN WET NR . 82-652 BEOOGDE DEZELFDE REGELING IN TE VOEREN VOOR DE VIDEO-EXPLOITATIE , WAARVOOR OVERIGENS EEN KORTERE TERMIJN WERD VOORGESCHREVEN . DEZE REGELING ZOU NOODZAKELIJK ZIJN OM DE FILMPRODUKTIE VOOR DE TOEKOMST VEILIG TE STELLEN ; HET GROOTSTE DEEL VAN DE INKOMSTEN ( 80% ) ZOU IMMERS UIT DE EXPLOITATIE IN DE BIOSCOOP AFKOMSTIG ZIJN , TERWIJL DIE UIT ANDERE EXPLOITATIEVORMEN ZEER GERING ZOUDEN ZIJN . DE VERTONING IN DE BIOSCOOP ZOU DERHALVE EEN ESSENTIELE VOORWAARDE ZIJN VOOR DE RENTABILITEIT VAN DE FILMINDUSTRIE EN BIJGEVOLG OOK VOOR DE FILMPRODUKTIE .
17 HET WARE DENKBAAR GEWEEST , ZO VERVOLGT DE FRANSE REGERING , HET AAN DE AUTEURSRECHTHEBBENDEN OVER TE LATEN , DE EXPLOITATIE OP VIDEOCASSETTE EEN TIJDLANG TEGEN TE HOUDEN DOOR DE IN ACHT TE NEMEN TERMIJNEN CONTRACTUEEL VAST TE LEGGEN . EEN DERGELIJK STELSEL VAN VRIJWILLIGE REGULERING ZOU ECHTER NIET OPGEWASSEN ZIJN GEWEEST TEGEN DE GROEIENDE MACHT VAN DE VIDEO-INDUSTRIE EN TEGEN HET GEVAAR VAN EEN DERMATE ERNSTIGE VERSTORING VAN HET EVENWICHT IN DE CONTRACTUELE VERHOUDINGEN , DAT HET CONTRACT ZIJN REGULEREND VERMOGEN ZOU VERLIEZEN .
18 DE COMMISSIE STELT VAST , DAT DE BETROKKEN NATIONALE REGELING , DOOR DE VERHANDELING VAN VIDEOCASSETTES VAN IN DE BIOSCOPEN ROULERENDE FILMS GEDURENDE EEN JAAR TE VERBIEDEN , ONTEGENZEGLIJK NEERKOMT OP EEN BELEMMERING VAN DE INVOER VAN BEELDDRAGERS DIE IN EEN ANDERE LID-STAAT RECHTMATIG ZIJN GEPRODUCEERD EN IN DE HANDEL GEBRACHT OF ZICH DAAR IN HET VRIJE VERKEER BEVINDEN . DAT OP GROND VAN VOORMELD DECREET VAN 4 JANUARI 1983 ONTHEFFING KAN WORDEN VERLEEND , ZOU DAARAAN NIET AFDOEN . SOMMIGE BELEMMERINGEN VAN HET VRIJE GOEDERENVERKEER EVENWEL ZOUDEN OP GROND VAN CULTURELE DOELSTELLINGEN GERECHTVAARDIGD KUNNEN ZIJN , VOOR ZOVER DE DESBETREFFENDE BEPERKINGEN ZONDER ONDERSCHEID VAN TOEPASSING ZIJN OP BINNENLANDSE EN OP INGEVOERDE PRODUKTEN , EVENREDIG ZIJN AAN HET BEOOGDE CULTURELE DOEL EN DE MINST MOGELIJKE HINDER VOOR HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER OPLEVEREN .
19 OVER DE SITUATIE IN DE ANDERE LID-STATEN HEEFT DE COMMISSIE HET HOF DESGEVRAAGD GEGEVENS VERSTREKT WAARUIT BLIJKT DAT ER IN DE ANDERE LID-STATEN GEEN MET DE FRANSE REGELING OVEREENKOMENDE WETTELIJKE BEPALINGEN BESTAAN . IN DE MEESTE LID-STATEN HEBBEN DE BETROKKEN BEDRIJFSTAKKEN OVEREENKOMSTEN VAN UITEENLOPENDE DRAAGWIJDTE GESLOTEN MET BETREKKING TOT DE TIJD DIE TUSSEN DE BIOSCOOPPREMIERE VAN EEN FILM EN DE VERBREIDING ERVAN OP VIDEOCASSETTE MOET LIGGEN . DIE TERMIJN VARIEERT VAN DRIE TOT TWAALF MAANDEN , MAAR IS IN DE MEESTE GEVALLEN ZES MAANDEN . IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND EN IN DENEMARKEN MOGEN FILMS WAARVOOR BEPAALDE SUBSIDIES ZIJN VERLEEND , VOLGENS DE RICHTLIJNEN VAN DE SUBSIDIEGEVERS EERST ZES MAANDEN RESPECTIEVELIJK EEN JAAR NA DE BIOSCOOPPREMIERE IN HET BETROKKEN LAND OP VIDEOCASSETTE WORDEN UITGEBRACHT .
