CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL
C. O. LENZ
van 4 juli 1985Â ( *1 )
Mijnheer de President,
mijne beren Rechters,
De zaak, waarvan het Hof vandaag kennis heeft te nemen, betreft opnieuw de Franse regeling inzake prijsbinding bij boeken. De inhoud van deze regeling is het Hof bekend en werd reeds uiteengezet in het arrest van 10 januari 1985 (zaak 229/83, Leclerc, Jurispr. 1985, blz. 17), gewezen op een prejudicieel verzoek van de Cour d'appel te Poitiers.
De rechtsvragen in het thans te beslechten geschil, voorgelegd door het Tribunal de grande instance te Nantes, zijn geheel identiek met die in zaak 229/83. Ook de formulering van de prejudiciële vraag en de door partijen, de regering van de Franse Republiek en de Commissie ingediende opmerkingen zijn identiek.
Er werd dus geen nieuw juridisch standpunt voorgedragen dat het Hof ertoe zou kunnen brengen zijn bestaande rechtspraak te wijzigen.
Mitsdien geef ik het Hof in overweging, overeenkomstig zijn gevestigde praktijk (zie het arrest in zaak 179/83, Industriebond FNV, Jurispr. 1985, blz. 514), het dictum van het arrest in zaak 229/83 weer te geven en voor de motivering te verwijzen naar bedoeld arrest, waarvan de tekst bij het arrest in zaak 299/83 moet worden gevoegd.
( *1 ) Vertaald uit het Duits.