ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 12 JULI 1984. - FERRIERA VALSABBIA SPA TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - " EGKS - STELSEL VAN PRODUKTIEQUOTA VOOR STAAL - OVERMACHT ". - ZAAK 209/83.
Jurisprudentie 1984 bladzijde 03089
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . PROCEDURE - BEROEPSTERMIJNEN - GEMEENSCHAPSREGELING - DRAAGWIJDTE
( REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING , ARTIKEL 80 , PARAGRAAF 1 )
2 . GEMEENSCHAPSRECHT - BEGINSELEN - OVERMACHT - BEGRIP
3 . PROCEDURE - BEROEPSTERMIJNEN - VERVAL VAN RECHT - GEVAL VAN OVERMACHT - BEGRIP - GRENZEN
( ' S HOFS STATUUT-EGKS , ARTIKEL 39 , EERSTE EN DERDE ALINEA )
1 . DE BEROEPSTERMIJNEN VOOR HET HOF WORDEN UITSLUITEND BEPAALD DOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT EN ZIJN BIJGEVOLG NIET ONDERWORPEN AAN DE NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN VAN DE LID-STATEN BETREFFENDE MET NAME DE OPSCHORTING TIJDENS DE RECHTERLIJKE VAKANTIES VAN DE BEROEPSTERMIJNEN VOOR HUN EIGEN RECHTERLIJKE INSTANTIES .
2.HET BEGRIP OVERMACHT , DE BIJZONDERHEDEN VAN DE SPECIFIEKE GEBIEDEN WAAROP HET WORDT GEBRUIKT BUITEN BESCHOUWING GELATEN , HEEFT IN WEZEN BETREKKING OP VAN BUITEN KOMENDE OMSTANDIGHEDEN DIE DE VERWEZENLIJKING VAN HET BETROKKEN FEIT ONMOGELIJK MAKEN . OOK AL ONDERSTELT HET GEEN VOLSTREKTE ONMOGELIJKHEID , HET DIENT WEL TE GAAN OM ABNORMALE MOEILIJKHEDEN DIE ONAFHANKELIJK ZIJN VAN DE WIL VAN DE BETROKKENE EN DIE ONDANKS ALLE DIENSTIGE VOORZORGSMAATREGELEN ONVERMIJDELIJK BLIJKEN TE ZIJN .
3.HET BEGRIP OVERMACHT IS NIET VAN TOEPASSING OP EEN SITUATIE WAARIN IEMAND DIE DE NODIGE ZORGVULDIGHEID BETRACHTTE EN OMZICHTIG HANDELT , IN STAAT ZOU ZIJN GEWEEST HET VERSTRIJKEN VAN EEN BEROEPSTERMIJN TE VOORKOMEN .
IN ZAAK 209/83 ,
FERRIERA VALSABBIA SPA , TE ODOLO ( BRESCIA ), IN DE PERSOON VAN HAAR ALGEMEEN DIRECTEUR G . BRUNORI , EN VERTEGENWOORDIGD DOOR A . CARATTONI , ADVOCAAT , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN E . ARENDT , ADVOCAAT ALDAAR , RUE PHILIPPE-II 34 B ,
VERZOEKSTER ,
TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR O . MONTALTO ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . BESCHEL , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,
VERWEERSTER ,
BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 14 JULI 1983 , WAARBIJ VERZOEKSTER EEN BOETE IS OPGELEGD ,
1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , INGEKOMEN TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 19 SEPTEMBER 1983 , HEEFT DE VENNOOTSCHAP FERRIERE VALSABBIA SPA ( HIERNA : VERZOEKSTER ), TE ODOLO ( BRESCIA , ITALIE ), KRACHTENS ARTIKEL 36 , TWEEDE ALINEA , EGKS-VERDRAG BEROEP INGESTELD , PRIMAIR TOT NIETIGVERKLARING VAN BESCHIKKING NR . C(83 ) 1022/4 VAN DE COMMISSIE VAN 14 JULI 1983 , WAARBIJ HAAR KRACHTENS ARTIKEL 64 EGKS-VERDRAG EEN BOETE IS OPGELEGD TEN BELOPE VAN LIT 284 240 000 , SUBSIDIAIR TOT VERLAGING VAN DEZE BOETE , EN MEER SUBSIDIAIR TOT VERLENGING VAN DE TERMIJN VOOR BETALING VAN DE BOETE .