20 GELET OP ALLE HIERVOOR VERMELDE GEGEVENS , MOET IN DE EERSTE PLAATS WORDEN GECONSTATEERD , DAT DE NATIONALE WETTELIJKE REGELING DIE IN DE BODEMGESCHILLEN IN GEDING IS , TOT EEN CATEGORIE VAN REGELINGEN BEHOORT DIE , OP CONTRACTUELE , BESTUURSRECHTELIJKE OF WETTELIJKE GRONDSLAG EN MET UITEENLOPENDE WERKINGSSFEER , IN DE MEESTE LID- STATEN GELDEN EN DIE ALLE TOT DOEL HEBBEN DE VERBREIDING VAN FILMS OP VIDEOCASSETTE IN DE EERSTE MAANDEN NA DE BIOSCOOPPREMIERE TEGEN TE HOUDEN , TEN EINDE DE VOOR DE RENTABILITEIT VAN DE FILMPRODUKTIE ESSENTIEEL GEACHTE BIOSCOOPEXPLOITATIE TE BESCHERMEN TEGEN DE EXPLOITATIE OP VIDEOCASSETTE . IN DE TWEEDE PLAATS VALT OP TE MERKEN , DAT HET VERDRAG DE BEOORDELING VAN DE NOODZAAK VAN EEN DERGELIJKE REGELING , VAN DE VORM WAARIN ZIJ MOET WORDEN GEGOTEN , EN VAN DE IN VOORKOMEND GEVAL VAST TE STELLEN TERMIJNEN , IN BEGINSEL AAN DE LID-STATEN OVERLAAT .
21 INDIEN EEN DERGELIJKE REGELING ZONDER ONDERSCHEID OP BINNENSLANDS GEPRODUCEERDE EN OP INGEVOERDE VIDEOCASSETTES VAN TOEPASSING IS , HEEFT ZIJ NIET EEN BEHEERSING VAN DE HANDELSSTROMEN TOT DOEL ; EVENMIN LEIDT ZIJ ERTOE DAT DE BINNENLANDSE PRODUKTIE WORDT BEVOORDEELD BOVEN DIE VAN DE ANDERE LID-STATEN , DOCH ENKEL DAT DE FILMPRODUKTIE ALS ZODANIG WORDT AANGEMOEDIGD .
22 TOCH KAN DE TOEPASSING VAN EEN DERGELIJKE REGELING BELEMMERINGEN VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER VEROORZAKEN , ZULKS ALS GEVOLG VAN DISPARITEITEN TUSSEN DE IN DE ONDERSCHEIDEN LID-STATEN GELDENDE REGELINGEN EN DE VOORWAARDEN VOOR DE VERTONING VAN FILMS IN DE BIOSCOPEN . IN DAT GEVAL IS EEN EXPLOITATIEVERBOD INGEVOLGE DIE REGELING SLECHTS VERENIGBAAR MET HET IN HET EEG-VERDRAG NEERGELEGDE BEGINSEL VAN HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN , INDIEN DE DAARDOOR VEROORZAAKTE BELEMMERINGEN VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER NIET VERDER GAAN DAN NOODZAKELIJK IS OM HET BEOOGDE DOEL TE BEREIKEN , EN DIT DOEL NAAR GEMEENSCHAPSRECHT GERECHTVAARDIGD IS .
23 EEN DERGELIJKE RECHTVAARDIGINGSGROND KAN NIET WORDEN ONTZEGD AAN EEN NATIONALE REGELING DIE , TEN EINDE DE PRODUKTIE VAN FILMS VAN WELKE OORSPRONG OOK AAN TE MOEDIGEN , VOOR DE VERBREIDING VAN DEZE FILMS GEDURENDE EEN EERSTE PERIODE VAN KORTE DUUR DE VOORRANG GEEFT AAN EXPLOITATIE IN DE BIOSCOOP .
24 OP DE GESTELDE VRAGEN MOET MITSDIEN WORDEN GEANTWOORD , DAT ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG ALDUS MOET WORDEN UITGELEGD , DAT HET NIET VAN TOEPASSING IS OP EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING DIE DE VERBREIDING VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN IN DIER VOEGE REGELT , DAT EERST NA VERLOOP VAN TIJD TOT EEN ANDERE VERBREIDINGSWIJZE KAN WORDEN OVERGEGAAN DOORDAT GEDURENDE EEN BEPERKTE PERIODE DE GELIJKTIJDIGE EXPLOITATIE IN DE VORM VAN VERTONING IN DE BIOSCOOP EN VAN VERBREIDING OP VIDEOCAS SETTES VERBODEN IS , WANNEER DIT VERBOD ZONDER ONDERSCHEID GELDT VOOR BINNENSLANDS VERVAARDIGDE EN VOOR INGEVOERDE VIDEOCASSETTES EN DE EVENTUEEL DOOR DE TOEPASSING VAN DAT VERBOD VEROORZAAKTE BELEMMERINGEN VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER NIET VERDER GAAN DAN NOODZAKELIJK IS OM DE BIOSCOOPEXPLOITATIE VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN VAN WELKE OORSPRONG OOK , GEDURENDE EEN EERSTE PERIODE VOORRANG TE GEVEN BOVEN ANDERE WIJZEN VAN VERBREIDING .
25 VERZOEKSTERS EN INTERVENIENTEN IN DE HOOFDGEDINGEN HEBBEN NOG DE VRAAG OPGEWORPEN , OF ARTIKEL 89 VAN DE FRANSE WET OP DE AUDIOVISUELE COMMUNICATIE GEEN INBREUK MAAKT OP DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING ALS ERKEND DOOR ARTIKEL 10 VAN HET EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS EN DE FUNDAMENTELE VRIJHEDEN , EN UIT DIEN HOOFDE ONVERENIGBAAR IS MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .
26 WELISWAAR HEEFT HET HOF TOT TAAK , DE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN OP DE DOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT GEREGELDE GEBIEDEN TE VERZEKEREN , DOCH HET IS NIET BEVOEGD OM DE VERENIGBAARHEID MET HET EUROPEES VERDRAG TE BEOORDELEN VAN EEN NATIONALE WET DIE , GELIJK IN CASU , BETREKKING HEEFT OP EEN GEBIED DAT ONDER DE BEVOEGDHEID VAN DE NATIONALE WETGEVER VALT .
KOSTEN
27 DE KOSTEN DOOR DE DUITSE EN DE FRANSE REGERING ALSMEDE DOOR DE COMMISSIE WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN DE HOOFDGEDINGEN IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP HET DOOR HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE PARIJS BIJ BESCHIKKINGEN VAN 15 FEBRUARI 1984 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :
ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG IS NIET VAN TOEPASSING OP EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING DIE DE VERBREIDING VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN IN DIER VOEGE REGELT , DAT EERST NA VERLOOP VAN TIJD TOT EEN ANDERE VERBREIDINGSWIJZE KAN WORDEN OVERGEGAAN DOORDAT GEDURENDE EEN BEPERKTE PERIODE DE GELIJKTIJDIGE EXPLOITATIE IN DE VORM VAN VERTONING IN DE BIOSCOOP EN VAN VERBREIDING OP VIDEOCASSETTES VERBODEN IS , WANNEER DIT VERBOD ZONDER ONDERSCHEID GELDT VOOR BINNENSLANDS VERVAARDIGDE EN VOOR INGEVOERDE VIDEOCASSETTES EN DE EVENTUEEL DOOR DE TOEPASSING VAN DAT VERBOD VEROORZAAKTE BELEMMERINGEN VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER NIET VERDER GAAN DAN NOODZAKELIJK IS OM DE BIOSCOOPEXPLOITATIE VAN CINEMATOGRAFISCHE WERKEN VAN WELKE OORSPRONG OOK , GEDURENDE EEN EERSTE PERIODE VOORRANG TE GEVEN BOVEN ANDERE WIJZEN VAN VERBREIDING .