2 VOLGENS DE BESTREDEN BESCHIKKING HEEFT VERZOEKSTER TIJDENS HET DERDE KWARTAAL VAN 1981 HERHAALDELIJK BETONSTAAL , KNUPPEL EN WALSDRAAD VERKOCHT TEGEN PRIJZEN DIE HOGER WAREN DAN DE DOOR HAAR OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 60 EGKS-VERDRAG GEPUBLICEERDE PRIJSSCHALEN ; IN ARTIKEL 1 VAN DEZE BESCHIKKING WORDT VASTGESTELD DAT DEZE PRIJSOVERSCHRIJDINGEN INBREUKEN OP GENOEMDE VERDRAGSBEPALINGEN VORMEN .
3 DEZE BESCHIKKING IS AAN VERZOEKSTER VERZONDEN BIJ AANGETEKENDE BRIEF VAN DEZELFDE DAG EN DOOR HAAR ONTVANGEN OP 21 JULI 1983 .
ONTVANKELIJKHEID
4 TEGEN DIT BEROEP HEEFT DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 91 , PARAGRAAF 1 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING EEN EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID OPGEWORPEN ; ZIJ BETOOGT DAT VERZOEKSTER ZICH NIET HEEFT GEHOUDEN AAN DE IN ARTIKEL 39 VAN ' S HOFS STATUUT-EGKS VOORZIENE BEROEPSTERMIJN VAN EEN MAAND VANAF DE DATUM VAN KENNISGEVING VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING , DIE IN CASU OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 83 VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING EN ARTIKEL 1 VAN BIJLAGE II VAN DIT REGLEMENT MET TIEN DAGEN WERD VERLENGD . AANGEZIEN DE BETROKKEN BESCHIKKING VERWEERSTER OP 21 JULI 1983 TER KENNIS IS GEBRACHT , ZOU DE BEROEPSTERMIJN DUS OP 1 SEPTEMBER 1983 ZIJN VERSTREKEN , TERWIJL HET BEROEP EERST OP 19 SEPTEMBER 1983 TEN HOVE IS INGEKOMEN . DOOR DE BEROEPSTERMIJN NIET IN ACHT TE NEMEN ZOU VERZOEKSTERS RECHT OM BEROEP IN TE STELLEN ZIJN VERVALLEN .
5 DAARENTEGEN STELT VERZOEKSTER DAT HET BEROEP , WAT DE TERMIJNEN BETREFT , VOLLEDIG ONTVANKELIJK IS . IN DE EERSTE PLAATS BETOOGT ZIJ NAMELIJK , DAT IN ARTIKEL 36 EGKS-VERDRAG NIET EEN PEREMPTOIRE BEROEPSTERMIJN WORDT VOORZIEN EN DAT DE DAARIN VERVATTE VERWIJZING NAAR ARTIKEL 33 SLECHTS DE IN DE EERSTE ALINEA VAN DIT ARTIKEL BEDOELDE ' ' BEPALINGEN ' ' BETREFT , OFWEL DE VOORWAARDEN WAARONDER EEN BEROEP KAN WORDEN INGESTELD , DOCH NIET DE IN DE DERDE ALINEA VOORGESCHREVEN TERMIJN . IN CASU BEDRAAGT DE BEROEPSTERMIJN VOLGENS HAAR TWEE MAANDEN ; DEZE TERMIJN IS IN DE BESCHIKKING ZELF GESTELD VOOR DE BETALING VAN DE BOETE EN IS TROUWENS OOK IN HET EEG-VERDRAG VOORZIEN .
6 SUBSIDIAIR STELT VERZOEKSTER , DAT , ZELFS IN GEVAL ZIJ DE BEROEPSTERMIJN NIET ZOU HEBBEN GEEERBIEDIGD , HAAR RECHT OM BEROEP IN TE STELLEN NIET WEGENS HET VERSTRIJKEN VAN DE TERMIJN ZOU ZIJN VERVALLEN , OMDAT AAN DE VOORWAARDEN VOOR OVERMACHT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 39 , DERDE ALINEA , VAN ' S HOFS STATUUT-EGKS IS VOLDAAN .
7 TE DEZE BEWEERT ZIJ , DAT ZIJ DAADWERKELIJK IN DE ONMOGELIJKHEID VERKEERDE OM BINNEN DE TERMIJN VAN EEN MAAND BEROEP IN TE STELLEN , DAAR DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE HAAR KORT VOOR HET BEGIN VAN DE ZOMERVAKANTIE TER KENNIS WAS GEBRACHT EN TIJDENS DIE PERIODE DE BALIE EN DE ONDERNEMINGEN IN ITALIE VOLLEDIG STILLIGGEN .
8 TER ZAKE VERWIJST ZIJ NAAR ITALIAANSE WET NR . 742 VAN 7 OKTOBER 1969 BETREFFENDE DE SCHORSING VAN DE PROCESTERMIJNEN GEDURENDE DE ZOMERVAKANTIE ( GU 281 VAN 6 . 11 . 1969 ). INGEVOLGE DEZE WET WORDEN DE PROCESTERMIJNEN DIE GELDEN VOOR DE GEWONE EN DE ADMINISTRATIEVE GERECHTEN , ELK JAAR VAN 1 AUGUSTUS TOT 15 SEPTEMBER GESCHORST .
9 HOEWEL DIT EEN NATIONALE BEPALING IS , ZOU VERZOEKSTER HIERDOOR VOOR EEN VOLDONGEN FEIT ZIJN KOMEN TE STAAN , ZODAT ZIJ AAN HET BEGIN VAN DE RECHTERLIJKE VAKANTIES IN ITALIE IN HAAR STREEK ONMOGELIJK EEN ADVOCAAT KON VINDEN DIE VOLDOENDE IN HET GEMEENSCHAPSRECHT WAS ONDERLEGD OM HAAR TE VERDEDIGEN .
10 WAT DE IN CASU TOEPASSELIJKE BEROEPSTERMIJN BETREFT , HERINNERT HET HOF OM TE BEGINNEN ERAAN , DAT ONDUBBELZINNIG UIT ARTIKEL 39 , EERSTE ALINEA , VAN ' S HOFS STATUUT-EGKS VOLGT , DAT EEN BEROEP IN DE ZIN VAN ARTIKEL 36 EGKS-VERDRAG MOET WORDEN INGESTELD BINNEN DE IN DE LAATSTE ALINEA VAN ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG GESTELDE TERMIJN VAN EEN MAAND .
11 BIJGEVOLG MOET VERZOEKSTERS EERSTE ARGUMENT WORDEN VERWORPEN .
12 MET BETREKKING TOT VERZOEKSTERS TWEEDE ARGUMENT ZIJ OPGEMERKT , DAT DE BEROEPSTERMIJNEN VOOR HET HOF UITSLUITEND WORDEN BEPAALD DOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT , EN DAT ZIJ BIJGEVOLG NIET ZIJN ONDERWORPEN AAN DE NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN VAN DE LID-STATEN BETREFFENDE DE BEROEPSTERMIJNEN VOOR HUN EIGEN RECHTERLIJKE INSTANTIES .
13 DE COMMISSIE HEEFT ER TERECHT AAN HERINNERD , DAT ARTIKEL 80 , LID 1 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MET ZOVEEL WOORDEN BEPAALT , DAT DE PROCESTERMIJNEN NIET DOOR DE RECHTERLIJKE VAKANTIES WORDEN GESCHORST .
14 HET HOF IS VAN MENING , DAT DE GEMEENSCHAPSREGELING INZAKE DE PROCESTERMIJNEN STRIKT MOET WORDEN TOEGEPAST TER WILLE VAN DE RECHTSZEKERHEID EN DE NOODZAAK OM ELKE DISCRIMINATIE OF WILLEKEURIGE BEHANDELING BIJ DE RECHTSBEDELING TE VERMIJDEN . SLECHTS WANNEER DE BETROKKENE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 39 , DERDE ALINEA , VAN ' S HOFS STATUUT-EGKS HET BESTAAN AANTOONT VAN TOEVAL OF OVERMACHT , ZAL ZIJN RECHT OM BEROEP IN TE STELLEN NIET WEGENS HET VERSTRIJKEN VAN DE TERMIJN VERVALLEN .
15 VERZOEKSTER BETOOGT EVENWEL DAT OP DE OMSTANDIGHEDEN VAN DE ONDERHAVIGE ZAAK PRECIES HET BEGRIP OVERMACHT PAST , EN DAT HET HOF ZICH BIJ DE UITLEGGING VAN DIT BEGRIP MET BETREKKING TOT VRAGEN BETREFFENDE DE PROCEDURE , ANDERS DAN MET BETREKKING TOT VRAGEN BETREFFENDE DE GROND VAN DE ZAAK , DOOR BILLIJKHEIDSOVERWEGINGEN MOET LATEN LEIDEN IN VERBAND MET HET FEIT DAT DE GESTRENGHEID VAN DE TERMIJNEN ERTOE ZOU LEIDEN DAT HET HAAR MATERIEEL ONMOGELIJK ZOU WORDEN ZICH TE VERDEDIGEN , MET ALS GEVOLG DAT DE FUNDAMENTELE RECHTEN VAN HET INDIVIDU ZOUDEN WORDEN GESCHONDEN .
16 BIJGEVOLG ZOU HET TER BEOORDELING VAN DE OVERMACHT GEHANTEERDE CRITERIUM ZICH MOETEN TOESPITSEN OP EEN ONDERZOEK VAN DE NORMALE VOORZICHTIGHEID DIE DE HANDELENDE PARTIJ AAN DE DAG HEEFT GELEGD , ZOALS HET HOF ZOU HEBBEN GEOORDEELD IN ZIJN ARREST VAN 20 FEBRUARI 1975 ( ZAAK 64/74 , REICH , JURISPR . 1975 , BLZ . 261 ), DAT WIL ZEGGEN OP DE ZORGVULDIGHEID EN AANDACHT DIE IS VEREIST OM HET HOOFD TE KUNNEN BIEDEN AAN ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN .
17 IN DIT VERBAND WIJST VERZOEKSTER ER EVENEENS OP , DAT HET ITALIAANS RECHT BIJ DE BEOORDELING VAN OVERMACHT UITGAAT VAN HET CRITERIUM VAN DE ZORGVULDIGHEID VAN EEN GOED HUISVADER EN DE RECHTER DE BEVOEGDHEID VERLEENT OM DE DOOR PARTIJEN MET HET OOG OP EEN VERSOEPELING VAN DE TERMIJNEN AANGEVOERDE OMSTANDIGHEDEN TE BEOORDELEN ( ARTIKELEN 650 , 668 EN 663 , CODICE DI PROCEDURA CIVILE , EN ARTIKEL 183 BIS , CODICE DI PROCEDURA PENALE ).
18 OMTRENT DE FEITEN IN DE ONDERHAVIGE ZAAK ZEGT VERZOEKSTER , DAT ZIJ DEZE SITUATIE NIET MET DE NORMALE ZORGVULDIGHEID OF ENIGE ANDERE REDELIJKE INSPANNING HARERZIJDS HAD KUNNEN VERMIJDEN . IMMERS , NADAT ZIJ VOOR DE BEHANDELING VAN DE ZAAK DE NOODZAKELIJKE BESCHEIDEN HAD VERZAMELD , HEEFT ZIJ BEGIN AUGUSTUS VERGEEFS GEPOOGD IN HAAR STREEK EEN VOLDOENDE DESKUNDIG RAADSMAN TE VINDEN . DE ADVOCAAT DIE HAAR IN HET VERLEDEN IN EGKS-AANGELEGENHEDEN HAD GEADVISEERD , ZOU GEDURENDE DE GEHELE PERIODE DAT DE GERECHTELIJKE TERMIJNEN WAREN GESCHORST , MET VAKANTIE ZIJN GEWEEST .
19 BOVENDIEN ZOU IN DIE PERIODE DE JURIDISCHE BIBLIOTHEEK VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN TE BRESCIA GESLOTEN ZIJN GEWEEST , EN ZOU DE CENTRALE JURIDISCHE BIBLIOTHEEK TE ROME MAAR TWEE UUR PER DAG GEOPEND ZIJN GEWEEST , HETGEEN DE UITEINDELIJK DOOR HAAR AANGETROKKEN ADVOCAAT ZOU HEBBEN BELET , ZICH IN HET GEMEENSCHAPSRECHT TE VERDIEPEN .
20 TOT STAVING VAN HAAR BETOOG HEEFT VERZOEKSTER VERKLARINGEN OVERGELEGD VAN DE DEKEN VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN EN VAN DE VOORZITTER VAN DE BEROEPSVERENIGING VAN ADVOCATEN TE BRESCIA , ALSMEDE EEN VERKLARING VAN HAAR VASTE ADVOCAAT IN EGKS-ZAKEN .
21 VERZOEKSTERS ARGUMENTEN KUNNEN NIET WORDEN AANVAARD . UIT DE VASTE RECHTSPRAAK VAN HET HOF VOLGT , DAT HET BEGRIP OVERMACHT , DE BIJZONDERHEDEN VAN DE SPECIFIEKE GEBIEDEN WAAROP HET WORDT GEBRUIKT BUITEN BESCHOUWING GELATEN , IN WEZEN BETREKKING HEEFT OP VAN BUITEN KOMENDE OMSTANDIGHEDEN DIE DE VERWEZENLIJKING VAN HET BETROKKEN FEIT ONMOGELIJK MAKEN . OOK AL ONDERSTELT HET GEEN VOLSTREKTE ONMOGELIJKHEID , HET DIENT WEL TE GAAN OM ABNORMALE MOEILIJKHEDEN DIE ONAFHANKELIJK ZIJN VAN DE WIL VAN DE BETROKKENE EN DIE ONDANKS ALLE DIENSTIGE VOORZORGSMAATREGELEN ONVERMIJDELIJK BLIJKEN TE ZIJN ( ARREST VAN 9 FEBRUARI 1984 , ZAAK 284/82 , BUSSENI , JURISPR . 1984 , BLZ . 557 ).
22 HET BEGRIP OVERMACHT IS DERHALVE NIET VAN TOEPASSING OP EEN SITUATIE WAARIN IEMAND DIE DE NODIGE ZORGVULDIGHEID BETRACHTTE EN OMZICHTIG HANDELT , IN STAAT ZOU ZIJN GEWEEST HET VERSTRIJKEN VAN EEN BEROEPSTERMIJN TE VOORKOMEN .
23 DIENAANGAANDE ZIJ VASTGESTELD , DAT VERZOEKSTER NIET DE NODIGE ZORGVULDIGHEID AAN DE DAG HEEFT GELEGD , WAAR ZIJ NA DE ONTVANGST VAN DE LITIGIEUZE BESCHIKKING VOOR HET BEGIN VAN DE ZOMERVAKANTIE NOG OVER TIEN DAGEN BESCHIKTE OM CONTACT OP TE NEMEN MET HAAR VASTE ADVOCAAT OF OM EEN ADVOCAAT TE VINDEN DIE VOLDOENDE DESKUNDIG WAS OM HAAR TE VERDEDIGEN .
24 UIT HETGEEN VERZOEKSTER ZELF TER TERECHTZITTING HEEFT OPGEMERKT , IS OP TE MAKEN DAT DE ONDERNEMING GEDURENDE HET TIJDVAK TUSSEN DE ONTVANGST VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING EN HET BEGIN VAN DE ZOMERVAKANTIE ENKEL BESCHEIDEN HEEFT VERZAMELD EN NIET EERST EEN ADVOCAAT VOOR HAAR VERDEDIGING HEEFT GEZOCHT . OP ZIJN VROEGST OP 8 AUGUSTUS HEEFT VERZOEKSTER CONTACT OPGENOMEN MET DE ADVOCAAT DIE UITEINDELIJK MET DE ZAAK IS BELAST .
25 TENSLOTTE ZIJ OPGEMERKT DAT VERZOEKSTER GEBRUIK HAD KUNNEN MAKEN VAN DE BIJ ARTIKEL 38 , PARAGRAAF 7 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING GEBODEN MOGELIJKHEID OM EEN VERZOEKSCHRIFT IN TE DIENEN DAT NIET AAN DE VORMVOORSCHRIFTEN VOLDOET , MITS HET DAN BINNEN EEN DOOR DE GRIFFIER TE STELLEN REDELIJKE TERMIJN ZOU REGULARISEREN .
26 BIJGEVOLG MOET WORDEN VASTGESTELD DAT IN HET ONDERHAVIGE GEVAL GEEN SPRAKE WAS VAN BUITENGEWONE EN ONOVERKOMELIJKE MOEILIJKHEDEN , DIE HET TE LATE ZOEKEN VAN EEN ADVOCAAT ALS VERDEDIGER VAN VERZOEKSTER KUNNEN RECHTVAARDIGEN , INDIEN ZIJ TIJDIG DE NODIGE VOORZORGSMAATREGELEN HAD GENOMEN .
27 MITSDIEN IS HET FEIT DAT HET BEROEP TE LAAT IS INGESTELD NIET HET GEVOLG VAN OVERMACHT EN IS HET BEROEP NIET-ONTVANKELIJK .
KOSTEN
28 VOLGENS ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING WORDT DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN VERWEZEN . AANGEZIEN VERZOEKSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , MOET ZIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER ),
RECHTDOENDE :
1 . VERKLAART HET BEROEP NIET-ONTVANKELIJK .
2 . VERWIJST VERZOEKSTER IN DE KOSTEN VAN HET GEDING .